°.P.
29 Juli 1935201.
Bij schrijven van B. en W. dd. 16 Juli 1935, no.2308
wordt voor bovenomschreven doel een crediet aangevraagd
van /.910,=, gespecificeerd als volgt:
arbeidsloon inclusief sociale lasten /.810,=
'materiaal, als piketten, enz. 100,=
Een besluit tot begrootingswijziging wordt in ver
band hiermede ter vaststelling aangeboden.
De heer van den Berg zegt dat het toch zeker de be
doeling is dat het wandelpad zal komen achter de hoornen.
Spreker, die dacht dat deze zaak reeds klaar lag en door
den Rijkswaterstaat was voorbereid, vraagt waarom thans
deze crediet-aanvrage wordt gedaan.
De Voorzitter zegt dat de Rijkswaterstaat klaar is
met zijn plannen tot verbreeding van den Rijksweg vanaf
hotel Trier tot Hieuwerhoek, en dat nu opmeting enz. moet
plaats hebben voor het gedeelte vanaf Hieuwerhoek tot de
Birkt, waarvoor de gemeente dient te zorgen.
De heer Gasille vraagt of voor die werkzaamheden geen
personeel bij Openbare Werken beschikbaar is.
Wethouder van Klooster zegt dat voor deze werkzaam
heden tijdelijke aanvulling van personeel noodig is»
Zulks blijkt ook uit het rapport van den Directeur van
Gemeentewerken. Spreker zegt vervolgens dat B. en V7. zich
omtrent de kwestie verbreeding in verbinding hebben ge
steld met den heer Bakker, Hoofd-lngenieur van den Rijks
waterstaat te Utrecht, die heeft medegedeeld, dat de nieu
we Minister ter beoordeeling dezer aangelegenheid niet
een gedeeltelijk plan wil zien, doch een plan van verbree
ding van den Rijksweg in de geheele gemeente. Zooals door
den Voorzitter reeds is gezegd, is het plan tot verbree
ding van het gedeelte Trier-Kieuwerhoek door het Rijk ge
reed gemaakt, doch het Rijk heeft nu voor het overig deel
der gemeente de medewerking der gemeente gevraagd.
De heer Gasille merkt nog even op dat de Directeur
van Gemeentewerken het werk zelf niet behoeft te doen,
doch is daarvoor geen personeel, vraagt Spreker.
Wethouder van Klooster geeft hierop een ontkennend
antwoord.
De heer van Duren vraagt of de tweede weg naar Amers
foort ook tot stand zal komen.
De Voorzitter zegt dat daaromtrent niets bekend is.
Waar de bevolking zelf verbreeding van den Rijksweg in de
kom wenscht, vragen B. en W. thans een crediet voor opme
ting enz.
De heer van den Breemervraagt of het hier een ver
breeding van den geheelen Rijksweg betreft, n.1. van
hieuwerhoek tot het einde der Birkt.
De Voorzitter geeft een bevestigend antwoord»
De heer van den Breemer zegt er dan vóór te zijn.
Het voorstel van B. en W. wordt hierna zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
13C. VERGUHRlRGSRECliT. (1e Afd Ho. 2493).
Vaststelling van een besluit tot wijziging van de
verordening op het vergunningsrecht ingevolge de Drankwet.
Aangezien bij art.1,3© der Wet van 14 Maart 1935,
Stbl.129 wijziging is gebracht in het 2e lid van art.23
der Drankwet, moet de redactie van art.1 der verordening