29 Augustus 19^5 225.
nen uit den Raad, de door hem ingediende plannen, als de
kwestie "Ons Belang" spoedig ten uitvoer te brengen.
De Voorzitter zegt dat hieraan de noodige aandacht zal
worden besteed.
De heer Oasille vestigt er hierna de aandacht op dat de
verwijdering van de bovenste laag van het tegeltrottoir aan
de Van Vveedestraat zou geschieden zoodra de desbetreffende
bewoners hun oorspronkelijke bijdrage in de aanlegkosten van
het trottoir hadden betaald, hen dier menschen kan de bij
drage niet in eens betalen, doch zal deze in gedeelten vol
doen. Spreker dringt er op aan deze zaak nu zoo spoedig mo
gelijk in orde te maken.
163. RAADSLEDEN
De Voorzitter zegt nu nog een enkel woord te willen
spreken tot de scheidende raadsleden. Spreker wenscht dan
in 't algemeen wat te zeggen en in 't bijzonder een woord
tot den heer van den Breemer. Spreker zegt dat er wel leden,
die niet in den nieuwen Raad terugkeeren, zullen zijn, die
een weemoedige gedachte hebben bij het neerleggen van hun
taak, Wanneer zij straks de trap afgaan, kan Spreker zich
voorstellen wat in hen moet omgaan. Voor al het werk wat
door de leden is gedaan, zegt Spreker dank. De heer van den
Breemer zal zeker een weemoedige gedachte hebben dat hij de
trappen naar de Raadzaal niet meer zal betreden. De heer van
den Breemer, die zich uit den Raad teruggetrokken heeft, is
niet alleen 40 jaar lang raadslid geweest, doch ook eenxge
malen wethouder en zelfs waarnemend Burgemeester. Soest was
destijds een kleine plattelandsch gemeente met weinig be
hoeften. Soest is inmiddels vooruitgegaan, en in de vergade
ringen van den Raad heerscht thans een andere toon dan vroe
ger. Door den groei der gemeente is de taak van de gemeente
veel zwaarder geworden. Namens den Raad en ook als Burge
meester zegt Spreker den heer van den Breemer dank voor al
les wat hij in het belang der gemeente heeft gedaan, en Spre
ker hoopt dat de heer van den Breemer met prettige gedachten
zal terugdenken aan den tijd, gedurende welken hij deel uit
maakte van het bestuur der gemeente. Als aandenken daaraan,
wil Spreker den heer van den Breemer namens den geheelen
Raad iets aanbieden, en waarvan gezegd kan worden dat het
nergens tikt, zooals het thuis tikt. Spreker zegt dat wanneer
de heer van den Breemer daarnaar kijkt, diens gedachten stel
lig zullen teruggaan naar den tijd van vroeger. Spreker
hoopt dat de leden van den Raad in aangename herinnering van
den heer van den Breemer mogen blijven. Het spijt Spreker
zeer dat hij den heer van den Breemer niet meer in den Raad
zal terugzien, daar zijn adviezen, voornamelijk op grondge
bied, altijd werden gewaardeerd. Deze adviezen zal men thans
moeten missen, doch er is een tijd van gaan, welke thans voor
den heer van den Breemer is aangebroken. Spreker dankt den
heer van den Breemer nogmaals voor al datgene wat hij gedu
rende 40 jaren voor de gemeente heeft gedaan, en biedt hem
namens den Raad een electrische hangklok aan.
De heer van den Breemer wil in de allereerste plaats
die menschen bedanken, die hem steeds gesteund hebben, daar
men zelf zonder hulp van anderen niet in den Raad kan komen.
Spreker, die geen woorden kan vinden om veel te zeggen,
spreekt verder woorden van dank aan hen, die hem steeds ge
holpen hebben en met wie hij heeft mogen samenwerken. Spre
ker