28 Januari 28.
«A heeft ze geaccepteerd, met de medeieeling tfat Ged.Staten ze
toch niet zouden goedkeuren. Als de behandeling zoo doorgaat,
dan wil Spreker liever niet aan de discussies deelnemen. Het is
zeer goed om te bezuinigen, maar men moet de zaak niet onderste
boven gooien. Spreker dringt erop aan, dat men nota neemt van de
voorstellen van B. en W.en verzoekt den Wethouder van Openbare
Y/erken de desbetreffende posten te verdedigen. De Raad heeft daar
recht op. Spreker dringt dus aan op een serieuze behandeling.
De Voorzitter zegt dat hij de zaak in de vorige vergadering
niet heeft laten loopen. Toen de verschillende bezuinigingsvoor
stellen naar voren werden gebracht en met geen enkele realiteit
meer rekening werd gehouden en de raad zich niet tegen die voor
stellen verzette, bestond er voor Spreker ook geen redenen meer
om zich te verzetten. Alleen heeft hij toen nog gezegd dat de
begrooting, aldus gewijzigd, niet de goekeuring van Ged.Staten zou
verwerven. Door aanneming van die bezuinigingsvoorstellen wordt
de dienst zeer zeker ontwricht.
De heer Grootewal verzoekt den heer Endendijk duidelijk te
zijn voorzoover betreft diens uitdrukking kwajongenswerk.
De heer Endendijk zegt dat hij daarmede den geheelen Raad
bedoelt. Spreker heeft wel 2 a maal gezegd: moet men zoo door
gaan.
De heer Gasille zegt dat hij in de vorige vergadering mede
gedeeld heeft dat hij zich niet kon vereenigen met de cijfers in
den aanbiedingsbrief en in den daarbij behoorenden overzicht^taat.
Spreker wil hierop nog terugkomen, daar hij deze zaak secuur be
handeld wil zien, en van meening is dat er een belangrijk ver
schil is, hetgeen de gemeente ten goeds kan komen. Spreker laat
gaarne het tijdstip dezer bespreking aan den Voorzitter over.
De Voorzitter zegt dat den heer Gasille gelegenheid zal wor
den gegeven tot die bespreking.
Volgno.356.Kosten keuringsdienst
De heer van den Berg zegt zich niet te kunnen vereenigen
met de schrapping 3&ïheen bedrag van 400,= als vergoeding we
gens gebruik van een«vervoermiddel voor den hulpkeurmeester.
B. en V/. zeggen dat zij hiertoe zijn gekomen, omdat door de in
deeling van de gemeente in 3 districten voor het keuren van huis-*
slachtingen, het gebruik van een snelvervoermiddel niet meer noo-
dig is. Spreker zegt dat omtrent deze aangelegenheid niet het
advies is gevraagd van het hoofd van den Keuringsdienst.Onge
vraagd heeft dit hoofd echter een advies uitgebraoht, volgens
hetwelk een snelvervoermiddel noodig wordt geacht. Spreker be
grijpt niet dat B. en W. hun voorstel aandurven. Met een ver
laging van de posten instrumenten, laboratoriumbenoodigdheden
enz. kan Spreker zich wel vereenigen, doch hij verzoekt wederom
een bedrag van 400,= voor een snelvervoermiddel van den hulp
keurmeester uit te trekken.
De heer Nooder is het hiermede volkomen eens. Waarom is het
advies niet ingewonnen van het hoofd van den Dienst? Wanneer de
hulpkeurmeester geen gebruik maakt van een snelvervoermiddelkan
de dienst naar Sprekers inzicht niet goed uitgevoerd worden.Hier
bij komt nog dat de hulpkeurmeester het vorig jaar een auto heeft
gekocht, waardoor hij nog financieele verplichtingen heeft. Van
neer hij nu de auto moest verkoopen, zou hij verlies moeten lij
den. De man zit dus nog in zorgen. Spreker steunt het voorstel n