16 December 1955 500.
5
gadering gehouden, en volgens het verslag dier vergadering in
de courant heeft die vereeniging een goed beginsel. In die ver
gadering is gezegd dat iedereen zal begrijpen, dat het met de
gemeentezaken anders moet gaan dan tot dusver. Spreker meent
dat deze vereeniging het algemeen belang wel zal dienen, want
mede door haar hulp is het tot nu toe gevolgde systeem verdwe
nen. Verwacht mag worden dat het namens die vereeniging zit
ting genomen lid met een en ander rekening zal houden. Spreker
zegt vervolgens dat de R.K.Staatspartij als 't ware een broer
tje dood heeft aan de K.D.P. Spreker heeft een verslag gelezen
van een vergadering der R.K.Staatspartij in den verkiezingstijd,
waaruit valt af te leiden dat het met die partij niet zoo goed
meer gaat. De Voorzitter der vergadering, de heer Hom, deelde
mede dat de heer Suring verhinderd was een spreekbeurt te ver
vullen en dat diens plaats zou worden ingenomen door den heer
Lucassen. De heer van Klooster, die de voorman in de partij
was, was niet aanwezig en had bericht van verhindering gezon
den. De heer lucassen betoogde in die vergadering dat de K.D.P.
reeds was gevlucht en dat de Staatspartij haar werk doet. Er
werd in die vergadering gedebatteerd, maar uit het verslag
blijkt niet waarover. De heer Lucassen legde echter wel het
feit vast dat er herrie in de Staatspartij was. Er werd gezegd
dat de K.D.P. aan een zachten dood zou sterven, omdat Prof.
Veraart uit de K.D.P. was getreden. Dat Prof. Veraart uit de
partij gegaan is, is zooals Spreker mededeelt, geen bewijs dat
het met de partij niet goed gaat. Prof.Veraart had een zetel
verwacht en hij wist niet dat Keulen en Aken niet op één dag
gebouwd konden worden. Prof.Veraart is eigenlijk vertrokken,
omdat zijn persoonlijke idealen niet geheel verwezenlijkt wer
den. Spreker zegt dat de R.K.Staatspartij de K.D.P. met angst
tegemoet ziet. In Soest weet men heel goed wat er aan de orde
is, en Spreker zegt dat de R.K.Staatspartij wel goed mag letten
op het gezegde "als de vos de passie preekt, boer, pas op je
ganzen".Spreker zal hierover thans niets meer zeggen, daar hij
dit nog wel eens zal doen op een andere plaats. Een merkwaar-'
dig feit wil Spreker nog constateerenen wel het navolgende.
In de laatste vergadering van den Raad werd het uitbreidings
plan vastgesteld. Wanneer dit niet gebeurd was, zouden Gedepu
teerde Staten ingegrepen hebben. Men heeft nu in die vergade
ring gemerkt dat de vroegere Wethouder van Klooster en eenige
andere leden tegen bedoelde vaststelling hebben gestemd. Spre
ker vindt dit wel eigenaardig van den vroeger en 'wethouder. Het
Grondbedrijf, waaraan de heer van Klooster ook heeft medege
werkt, is nu verdwenen, en daarvan heeft de heer van Klooster
ook niets gezegd. Spreker heeft niet alleen in de afdeelingsver-
gadering, maar ook in de vorige raadsvergadering gezegd, dat
de vroegere Wethouders de verantwoordelijkheid hunner handelin
gen moeten dragen, van welk gezegde nota is genomen door iemand,
die een ingezonden stuk in "de Soester" heeft geplaatst met de
onderteekening "Erasmus". In dit stuk wordt gezegd, dat zich
destijds een Wethouder vervoegde bij het toenmalig Hoofd van
Publieke V/erken om inzage van zekere, op dit bedrijf betrekking
hebbende bescheiden. Deze inzage werd door den heer van Kloos
ter, die toen Directeur van Publieke Werken was, geweigerd.
Haar men Spreker heeft medegedeeld, zou deze Wethouder den heer
de Koning geweest zijn. De heer de Koning was een bekwaam per
soon, hetgeen Spreker o.a. gebleken is uit diens artikelen in
het