16 December 1935 >15-
De heer Thijssen zegt dat de benaming Maatschappelijk
Hulpbetoon of Burgerlijk Armbestuur geen verschil uitmaakt,
daar de instelling toch een instelling is in den zin der Armen
wet. In de 1e afdeeling was men van oordeel, dat een reorgani
satie noodig is. Spreker zegt voorts dat bij de begrooting een
memorie van toelichting ontbrak, en dringt er op aan dat een
dergelijke toelichting in den vervolge aanwezig is. Spreker ver
klaart zich voorts tegen uitzending van werkloozen naar het
kamp bij Dedemsvaart, waarop Spreker terug zal komen bij den
desbetreffenden begrootingspost
Wethouder Gasille zegt ook dat er geen verschil is tusschen
de benaming van Maatschappelijk Hulpbetoon en Armenzorg. Hen
reorganisatie komt Spreker echter zeer noodig voor, doch men
moet deze niet overijld doen. Hr is dus wel een plan om eenige
veranderingen aan te brengen. Maatschappelijk Hulpbetoon heeft
soms veel gedaan wat eigenlijk niet mag. Wanneer iemand in de
Steunregeling is opgenomen, valt hij buiten Maatschappelijk
Hulpbetoon, en het gaat niet aan om tegen de voorschriften in
van den Minister steun te verleenen. Gedeputeerde Staten hebben
nu gevraagd of het uitgetrokken subsidiebedrag toereikend zal
zijn, daar zij dit bedrag hebben vergeleken met de cijfers van
1934 e*1 1933. Bedoeld College heeft alleen maar inlichtingen
gevraagd. Spreker heeft in de 1e afdeeling geadviseerd niet te
korten op het subsidie-bedrag, daar het later niet mogelijk zal
zijn het subsidie-bedrag te verhoogen. Spreker hoopt dat een
bedrag van 53*000,= voldoende zal zijn; verhooging van de
posten Werkverschaffing en Steunverleening is ook niet meer mo
gelijk. De verschillende uitgaven der gemeente zijn hoog, waar
bij nu nog komt dat men vrijgevig is geweest ten aanzien van
de salarissen van het personeel, zoodat op andere dingen be
knibbeld zal moeten worden.
De heer van den Berg zegt dat men de betrokkenen niet mag
onthouden wat ze het meest noodig hebben. Maatschappelijk Hulp
betoon verwijst de menschen zooveel mogelijk naar de werkver
schaffing en Steunverleening, maar er zijn altijd nog tusschen-
gevallen, waarin Maatschappelijk Hulpbetoon moet helpen.
De heer Dooder wijst er op dat volgens de bestaande rege
ling de valide arbeiders uit het particulier bedrijf, die ten
gevolge van werkloosheid naar de werkverschaffing of steunrege
ling overgaan, op proef worden gesteld. De menschen moeten
veel te lang wachten totdat ze onder de steunregeling vallen.
Het systeem deugt hier niet. In de uitkeeringen van Maatschap
pelijk Hulpbetoon wordt geen rijkssubsidie verleend. Hen radi
cale verandering acht Spreker noodig.
De heer van Breukelen merkt op dat de Burgemeester er in
de 2e afdeeling met klem op aan heeft gedrongen dat de subsidie
aan Maatschappelijk Hulpbetoon met 10 werd verminderd. De le
den dier afdeeling konden zich daarmede wel vereenigen onder
één voorwaarde, n.1. dat de valide arbeiders niet meer in aan
merking zouden komen voor steun van Maatschappelijk Hulpbetoon,
doch dat zij na een korten wachttijd onder de Steunregeling
zouden vallen. Het bevreemdt Spreker dat nu weer het oorspron
kelijk subsidie-bedrag voorgesteld wordt. Spreker dringt er
dus op aan, dat de valide arbeiders niet meer ondersteund wor
den door Maatschappelijk Hulpbetoon en dat de normen van de
steunregeling worden herzien.
De heer Endendijk vestigt er nog de aandacht op dat de
normen