30 December 1935 341 oogen te zien. De Financieels Commissie zal een objectief on derzoek instellen. De cijfers kannen zoomaar niet geaccepteerd worden, en het strijdt met het gevoel der leden om die cijfers thans te aanvaarden. Spreker wijst er vervolgens op, dat de Raad plotseling maar voor belangrijke besluiten wordt gezet, hetgeen niet juist geacht moet worden. Zoo heeft de Raad op 11 Nov. j.1. de begrooting 1935 vastgesteld om n.en W. te helpen. Op 20 Nov.j.1. moet het uitbreidingsplan vastgesteld worden, omdat anders de wettelijke termijn zou verstrijken en Gedepu teerde Staten een plan zouden vaststellen, hu staat de Raad weer voor het feit om de rekening voorloopig vast 1b stellen. Spreker zegt voorts dat wel wordt beweerd van de zijde van B.en W. dat, wanneer de rekening nu niet voorloopig wordt vast gesteld, er uit administratief oogpunt bezwaren zullen komen te ontstaan, doch Spreker is het daarmede niet eens. In het Ko ninklijk besluit van 18 April 1935, Staatsblad 192, ter uit voering van de Wet op de Financieele Verhouding tusschen het Rijk en de Gemeenten staat vermeld wat de gemeentebesturen moe ten doen voor het verkrijgen eener uitkeering van het Rijk. In art.22 van dit K.B. is bepaald, dat elk gemeentebestuur jaar lijks, voor of op 31 December aan Gedeputeerde Staten moet zen den een opgaaf van bepaalde bedragen volgens de rekening over het voorafgaande kalenderjaarHier is dus geen sprake van een "voorloopig vastgestelde" of van een "vastgestelde" rekening, doch van "de" rekening. Automatisch wordt wel gezegd van vast gestelde rekening, doch dat is niet juist. De cijfers voor de financieele verhouding kunnen dus getrokken worden uit de re kening, zonder dat die voorloopig vastgesteld is. Nu wordt wel naar voren geschoven dat, als de rekening thans niet voorloopi vastgesteld wordt, men het risico buLopt, dat er voor de gemeen te nadeel kan ontstaan, doordat niet in beroep kan worden ge gaan tegen de beslissing inzstke de Rijksuitkeering. Spreker heeft deze zaken behandeld bij de autoriteiten ter griffie in Utrecht, en men heeft Spreker medegedeeld dat het niet-voor- loopig vaststellen der rekening niet zoo zwaar weegt als het niet-op tijd zenden der opgave voor de Financieele Verhouding. Er is voor de gemeente geen enkel nadeel te verwachten, als de rekening over 3 weken wordt behandeld. Drie leden der Rinan- cieele Gommis sie zijn reeds met het onderzoek bezig en zullen rapport uitbrengen. B.en W. kunnen daarop dan antwoorden, waar na de zaak in de .Financieele Commissie en daarna door den Raad kan worden behandeld. Spreker zegt nogmaals dat de door hem genoemde leden er vierkant tegen zijn om thans de rekening te behandelen. De Voorzitter is van oordeel dat men den Raad niet moet beschouwen als een debatingclub. Wanneer Thorbecke thans nog leefde, zou hij zeer zeker anders denken over verschillende wettelijke termijnen, welke onpractisch zijn in de gemeente administratie. Spreker zegt voorts dat alle uitgaven, welke zijn gedaan, gedekt zijn door de begrooting. De desbetreffende begrootingswijzigingen zijn door den Raad aanvaard en door Ge deputeerde Staten goedgekeurd, en bij het toestaan der credie- ten door den Raad zijn soms ampele besprekingen gevoerd. Men kan zich nu wel ten aanzien van verschillende uitgaven, waar toe door den vorigen Raad is besloten, op een ander standpunt stellen, doch een volgende Raad zal misschien weer een ander oordeel over den tegenwoordigen Raad uitspreken. Het komt er hier

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 684