30 December 1935 347.
toezicht in een verordening worden vastgelegd.
Met betrekking tot de verordening op den geneeskundigen
dienst, zegt de heer de Wies, dat hij zich niet kan vereenigen
met art.9, waarin is bepaald dat de vroedvrouw, die in het hu
welijk treedt, met ingang van den dag van haar huwelijk eervol
wordt ontslagen. Men is op den verkeerden weg om zelfs de vroed
vrouw op eenzelfde lijn te stellen met de gehuwde onderwijze
res. Een vroedvrouw, die gehuwd en moeder is, is allicht beter
op de hoogte met de hierbedoelde werkzaamheden als een ongehuw
de. Spreker wil dit artikel schrappen, teneinde aan de vroed
vrouw de vrijheid te geven tot het aangaan van een huwelijk,
zonder ontslagen te worden uit den gemeentedienst.
De heer Dooder wijst op de consequentie van art.9. De hu
wende vroedvrouw wordt ontslagen om alleen maagden te kunnen
aanstellen.
De Voorzitter merkt op, dat de vroedvrouw ambtenares is,
en dat in het Ambtenarenreglement is bepaald, dat ontslag aan
ambtenaressen bij huwelijk wordt verleend. Deze zelfde bepaling
wordt in de thans in behandeling zijnde verordening overgeno
men
De heer de Dies wil voor de vroedvrouw toch een uitzonde
ring toestaan, en doet het voorstel de huwende vroedvrouw niet
uit den gemeentedienst te ontslaan.
Dit voorstel, in^stemming gebracht, wordt verworpen met
8 tegen 7 stemmen. Vóór het voorstel stemden de heeren Stroband
van de Ven, de Dies, Hornsveld, van Breukelen, Thijssen en noo-
der
Met betrekking tot art.14 vraagt de heer Endendijk of er
vrije keuze is, zoowel ten aanzien van den geneesheer als van
de vroedvrouw.
De Voorzitter antwoordt hierop ontkennend. De gemeente-ge-
neesheeren en de vroedvrouw zijn ambtenaren, zulks overeenkom
stig den wensch van den Inspecteur der Volksgezondheid, zoodat
vrije keuze niet mogelijk is.
De heer Endendijk vraagt of het dan niet mogelijk is, dat
Maatschappelijk Hulpbetoon vrij wordt gelaten in de keuze van
een vroedvrouw voor het verleenen van hulp in daarvoor in aan
merking komende gevallen.
Wethouder Gasille zegt dat dit een financieel nadeel voor
de gemeente zou beteekenen, daar de vroedvrouw voor haar jaar
wedde 20 verlossingen kosteloos moet verrichten. Het opdragen
van verlossingen aan anderen zou dus extra betaald moeten wor
den.
De heer Thijssen stelt voor aan art.1 tusschen de woorden
"aan" en "twee" toe te voegen het woord "minstens". De gelegen
heid wordt alsdan opengesteld meerdere personen te benoemen,
zoonoodig door verdeeling van het salaris. Dan wordt ook ge
handeld in den geest van den heer Endendijk.
Wethouder Gasille is tegen deze wijziging. Er zijn nu
twee geneesheeren, en wanneer men het reglement wijzigt, zoo
als door den heer Thijssen wordt bedoeld, dan zouden ook de an
dere bepalingen gewijzigd moeten worden.
De verordening wordt hierna zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
Vervolgens wordt aan de orde gesteld de behandeling van
de verordening, regelende het geneeskundig toezicht op de scho
len in de gemeente.
De