30 December 1935 358.
sluit sub wordt aangehouden.
257. ElGEhLOIMED(1e afd. no.4238).
'Wethouder Gasille deelt hierna mede dat bij raadsbesluit
van 28 Dec. 1935» no.1057 werd besloten tot openbare verpach
ting van de aan den Lange Brinkweg gelegen perceelen weiland.
De tegenwoordige pachter A.van Doorn heeft verzocht deze lan
derijen voor dezelfde jaarlijksche huursom in onderhandsche
huur te mogen ontvangen, doen met van noorn kon geen overeen
stemming worden bereikt over de noodig geoordeelde nieuwe voor
waarde, dat de normale bemesting volgens plaatselijk gebruik
voor rekening van den huurder zou zijn. In verband hiermede
stellen B.en W. voor wederom tot openbare verhuring over te
gaan voor den tijd van 3 jaren. Zij vragen hiervoor machtiging
van den Raad.
Zonder hoofdelijke stemming wordt deze machtiging verleend.
258. BELASTENGELI
Vaststelling 2e suppletoir kohier straatbelasting 1935.
De heer Dooder merkt op dat het toch de bedoeling is
Straatbelasting te heffen van perceelen, welke gelegen zijn
aan verharde wegen. De meeste wegen, waarvoor nu belasting
moet worden betaald, zijn niet verhard, en zijn van een treu
rig wegdek voorzien. Vroeger waren enkele wegen niet verhard
en om daaraan te bouwen werd een ontheffing verleend onder ver
plichting tot storting in het Wegenfonds. Hier is men mede
doorgegaan, als gevolg waarvan groote bedragen zijn gestort
voor wegenaanleg. Spreker vraagt zich af welke consequenties
nu voor de gemeente zullen ontstaan als het kohier vastgesteld
wordt. Wanneer deze wegen nu als verharde wegen worden be
schouwd, dan zullen de gestorte gelden aan de belanghebbenden
teruggegeven moeten worden, aangezien dan ten onrechte onthef
fingen zijn verleend en stortingen hebben plaats gehad.
De Voorzitter zegt dat de hierbedoelde straten voor een
groot gedeelte zijn opgenomen geweest in het primitief-kohier
der Straatbelasting, doch als gevolg van de wijziging der ver
ordening moesten verschillende aanslagen opnieuw berekend wor
den, waardoor zij thans in het suppletoir kohier zijn opgeno
men. Bij de berekening van den aanslag in de straatbelasting
moest rekening gehouden worden met de verschillende stortingen
voor onderhoud in het Wegenfonds.
De heer uooder vindt het advies van den Directeur van Ge
meentewerken omtrent de aanwijzing der wegen, welke verhard
zouden zijn, verkeerd.
De heer de Dies vindt het wel een gek idee om deze belas
ting te heffen. Er zijn straten, die als zoodanig niet aange
merkt kunnen worden. Het onderhoud is slecht, terwijl de ver
lichting ook veel te wenschen overlaat.
De Voorzitter wijst er nog op dat deze belasting ook ge
heven kan worden voor wegen, die heelemaal niet verhard of ver
licht zijn, en dat de bewoners dan betalen voor andere straten,
die zij ook gebruiken, bpreker wil echter zoover niet gaan.
3e heer Dooder kan zich niet met een en ander vereenigen.
Volgens Spreker staat vast dat ontheffingen zijn verleend ten
behoeve van het bouwen aan niet-verharde wegen, waaraan de
verplichting tot een storting in het wegenfonds werd verbonden
ten behoeve van den aanleg en van het onderhoud van den weg.
De weg was dus niet verhard, terwijl nu ineens blijkt dat door
de heffing der straatbelasting de wegen wel verhard zijn. Ten
slotte