25 Januari 1955 4.
ts, hij die ©inkocht of hij die zioh liet omkoopen, laat ik het
liefst Imiten beoordeeling- Deze raededeeling werd gedaan aan een
der thans nog zitting hebbende raadsleden, zonder oplegging van
geheimhouding. De daarop gevolgde verkiezing met 7-7 stemmen
had tot resultaat dat bij loting de A.E.linksche candidaat, de
heer Lodeesen, gekozen werd» Het "gemeentebelang" had getrium^-
pheerd; de A.B-was eruit, en een nieuweling, die blijk gaf niet
de minste notie te hebben van gemeentebelangen, werd gekozen. De
motieven bij hen, die hieraan hebben medegewerkt waren bij allen
niet dezelfde; het was niet bij allen persoonlijke antipathie
b.v.bij de S.D.A.P.is het begrijpelijk, dat zij die speciaal de
arbeidersbelangen hebben te behartigen, bezweken zijn voor de
schoone gelegenheid om een wethouder te kunnen krijgen, die al
leen door de arbeiders was gekozen. De gekozen wethouder, die
persoonlijk zelfs volgens vroegere verklaringen zeer sympathiek
stond tegenover den aftredenden wethouder, is zonder twijfel be
zweken voor het begeerlijke met 1500,» betaalde eerebaantje.
Dit is nog verklaarbaar, maar dat daarvoor zijn beginsel en zijn
geheel zelfrespect ten offer gebracht moest worden, is niet te
verdedigen. Trouwens veel genot heeft het niet gebracht, mogelijk
alleen materieel. Ook de overige raadsleden hebben niet zoo bij
zonder genoten van de vrucht hunner handelingen. Het omgekochte
raadslid is maar stil "huis toe" gegaan en de overigen, met uit
zondering van den heer Gasille, hebben eerlijk en ronduit, niet
alleen in persoonlijke gesprekken, maar ook in^openbare verga
deringen meermalen hun spijt betuigd en hun fout erkend. Hierme
de staan zij dus weer vrij tegenover de kiezers, als die hun
fout vergeven willen. In elk geval eert hun dit, als zij blijk
geven in het vervolg genoeg zelfstandigheid te bezitten zonder
de wil van anderen te aanvaarden. Ook onze voorzitter, die aan
vankelijk nog wel bekoord was door de vernieuwing van zijn col
lege, was al spoedig bekeerd. Spreker meent recht te moeten la
ten wedervaren aan den heer Van Duren, die hoewel ook nieuwe
ling in de gemeentehuishouding, zich spoedig boven de moeilijk
heden had uitgeworsteld en dra het algemeen vertrouwen verwierf.
Met dat al zal niemend durven beweren, dat door dit alles de ge
meentebelangen zijn gediend, en van welken invloed dat alles is
geweest op den goeden gang van - en de afwikkeling der gemeente
belangen, kan niemand zeggen. Al 2ou Spreker dit alles niet in
direct verband willen brengen met deze begrooting, het zou mis
schien niet moeilijk zijn op enkele symptor.en te wijzen.Spreker
meent dat het goed is in het kort de aandacht op een en ander te
vestigen. De moeilijkheden bij deze begrooting zijn voor een
©vergroot deel te danken aan de tijdsomstandigheden en de maat
regelen, die van overheidswege daarin zijn genomen. In de eerste
plaats meent Spreker dat een woord van wnardeering mag uitgespro
ken worden aan het college voor de omvangrijke werkzaamheden voor
de samenstelling van deze begrooting, waarvoor zij uiteindelijk
verantwoordelijk is, maar voor de ambtenaren, die den teehnischen
daadwerkelijken arbeid hebben moeten verrichten, is een eervolle
vermelding toch ook zeker op haar plaats. Erkend mag ook worden,
dat het college zeer veel aandacht heeft geschonken en een zeef
welwillend standpunt heeft ingenomen ten opzichte van de afdee-
lingsverslagen, en zoo dikwijls de daarin gedane voorstellen
heeft overgenomen ter bereiking van bezuiniging van 1, 2 of 5