20 April 1936 53
verplaatsing van het kampeerterrein.
De heer Nooder heeft geconstateerd dat men het natuurreservaat wil ont
doen van een tentenkamp, doch men dient ook rekening te houden met de te-
langen en wenschen van de menschen, die in de omgeving woonachtig zijn.
Een kampeerterrein geeft toch immers altijd last en lawaai voor de omwonen
den. Spreker vraagt of het niet mogelijk is een andere plaats aan te wijzen
en wel aan het rijwielpad naast het Natuurbad. De inwoners hebben dan geen
last van het kampeeren, terwijl het toezicht op het terrein dan ook beter
uitgeoefend kan worden. Spreker geeft B.en W, in overweging het voorstel
terug te nemen.
De heer Thijssen kan zich gedeeltelijk aansluiten bij het gezegde van
den heer Nooder. Spreker zou echter op dit moment het kampeerterrein op de
thans daarvoor bestemde plaats willen bestendigen en in September a.s. een
definitieve beslissing omtrent de verplaatsing willen nemen, Men kan de zaak
dan eens kalm bekijken. Spreker acht het thans niet het juiste oogenblilc
om tot verplaatsing over te gaan.
Wethouder de Bruijn zet uiteen dat de voorgestelde plaats bij uitstek
geschikt is als kampeerterrein, en gelegen is aan het fietspad hij het na
tuurbad. Het natuurschoon zal aldaar niet werden geschonden, terwijl er
geen omwonenden zijn, die last zullen ondervinden van het terrein. Boven
dien ligt langs het fietspad een hoofdbuis der waterleiding, hetgeen van
groot belang is voor de watervoorziening op het terrein. Aan het bezwaar
van den heer Hilhorst ware wel tegemoet te komen, doch Spreker zou het ei
genlijk zonde vinden, indien het terrein op de thans bestemde plaats bleef
gehandhaafd. Het nieuwe terrein is begrensd door de spoorlijn en het rij
wielpad, zoodat een afrastering niet noodig is. Het terrein is van alle kan
ten te bereiken, en niemand heeft er last van.
De heer Nooder vraagt of het terrein dus zal komen naast de omgeploeg
de brandstrook, waarop Wethouder de Bruijn bevestigend antwoord geeft.
De heer de Nies zegt dat het thans bestaande terrein niet zijn sympa
thie heeft als kampeerterrein, aangezien die plaats daarvoor te mooi is.
De heer van de Ven vraagt of de loozing van het afvoerwater van het
Natuurbad niet hinderlijk zal zijn voor het kampeerterrein.
Wethouder de Bruijn zegt dat het kampeerterrein daar ter plaatse niet
zal komen,
Wethouder Gasille licht nog toe dat alle9n op eenigen afstand van de
aanwezig zijnde boerderij een waschgelegenheid zal komen. De tenten zullen
verder geplaatst worden. De waschgelegenheid kan echter nog wel tot 200 Èt
300 Meter verplaatst worden.
De heer Hilhorst dringt er op aan hiervoor vooral zorg te dragen.
De heer van de Ven vraagt ten slotte nog of de bij het tegenwoordige
kampeerterrein aanwezig zijnde betonnen put niet naar het nieuwe terrein
kan worden overgebracht, zulks ter besparing van kosten.
De Voorzitter zegt dat de kosten van verplaatsing hooger zullen zijn
dan die van het aanbrengen van een nieuwen put.
Het voorstel van B.en W. wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aan
genomen en het desbetreffend besluit tot begrootingswijziging vastgesteld.
PERSONEEL. (4e Afd. No.2430/4242
Vaststelling van een verordening, als bedoeld in art.223» 3e lü der
Gemeentewet (gemeentepolitie) en wijziging van het raadsbesluit van 17 Dec.
1935, 4e afd.no,4242.
Bij schrijven dd. 3 April 1936, no.2430/4242bieden B.en W, ter vast
stelling aan een verordening, regelende de rangen, het aantal," de samenstel
ling, de eischen van benoembaarheid en de bezoldiging der gemeentepolitie.
Voorts stellen zij voor over te gaan tot intrekking van het raadsbesluit van
17 December 1935» 4e afd.no.4242 tot toepassing met ingang van 1 Januari
19 36