4 Juni 1936 77. zeer kapitaalkrachtig en leent nog steeds gelden uit. De Raad moet zich jammer genoeg neerleggen hij de zienswijze van den Minister, die de tijdelijke korting omgezet wil zien in een vaste korting. Hieraan kan men niet ontkomen, doch men moet niet veranderen van zienswijze omtrent de salarisregeling van 17 Dec. 1935. Toen is door den Raad een besluit genomen en dat dient gehandhaafd te wor den; alleen moet het woord "tijdelijke" staande vodr het woord "korting" er uit gelicht worden. De Voorzitter is het er volkomen mee eens, dat de ambtenaren goed betaald moeten worden, doch in het tractement moet geen bedrag opgenomen worden voor een bepaald aantal kinderen. De betrekking moet ongeacht de gezinssterkte be taald worden. De heer Nooder, die constateert dat B.en weer veranderingen willen aanbrengen in de grondslagen der bestaande salarisverordening, waaromtrent op 17 Dec.1935 ook is beraadslaagd, vindt het toch een geluk, dat er nog bonden bestaan, die de belangen bepleiten van het personeel. Wanneer de bonden er niet waren, zouden de betrokkenen overgeleverd zijn aan B.en W. en aan den Raad, die dan niet door de bonden waren geinspireerd. Dank zij de bonden, wor- -den deze zaken nu behoorlijk in bespreking gebracht. Naar Sprekers inzicht is er geen buitengewone noodzakelijkheid om de wedden verder te verlagen. De Voorzitter wil nog even opmerken, dat de salarissen op 17 Dec,1935 gelijkgeschakeld werden aan die van het Rijk, doch dat de normen nog met f.100,werden verhoogd voor 2 kinderen. B.en W. willen die f.100,nu laten vervallen en den kindertoeslag doen ingaan bij het eerste kind, dus ook hierbij gelijkschakeling aan het Rijk, waarbij de kindertoeslag vanaf het eerste kind wordt toegekend. Wethouder Gasille zegt dat het hem spijt, dat men geen genoegen wil nemen met het voorstel van B.en W. De ambtenaren hebben een goed salaris, en men moet de salarissen niet onnoodig opvoeren. De belastingen in deze gemeente zijn ten top opgedreven, en men moet er toch rekening mede houden, dat er be halve de ambtenaren ook de burgerij is, die belasting moet betalen. Veel men- schen zijn niet meer in staat de belasting op te brengen. De gemeente heeft een tekort en moest reeds bij het Rijk aankloppen om geld. De verdiensten in het particuliere bedrijf zijn verminderd, en daar moet ook rekening mee gehou den worden. Elke bezuiniging dient aangegrepen te worden, daar men de belangen der belastingbetalers niet uit het oog moet verliezen. Spreker zou het onver antwoordelijk van den Raad vinden, indien het voorstel van B.en W, van de hand werd gewezen. De heer Stroband vraagt of B.en W, een berekening opgemaakt hebben om trent de meerdere kosten bij aanneming van het advies van het Georganiseerd Overleg. Naar Sprekers inzicht zullen deze kosten van geringen aard zijn. De Voorzitter, die zegt dat een dergelijke berekening niet is opgemaakt, brengt hierna in stemming het voorstel van B.en W, tot vaststelling eener nieu we salarisregeling. Dit voorstel wordt met 11 tegen 3 stemmen, die van de hee- ren Hornsveld, de Bruijn en Gasille, verworpen, waarna het voorstel van de Com missie van Georganiseerd Overleg om de thans geldende salarisnormen te handha ven en om de tijdelijke korting van 5 vanaf 1 Januari 1936 om te zetten in een vaste verlaging van 5 zonder hoofdelijke stemming wordt aanvaard. Hierna wordt gestemd omtrent de vaststelling van het maximum-salaris van den hoofdcommies op f,3900,Hieromtrent staken de stemmen met 7-7« Vodr vaststelling op f.3900,stemden de heeren Zijlstra, Stroband, van de Ven, Hornsveld, de Bruijn, Gasille en Hilhorst, en tegen de heeren van Breukelen, Nooder, de Nies, Thijssen, Hom en Endendijk, zoodat hierover in een volgende vergadering opnieuw moet worden gestemd. De Voorzitter wil hierna in stemming brengen het voorstel van het Georga niseerd Overleg om het aanvangssalaris van den rang van adjunct-commies terug te

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1936 | | pagina 154