I
4 Juni 1936 86.
van het "bepaalde in art.14 lid I sub a der Bouwverordening voor een aanbouw
aan zijn winkel op perceel sectie H.no.3928, en als gevolg daarvan eveneens
op het verzoek om bouwvergunning, aangezien blijkens de overgelegde teekening
niet van grens tot grens zou worden gebouwd, en voorts het bestaande pand
reeds de rooilijn overschrijdt, zoodat dus niet wordt voldaan aan "gesloten
bouw", B.en W. stellen voor het onderhavige verzoek om ontheffing en bouwver
gunning niet in beroep in te willigen, en derhalve de beslissingen van hun
College te bevestigen.
Be heer van Breukelen merkt op dat het vorig College van B.en W. geen be
zwaar had de ontheffing te verleenen. Het tegenwoordig College maakt daarente
gen wel bezwaar, ondanks het gunstig rapport van den Birecteur van Gemeente
werken, Spreker, die er voorts op wijst, dat het aan te bouwen gedeelte niet
door de rooilijn zal komen te staan, bepleit inwilliging van het verzoek van den
heer Visser.
Be heer Stroband verzoekt eveneens deze aanvrage niet af te wijzen.
Be Voorzitter zegt dat B.en van oordeel zijn, dat onder gesloten bebou
wing moet worden verstaan het bouwen van grens tot grens.
Be heer van Breukelen merkt op dat door den heer Vonk aan de Burgemeester
Grothestraat ook niet van grens tot grens gebouwd is.
Be heer de Nies bepleit ook inwilliging van het verzoek van den heer Vis
ser.
Wethouder de Bruijn meait dat het hier eenzelfde geval als dat van den
heer Roest is, wiens aanvrage niet ingewilligd kan worden. Bovendien voldoet
het plan van den heer Visser niet aan de eischen, bij de bouwverordening ge
steld.
Be heer van den Berg meent eveneens dat van grens tot grens gebouwd moet
worden,
Be Voorzitter wijst er op dat wanneer de Raad ontheffing verleent, zulks
zal moeten geschieden onder dezelfde bepalingen, als vermeld in het oorspron
kelijke besluit van Burgemeester en 'Wethouders dd, 9 Juli 1935. Spreker zal
dan echter nagaan of het raadsbesluit al dan niet in strijd is met de Woning
wet of het Uitbreidingsplan. In een bevestigend geval zou hij genoodzaakt zijn
moeten hiervan mededeeling ta^doen aan de autoriteiten binnen den bij de Wet voorge
schreven termijn.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierna in stemming ge
bracht en verworpen met 9 tegen 5 stemmen. Vo<5r het voorstel stemden de hee-
ren van den Berg, Hornsveld, de Bruijn, Gasille en Hom. Als gevolg van deze
stemming constateert de Voorzitter dat dus aan Visser de gevraagde ontheffing en
bouwvergunning zijn verleend, en wel onder de voorwaarden, vermeld in het vroe
gere ontheffingsbesluit van Burgemeester en "Wethouders dd, 9 Juli 1935» no.20.
105. BEPLANTINGEN, (le afd. no.439l).
Adres van de afdeeling Soest van de Vereeniging tot Bevordering der Bijen
teelt in Nederland, verzoekende aanplanting van honinggevende boom- en struik
gewassen, met voorstel van Burgemeester en Wethouders,
Bij schrijven dd. 22 April 1936, no.4391 stellen B.en W. voor hun College
te machtigen aan de adresseerende afdeeling mede te deelen dat de door genoem
de afdeeling bedoelde boomen en struiken in denafgeloopen winter in ruime mate
zijn aangeplant, en dat ook in de toekomst zooveel mogelijk met hare wenschen
rekening zal worden gehouden.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel
van Burgemeester en Wethouders aangenomen,
106. EIGENDOMMEN(le afd.nos.43774056, 4308, 4331 en 1414).
Vaststelling van besluiten inzake gemeente-eigendommen, t.w.s
a, tot verhuur van grond aan "de Openluchtzending". (no,4377)
b. tot wijziging van het besluit dd. 20 April 1936, no.4056, betreffende onder-
handsche