29 Juni 1936 109. ven aan te vangen, zou derhalve voor het jaar 1936 een crediet van circa f.1000benoodigd zijn. Op grond van den inhoud van de rapporten van de beide gemeente-genees- heeren meenen B.en W. den Raad evenwel de verstrekking van melk aan schoolgaande kinderen, welke verstrekking door deze geneeskundigen niet gewenscht wordt geacht, te moeten ontraden en geven zij den Raad derhalve in overweging daartoe niet over te gaan. De heer Nooder zegt dat, nadat de Commissie zoo enthousiast een voorstel had gedaan, waarin bare zienswijze breedvoerig naar voren is ge komen, eenige dagen geleden het advies verscheen van den gemeente-genees heer. Aangezien dit advies eenige entstemming bij Spreker maakte, heeft hij zich in verbinding geste].d met Dr.Heijermans, Directeur van den Ge meentelijken geneeskundigen dienst te Amsterdam, die zoo welwillend was zijn meening naar voren te brengen. Uit het antwoord van Dr.Heijermans is Spreker gebleken, dat dit gedeeltelijk overeenkomt met het rapport van den gemeente-geneesheer. Verstrekking van voeding aan kinderen van arme ouders is zeer wenschelijk, en Dr.Heijermans meent ook dat verstrekking van melk zeer doelmatig is. Spreker houdt vast aan het oordeel van Dr. Heijermans, hetwelk hij voorleest. Voorts zegt Spreker dat verstrekking van schoolvoeding, welke thans niet aan de orde is, het meest urgent is, doch Spreker zal daaromtrent tegen den winter met een voorstel komen. De heer Endendijk, die kennisgenomen heeft van de meening van Dr. Hei jermans, zegt dat diens beschouwing in hoofdzaak niet- afwijkt van de rapporten der gemeente-geneesheeren. Spreker zcu het wel wenschelijk vin den, dat de Commissie deze zaak nog eens bestudeerde aan de hand van het schrijven van Dr.Heijermans, en verzoekt daartoe te besluiten. De heer Hilhorst, die er de aandacht op vestigt dat de Commissie de ze zaak nauwkeurig heeft bekeken, en er op wijst dat de gemeente-genees heer wel melk wil verstrekken als bijvoeding, drukt er zijn spijt over uit, dat B.en niet met het rapport der Commissie meegaan. Spreker meent dat men over deze zaak maar niet mag heenstappen. Daarvoor is zij te belangrijk. De Voorzitter heeft geen bezwaar om dit punt van de agenda voor na der onderzoek naar de Commissie terug te verwijzen. Spreker wil er echter op wijzen, dat het een groote vraag is of het benoodigde crediet, dat niet gering is, wel goedgekeurd zal worden. Alleen zeer noodzakelijke uit gaven zullen door Gedeputeerde Staten en den Minister toegestaan worden, zulks in verband met de extra-subsidie, welke door de gemeente uit het Werkloosheidssubsidiefonds is aangevraagd. Spreker meent dat een uitgave voor melkvoeding niet noodzakelijk, doch alleen wenschelijk is. De heer Hilhorst meent dat de uitgave wel noodzakelijk is, gelet op de ingekomen adviezen. De Voorzitter is van oordeel dat melk slechts bijvoeding is. Als noodzakelijke voeding beschouwt Spreker vet, aardappelen, rijst, enz. Melk is alleen goed als bijvoeding voor de door Spreker genoemde noodzake lijke voeding. De heer Thijssen wijst er op dat op 24 Maart j.1. de eerste conferen tie omtrent deze aangelegenheid heeft plaats gehad en dat het voorstel eerst nu in behandeling komt. Spreker had verwacht dat B.en W. zich wel met een schrijven hadden gericht tot den Minister van Onderwijs, verzoe kende in aanmerking te mogen komen voor een bijdrage van het Rijk. B.en hadden een anderen weg moeten bewandelen^ zij hebben thans de paarden achter den wagen gespannen. Melkvoeding acht Spreker noodzakelijk, even als de T.B.C.bestrijding, waarvoor de Raad daarstraks f.2000,heeft toe gestaan. De ondervoeding moet tegengegaan worden. Het was de bedoeling dat

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1936 | | pagina 218