29 juni 1936 111.
dit werk, hetwelk als werkverschaffingsobjeot is uitgevoerd, zoo is opge
treden. Wanneer de Raad omtrent de uitvoering van eenig werk een beslis
sing heeft genomen, moet hij kunnen vertrouwen, dat de gegevens, welke
verstrekt zijn, vaststaan. Spreker vraagt zich nu af waar de zaak niet in
orde is; bij Gemeentewerken of bij de administratie? Men weet toch de kos
ten van materialen, arbeidsloonen, enz., zoodat geen overschrijding be
hoeft plaats te hebben. Ru moet weer geld beschikbaar gesteld worden voor
de overschrijding van het toegestaan crediet voor een werkverschaffings
object, en wel tengevolge van een veranderde werkwijze. Spreker moet zijn
ernstige afkeuring uitspreken over de manier, waarop het thans sreer gaat
bij Gemeentewerken, en hij vreest, dat men weer zal afzakken tot datgene,
waartegen de Raad zich zooveel malen heeft verzet.
De heer Stroband zegt dut de heer Rooder ad grootendeels datgene
naar voren heeft gebracht, wat Spreker op het hart ligt. Er is een nieuwe
Directeur benoemd om een einde te maken aan de wantoestanden bij Gemeente
werken, en aan de overschrijdingen, welke vroeger veelvuldig voorkwamen.
Overschrijdingen zouden bij aanwezigheid van een nieuwen Directeur niet
meer voorkomen, doch nu heeft men alweer een zeer belangrijke overschrij
ding. Het heeft Spreker voorts getroffen dat door B.en W. afgeweken is
van het oorspronkelijk plan van het bezinkingsreservoir. Spreker maakt
zich bevreesd, dat de kracht, die thans aan het hoofd van Gemeentewerken
staat, niet meer op zijn stuk blijft staan. Raar Sprekers meening is men
thans weer op het hellend vlak. De Directeur, die de technische man is,
moet zich vasthouden aan zijn voorstellen.
De heer Hilhorst merkt op dat de begrooting voor het Ratuurbad des
tijds met l/j werd overschreden, en dat ook nu weer sprake is van een be
langrijke overschrijding. Spreker, die hierover ten zeerste zijn afkeu
ring moet uitspreken, begrijpt niet dat de Directeur zoo maar het idee
van B.en W, om een andere werkwijze toe te passen, aanvaardde. Men had
veel verv/achtingen van den Directeur, doch men wordt in hem zeer teleurge
steld, Spreker, die niet kan begrijpen dat een Directeur van zijn eigen
voorstel kan afwijken, meent dat men den Directeur wel kan beschouwen als
een knechtje van B.en W. Aan dezen Directeur heeft men naar Sprekers mee
ning een niet.
De heer van de Ven, die deze overschrijding- ook ten zeerste betreurt,
meent dat de aansprakelijkheid van een en ander vastgesteld moet worden,
waarvoor een onderzoek noodig is.
De heer Thijssen zegt dat het hem bekend is, dat het bezinkingsreser
voir is ingevallen. Zulks zou veroorzaakt zijn door spelende kinderen. Spreker
zou hier achter wel een vraagteeken moeten zetten. Spreker heeft van een
deskundige vernomen, dat de uitvoering van het werk wel aan te nemen was
voor een bedrag van f,2000,en dat dan nog een zoet winstje overbleef.
Het wefk zal nu f.5000,kosten, hetgeen dus veel te hoog is. Ra lezing
van het rapport van den Directeur van Gemeentewerken, vraagt Spreker zich
af: hebben we een Directeur of niet. Uit de stukken is n.1. gebleken, dat
er een kwestie is ontstaan tusschen den deskundigen Directeur en de niet-
deskundigen, n.1. de Wethouders. De deskundige wilde de zoden plakken, en
de niet-deskundigen wilden de zoden stapelen. De overschrijding zou nu
veroorzaakt zijn door het stapelen der zoden. Spreker vraagt voorts of er
wel voldoende voor gezorgd is, dat het talud niet te steil gemaakt is.
Spreker is tegen het voteeren van meerdere gelden, en wil het werk niet
verder doen uitvoeren zoolang het reorganisatierapport van Gemeentewerken
niet verschenen is. Spreker zegt voorts dat de heer Hilhorst een en ander
naar voren heeft gebracht wat wel van belang is.
De heer Zijlstra zegt dat het hem onlangs bij een bezoek aan het
werk