29 Juni 1936117.
De heer Nooder zegt dat de toestand thans zeer precair is. Spreker,
die voorts zegt dat het niet geeft om te blijven zwammen, vraagt B.en W,
vriendelijk een groot gebaar te toonen door de steunbedragen te brengen
op de oude normen, hetgeen noodzakelijk is. Het zal B.en voldoende be
kend zijn dat de Raad dien weg uit wil. Over de verdere punten kan dan
later wel eens gesproken worden.
De Voorzitter wil er nog de aandacht op vestigen dat geen sprake is
van een normverlaging. De normen zijn ongewijzigd gebleven, doch in som
mige gevallen is in verband met persoonlijke omstandigheden het steunbe
drag met f.0,50 verlaagd. Spreker zegt dat de ernstige woorden, welke
thans uitgesproken zijn, ongetwijfeld bij B.en W. weerklank zullen vinden.
Wethouder Gasille betoogt dat de Raad niet het "orgaan" is, zoodat
de Raad met de regeling niets heeft te maken. Volgens de Ministerieele
'voorschriften is het College van B.en Vhet orgaan» De voorschriften
zijn sinds 1953 gewijzigd. Voorts wijst Spreker er op, dat hier geen spra
ke is van steunverlaging. Spreker heeft dit reeds uitgelegd in de verga
dering van de Commissie wferkverschaffing en Steunverleening. Toen Spreker
Wethouder werd, waren deze zaken niet goed geregeld. Er werden menschen
door Maatschappelijk Hulpbetoon ondersteund, terwijl die voor de steunre
geling in aanmerking kwamen. Voorts waren menschen onder de steunregeling
gebracht, die daar niet onder behoorden te vallen, doch ondersteund behoorden
te worden door Maatschappelijk Hulpbetoon. Deze zaken zijn echter in orde
gebracht, en het "orgaan" heeft ten aanzien van de toepassing der steun
regeling elk geval op zichzelf beschouwd, hetgeen vereischt is, en tot
dusver niet gebeurde. Het orgaan moet met alle omstandigheden rekening
houden, n,l. met de grootte van het gezin, ziekte, enz» Er was dus vroe
ger een onzuivere toestand. De regeling, volgens welke aan een ieder de
maximum-uitkeering werd gegeven, was dus niet juist. Zij, die onder de
steunregeling vallen, mogen ook geen aanvullenden steun meer genieten
van Maatschappelijk Hulpbetoon» Elk geval moet dus op zichzelf worden be
oordeeld. Spreker heeft in de wintermaanden niet aan de steunbedragen wil
len tomen, doch hij moest thans in sommige gevallen daartoe overgaan.
Persoonsgewijze wordt de steunverleening onder oogen gezien, hetgeen heel
wat anders is als een algemeene verlaging, zooals steeds maar veronder
steld wordt. De groote gezinnen, die buiten beschouwing zijn gelaten, ge
nieten nog dezelfde uitkeering. Daar valt niet aan te tornen. Spreker
heeft gewacht tot den zomertijd, en wanneer het mogelijk is, wil Spreker
in de wintermaanden gaarne weer wat meer geven. De toegepaste verlaging
van f.1,is een vergissing geweest van den heer Blaas, en deze kon dan
ook niet doorgaan. Zooals gezegd, wordt thans geen steunnormverlaging
toegepast, doch er is slechts sprake van een herziening van den steun van
een ieder. Op de begrooting 1936 is f.60000,voor steunverleening uitge
trokken. Op 1 Juni heeft Spreker nagegaan hoeveel steun uitgekeerd was,
en toen is hem gebleken dat zuinigheid noodig is om binnen het raam der
begrooting te blijven. Ondersteuning moet met verstand verleend worden.
B.en W. willen gaarne de nooden van de betrokkenen overwegen en rekening
houden met hetgeen hier naar voren is gebracht. Zij zullen nagaan of er
iets aan te doen is om de betrokkenen tegemoet te komen, echter rekening
houdende met de financiën der gemeente.
De heer Hilhorst zegt dat juist van de zijde van den heer Thijssen
bij de behandeling der begrooting in de afdeeling het voorstel gedaan is
om den post "subsidie aan Maatschappelijk Hulpbetoon" te verlagen. Spreker
vindt het thans wel ongehoord van den heer Thijssen om nu voor den dag te
komen met een verzoek om den steun te verhoogen. Spreker verzoekt de steun
verlaging ongedaan te maken.
De