31 Juli 1936 134. personeel is, doch in vergelijking tot andere gemeenten is hij Gemeentewerken altijd te weinig personeel geweest. Dat in Rotterdam bezuinigd is, zooals in het adres van den heer Duin namens diverse vereenigingen is opgemerkt, is een "bewijs, dat die gemeente abnormaal hoog heeft geleefd. Soest heeft door ge brek aan personeel veel misère gehad, en zulks moet men vooral niet uit het oog verliezen. Wethouder de Bruijn zegt dat de heer Endendijk reeds vrijwel datgene heeft gezegd wat Spreker had willen zeggen, In de laatste 10 jaren is zeer veel ge bouwd in de gemeente, waardoor Bouw- en Woningtoezicht steeds overladen is ge weest met werk. Ook dit jaar zijn 150 a 160 huizen gebouwd en thans zijn er 70 bouwwerken te controleeren. Een ieder zal moeten begrijpen, dat die afdee- ling veel te verwerken heeft. Twee ambtenaren zijn absoluut noodig. Men moet dien dienst niet ontwrichten. Een dergelijke dienst moet goed functionneeren, en aanhouden van minder personeel zou tot schade der gemeente leiden. Het staat voor Spreker vast dat twee ambtenaren voor deze afdeeling noodig zijn. De heer Hilhorst vindt het een teleurstelling, dat volgens het voorstel van B.en W, geen bezuiniging wordt bereikt, Br is naar Sprekers meening bij Gemeentewerken sprake van een rommel als ooit te voren. Spreker doet hierna voorlezing van een schriftelijke aangifte, welke ongeveer twee jaar geleden bij den Burgemeester is gedaan, en waaraan geen gevolg is gegeven. Bedoelde aangifte luidt als volgt: "Op heden 11 April 1953 des v.m. lOg- uur doet de chauffeur A.H.Vos in te- tegenwoordigheid van den Burgemeester en den Secretaris de volgende aangifte: le. In de maand December 1929 werd in mijne tegenwoordigheid een autorit onder nomen naar Soesterberg teneinde loonen op te nemen van de voormannen in werkverschaffing. De opzichters Meurs en van Noesel reden met den wagen nr. 2 mede, terwijl de heer Meurs aan het stuur ging zitten. Terugkomende van Soesterberg reed de heer Meurs nabij den Heideweg een op een rijwiel geze ten manspersoon aan genaamd Toon Hilhorst, wonende aan de Molenstraat al hier. Lichamelijk letsel werd niet toegebracht, doch het rijwiel werd ernstig beschadigd aan het voorwiel. De heer Meurs heeft mij verzocht de schade met den aangeredene te regelen, hetgeen mij is gelukt door hem aan schade uit te betalen een bedrag van drie gulden (f.3,Aangezien deze kosten ad f«3>voor eigen rekening waren van den heer Meurs, heh ik hem na verloop van een week om terugbetaling verzocht. Ik ontving toen nog niet het voorgeschoten bedrag, doch op den daaropvolgenden Zaterdag bleek mij, dat ik het bedrag ad f»3,ontving bij mijn loon en wel als gemaakte overuren. Ik verklaar dat ik over die week geen overuren had gemaakt en de gemeente mij uit dien hoofde niets schuldig was. De heer Meurs heeft mij nadien nooit meer over de betaling van f.3,ge sproken, 2e. Een week na de verrekening van de f.3»als onder le bedoeld, deed de heer Meurs mij het voorstel een technisch boek betreffende auto's en gereedschap pen aan te schaffen ter waarde van f,l6,teneinde samen daaruit te lee- ren. Hij stelde mij voor de kosten ad f.16,te verrekenen in overuren op dezelfde wijze als zulks de vorige week was gebeurd met de afrekening der f.3, Ik heb dit voorstel afgewezen aangezien ik van oordeel was, dat zulks niet in orde kon zijn. Spreker, die met de voorlezing verder wil gaan, zegt dat de superieuren fraude hebben gepleegd. De Voorzitter merkt op dat het door den heer Hilhorst naar voren gebrachte een persoonlijke aangelegenheid is, welke niets heeft te maken met de perso neelsbezetting van de afdeeling Bouw- en Woningtoezicht, De

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1936 | | pagina 268