19 October 1936 172.
vraag stelde. Het staat bij Spreker vast dat de Technisch Ambtenaar een derge
lijk uitstapje, als door den heer* Hilhorst genoemd, niet zal hebben gemaakt, zon
der daarvoor verlof te hebben verkregen van B.en W. Spreker vindt het jammer
dat de Voorzitter omtrent deze zaak in de raadsvergadering van 31 Juli j.1. niet
ad rem is geweest.
De Voorzitter zegt dat B.en W. toch eerst een onderzoek moesten instellen.
Het was hem niet mogelijk in diezelfde vergadering een antwoord te geven aan den
heer Hilhorst.
De' heer van de Ven zegt dat de heer Kerkhoff ten volle gerehabiliteerd moet
worden.
De heer Hilhorst zegt dat de auto van het gasbedrijf kenbaar moet zijn.
Aangezien voor de propaganda van het gasbedrijf een belangrijk bedrag toegestaan
is, dient aan de auto de noodige reclame voor het bedrijf te worden aangebracht.
De auto is dan bovendien voor een ieder steeds te herkennen, en men behoeft niets
te vreezen. Spreker geeft dezen wenk in het belang van het bedrijf.
Wethouder de Bruijn zegt dat hij er al dadelijk van overtuigd was, dat de
insinuatie van den heer Hilhorst niet juist kon zijn, daar hij den betrokken
ambtenaar te goed kent om dergelijke dingen te doen. Waar echter in de openbare
vergadering een pertinente vraag werd gesteld, was een onderzoek noodig. De uit
slag van dit onderzoek is thans door den Voorzitter medegedeeld. Spreker zegt
voorts naar aanleiding van de opmerking van den heer Hilhorst dat zij, die het
gasbedrijf besturen en de gascommissie, wel zullen uitmaken welke reclame het
gasbedrijf moet maken. Spreker had het beter gevonden dat de heer Hilhorst zich
eerst eens omtrent deze zaak tot den betrokken Wethouder had gewend in plaats
van dat deze vraag door hem in de openbare vergadering werd gestold, Hu is door
den heer Hilhorst een blaam geworpen op het bedrijf en op den Technisch Ambte
naar. Zulks is orvordiendAan den Technisch Ambtenaar is het mede te danken dat
het bedrijf zich nog steeds uitbreidt.
Wethouder Gasille vraagt den heer Hilhorst of hij niet voelt dat hij met
zijn vraag te ver is gegaan. Op den betrokken ambtenaar, die zich geheel aan het
bedrijf geeft en die voor dit bedrijf op uitstekende wijze werkzaam is, mag geen
blaam geworpen worden. Het ware beter dat de heer Hilhorst ongelijk bekende en
zijn beschuldiging terugnam, in plaats van dat hij nu een opmerking gaat maken
over een aan te "brengen reclame. De heer Hilhorst moest er een paar woorden voor
over hebben om zijn spijt uit te drukken over de door hem naar voren gebrachte
beschuldiging.
De heer Endendijk onderschrijft de woorden van Wethouder Gasille ten volle.
De beantwoording wordt hierna voor kennisgeving aangenomen.
b. Schrijven van Wed.B.Eaayk te Soest, inhoudende bezwaren tegen aanbrenging van
den hoogen trottoirband vódr haar perceel met voorstel dit in handen te stellen
van B.en W. om prae-advies (no,503)«
Aldus wordt besloten.
c. verzoek van het bestuur der Chr.U.L.O.school aan do Spoorstraat, om de wette
lijk voorgeschreven medewerking te verleenen voor aanschaffing van drie les
senaars, met voorstel dit in honden te stellen van B.en W. om prae-advies
(no.4554).
Aldus wordt besloten.
d. verzoek van A.P.ÏÏilhorst om oen interpellatie te mogen houden (no.804).
De Voorzitter deelt mede dat van den heer Hilhorst een schrijven is ingeko
men, waarin hij mededeelt dat hij de interpellatie niet wenscht te houden.
Deze zaak is dus afgedaan.
De heer Stroband vorzookt modedeeling van het telGgram van de pers, ingeko
men tijdens do vorige raadsvergadering, omtrent de ongeschikte plaatsen in de
raadzaal voor do persvertegenwoordigers.
De Voorzitter deelt dan mede dat dit telegram is ingekomen. Het was roods
tijdens