19 October 1936 186.
door Wethouder de Bruijn gezegde was toen reeds geconstateerd door het hoofd der
school en Spreker. Het komt Spreker gewenscht voor dat het geheele dak wordt ge
restaureerd, Zulks is noodzakelijk geworden door de verkeerde bouwwijze. De bal
ken zijn gestikt omdat er geen luchttoevoer was. Op de school dient een gewone
kap aangebracht te worden. Men verkrijgt dan een afdoende verbetering. Hetgeen
thans met het dak der school plaats heeft, zal ook spoedig gebeuren met het dak
der woning van het hoofd der school. Een dergelijk type van dak was eenige jaren
geleden een soort van razernij, en nu blijkt dat de zienswijze van dien tijd on
juist was. Het voteeren van een blanco crediet zou naar Sprekers inzicht een stap
in den blinde zijn. De eenigste oplossing is een grondige verbetering, waarom
trent een behoorlijk gespecificeerde begrooting van kosten dient te worden opge
maakt.
De heer Zijlstra zegt dat hij het dak met den heer Hornsveld en den Wethou
der heeft bekeken. Spreker is het met den heer Thijssen eens dat destijds met den
bouw niet goed gehandeld is. Spreker kan echter niet meegaan met het denkbeeld
van den heer Thijssen om op de school een nieuwe kap aan te brengen. Er moet een
ventilatie tusschen de balklagen worden aangebracht, terwijl bij de reparaties
oordeelkundig gewerkt moet worden. Het is niet mogelijk een speciale begrooting
op te maken, daar er te veel wisselvallig werk bij is. Spreker kan zich vereeni
gen met het door den Wethouder geopperde denkbeeld om een blanco crediet te ver-
Ie enen.
De heer Hornsveld betoogt ook nog dat de te verrichten werkzaamheden niet
vooraf zijn te bekijken. Eerst na verwijdering van de aangetaste deelen kan na
gegaan worden welke reparaties moeten worden uitgevoerd. Het is niet mogelijk
een juiste begrooting van kosten op te maken, ook niet bij uitbesteding. Aanne
ming van het voorstel van den heer Thijssen tot aanbrenging van een nieuwe kap
zou oen veel grootere uitgave vorderen, terwijl een nieuwe kap geheel overbodig
is.
De heer Hilhorst vraagt hoe lang het is geleden dat de school gebouwd is.
Voorts meent Spreker dat de verantwoordelijkheid voor dezen houw toch op den ar
chitect rust. Wellicht is de aannemer ook nog aansprakelijk te stellen.
Wethouder Gasille zegt dat de houw in 1929 of in 1930 zal hebben plaats ge
had. De architect is overleden, doch de bouwer, de heer Mulder, leeft nog.
De heer van de Ven vraagt hoe men denkt de reparaties uit te voeren.
Wethouder de Bruijn zegt dat de breuk bekend is. Herstelling is mogelijk
met aanbrenging van luikjes voor luchtverversching.
De heer van de Ven vraagt of deskundige leiding en behoorlijk toezicht bij
het werk aanwezig zal zijn. Ter voorkoming van stroppen is gebleken dat deskundi
ge leiding noodig is.
Wethouder de Bruijn zegt dat hierin zal worden voorzien.
De heer Hilhorst vraagt of het werk is uitgevoerd overeenkomstig de bepalin
gen van het bestek.
De heer Hornsveld zegt dat de Directie moet zorgen voor behoorlijke construc
ties, Er is geen deskundig opzicht geweest. De aannemer heeft het werk opgeleverd
en de Directie heeft het geaccepteerd, zoodat verhaal op een of andere wijze niet
meer mogelijk is.
De heer Hilhorst is het in jit opzicht niet met den heer Hornsveld eens.
De heer Thijssen kan zich niet vereenigen met het toestaan van een blanco
crediet. Spreker wil in het a.s. voorjaar een nieuwe kap op de school laten
plaatsen.
Wethouder de Bruijn wil liever afgaan op het oordeel van de twee deskundige
raadsleden aan op het oordeel van den heer Thijssen en den heer Lub.
Wethouder Gasille zegt dat het toegestaan crediet van f,150,wel niet vol
doende zal zijn. Het dak kan zoo niet blijven zitten? de slechte plekken moeten
nu hersteld worden met het oog op regen en sneeuwval in den a.s. winter. Herstel
ling