30 November 1936 195»
voor te bepalen dat de in de raadsbesluiten, 4e afd.no.2l/515 en
21/516 tot
wijziging der gemeentebegrooting 1936 geraamde beschikking over de reserve ach
terwege zal blijven indien en voorzoover nader mocht blijken, dat de dienst
I936 zonder deze beschikking nog zal sluiten zonder nadeelig slot op den ge
wonen dienst.
De heer Nooder wijst er op dat omtrent dit punt in de vergadering der Fi
nancieel e Commissie reeds goed gefundeerde discussies zijn gevoerd. Spreker wil
echter nog een bepaalde aangelegenheid n,^ar voren brengen, en wel dat het gewensch
is dat het aantal wachtvei:en-vcor de werkverschaffing en steunverleening in
overeenstemming is met het aantalgeldende in andere gemeenten. Door het in
deze gemeente toegepaste aantal wachtweken, waaraan de betrokkenen blootge
steld worden, zullen de woninghuren in vele gevallen niet meer voldaan kunnen
worden, hetgeen een strop beteekent voor de gemeente en de woningbouwvereeni-
gingen. De arbeiders komen in moeilijkheden en daarom is het noodig dat deze
zaak bij de behandeling der begrooting 1937 in ernstige overweging wordt geno
men.
De heer Thijssen merkt op dat de Raad op dit moment heel wat heeft te be
slissen. Ir was een reservefonds en de Raad moet nu de deur tot dit fonds open
duwen. De reserve bedraagt ruim f.59.000,en wanneer men nu het aangeboden
besluit tot begrootingswijziging aanvaardt, dan wordt de reserve met plm.
f.55.000,verminderd en blijft er nog over een bedrag van slechts bijna
f.4.000,Zooals Spreker reeds heeft gezegd, heeft de Raad thans een zeer
voorname beslissing te nemen. Spreker brengt in herinnering dat in de voor
laatste raadsvergadering een adres is behandeld van den heer Duin namens vele
vereenigingen, en waarin aangedrongen werd op de zoo noodzakelijke bezuiniging.
De meeste raadsleden zullen het er zeer zeker mee eens zijn dat bezuiniging
noodzakelijk is. Uit de nieuwe begrooting kan men echter de zeer noodzakelijke
bezuiniging nog niut distilleeren, hetgeen Spreker zeer betreurt. Spreker
wijst voorts op het groote tekort bij het Natuurbad, hetgeen maar steeds uit
den gewonen dienst moot worden gedekt. Oorspronkelijk werd het tekort voor
1936 begroot op f.6.000,doch dit is nu verhoogd met f.5.000,alzoo in
totaal f.11.000,De heer Gasille heeft indertijd gezegd dat het bad moest
worden verkocht, verhuurd of gedempt. Nu hoort men daarvan niets meer en Spre
ker moet concludeeren, dat Wethouder Gasille niet meer het raadslid Gasille is
van voorheen. In 3 jaar tijds heeft het bad een halve ton gouds verlies opge
leverd. De kapitaaldienst geeft ook enorme cijfers aanp deze moet successieve
lijk worden afgelost. De regeering zou eerst een extra bijdrage uit het werk-
loosheidssubsidiefonds verleenen van f.50.000,en later van f.72.000,doch
nu blijkt dat laatstgenoemd bedrag zal worden verminderd met f.56.000,zoo
dat de gemeente slechts zal ontvangen f.l5.944j77> terwijl zelfs volgens be
richt van Gedeputeerde Staten de bijdrage zou worden berekend op f.13.050,
De raadsleden zitten hier nu als vertegenwoordigers van de ingezetenen om over
hunne beurzen te beslissen. Had men een en ander geweten, dan had de Raad veel
meer bezuinigingen moeten aanbrengen. Thans is er geen ander middel dan het
voorstel van B.en W. aan te nemen, doch Spreker vindt het verschrikkelijk.
De heer Endendijk vindt dat het financieel betoog van den heer Thijssen
geen zin heeft. Do gemeente heeft een reserve van f.59.000, dus een spaar
potje. Vindt men het nu billijk dat de menschen, die zich van elders in onze
gemeente komen vestigen, thans aan de gemeente Soest moeten betalen in het te
kort, terwijl er nog een reservepotje is? De Regeering heeft naar Sprekers
meening volkomen gelijk dat zij de gemeente verplicht om eerst haar spaarpotje
op te maken, alvorens Rijkssteun verleend kan worden.
De heer Thijssen wijst er op dat men in verwachting was toen de begrooting
1936 werd behandeld. Wanneer men alles geweten had, zou de Raad heel wat meer
bezuinigd hebben. De Burgemeester, Wethouder Gasille, en de Chef der afd,Finan
ciën