9 December 1936 212, bei'nvloed is door den Soester Bouwkring. Spreker heeft zelfstandig zijn voor stel ingediend, omdat er naar zijn meening wel degelijk emplooi is te vinden voor kleinere woningen, getuige het feit, dat er veel groote woningen leeg staan. Ook voor de ondersteunden is het van het grootste belang, dat er klei nere huizen zijn. Thans schiet er na aftrek van huishuur zeer weinig over voor levensbehoeften. Wil men grootere woningen bouwen en een bepaald bedrag op den steun leggen, dan zou Spreker zulks goed zijn, doch zoolang dit niet geschiedt, acht Spreker bouw van kleinere huizen noodig» De heer ïhijssen sluit zich aan bij het gezegde van den heer otroband. Spreker ziet nog geen eind aan de maatschappelijke crisis. De heer ïïilhorst is er voor om gelegenheid te geven tot kleineren bouw, doch Spreker zou dezen bouw niet willen toelaten in de kom der gemeente, maar in door den Raad te be palen gedeelten der gemeente. Spreker betoogt uitvoerig dat men menschen in de gemeente moet lokken, waaronder gepensionneerden, die niet altijd groote huizen kunnen bewonen. Indien in de gemeente geen kleinere huizen zijn, dan gaan zij zich elders vestigen, hetgeen niet in het financieel belang der ge meente is. Wordt de maatschappelijke toestand beter, dan kan de verordening toch altijd weer herzien worden. De Voorzitter heeft gezegd dat alleen gedebat teerd mag worden over het onderhavige artikel, doch Spreker meent dat over de geheele verordening wel gesproken mag worden. De heer van de Ven zegt dat het tcch niet de bedoeling is om een dergelij ke kleine bouw in massa toe te passen. Eet is naar zijne meening toch meer de bedoeling om gelegenheid te geven tot kleineren bouw, al is het ook in een be paald gedeelte der gemeente. Deze bouw zal dus een uitzondering zijn. De Voorzitter merkt op dat gelegenheid gewoonte wordt. De minimum-afstand tot de zijerfafscheiding, in de bouwverordening bepaald op 2g- M.is ook ge woonte geworden. In deze gemeente houdt men zich over 't algemeen aan de mini mum-maat Wethouder de Bruijn zegt nog dat wanneer een minimum-oppervlakte van 35 M2 wordt aangehouden, men geen enkel recht heeft een bouwaanvrage te weigeren, welke aan die maat voldoet. Men stelt dan de gelegenheid open om in massa klei ne huizen te bouwen. Spreker begrijpt heel goed dat er voer de steuntrekkenden goedkoope woningen moeten zijn, doch de thans bedoelde woningen zijn geen ar beiderswoningen. Spreker is ook voor huurverlaging van arbeiderswoningen en B.en W. dringen dan cok steeds bij den Minister op huurverlaging aan. Voorts zegt Spreker dat ,©.a. aan de Schoolstraat goede arbeiderswoningen zijn te ver krijgen tegen een huursom van f,3,75 psr week. Bedoelde woningen hebben een oppervlakte van bijna 50 M2, Spreker is er dus niet voor om kleine woningen toe te laten, omdat daar geenszins behoefte aan is. De heer Hooder constateert dat er sinds de vorige vergadering eigenlijk geen nieuwe gezichtspunten naar veren zijn gekomen. Het is voorts gebleken, dat het request van den Soester Bouwkring te laat is ingekomen. Dat request moet een afschrift zijn van het stuk, dat de Wethouders den vcrigen keer reeds ir, hun zak hadden. Spreker, die niet sympathiseert met het optreden dier ver- eeniging, zegt dat zij nu eigenlijk gehandicapt is doordat haar adres niet be handeld wordt. Spreker, die wel volkomen aan de zijde van B.en W. staat, meent dat er toch recht gedaan behoort te worden. Men moet de betrokkenen recht laten wedervaren, al zijn ze ook tegenstanders. De heer van de Ven vraagt cf eventueele ontheffing van het voorschrift mogelijk zal zijn. De Voorzitter geeft hierop een ontkennend antwoord. Hierna wordt het voorstel van den heer Hilhorst om in art.28, le lid sub 1 der Bouwerordening de oppervlakte te bepalen op tenminste 35 M2 in plaats van 40 M2, in stemming gebracht. Wederom staken de stemmen met 7-7? zoodat het voor stel geacht wordt niet te zijn aangenomen. Voor het voorstel stemden de heeren Thijssen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1936 | | pagina 424