16 December 1936 243.
zeer zeker ter sprake brengen. Spreker zegt voorts dat huurverlagingen hebben
plaats gehad en dat in die richting nog steeds gewerkt wordt. Het spijt Spreker
dat de desbetreffende beschikkingen niet in het desbetreffend dossier voor de
Commissie ter inzage liggen, doch hij zal daarvan alsnog inzage geven» Met de
woningstichting "Ons Belang" worden besprekingen gevoerd. Het is de bedoeling'
om een fonds te vormen, waarin het Rijk, de Gemeente en de Woningstichting zul
len deelnemen, teneinde daaruit de kosten te bestrijden van verbetering der wo
ningen. Spreker zegt voorts naar aanleiding van de beschouwingen van den heer
van de Ven, dat als de gemeente geld leent, de geheele gemeentehuishouding het
onderpand is. Het College heeft de volle aandacht aan het rente-type der leenin
gen en zoo mogelijk zal conversie voorgesteld worden. Met betrekking- tot het
Slachthuis zegt Spreker dat er voor B.en V, geen aanleiding is om terzake be
sprekingen te voeren. Alleen in geval van wanbeheer zou ingegrepen kunnen worden.
B.en V, hebben meermalen op verhoo0ing der afschrijvingspercentages aangedron
gen, doch de ledenvergadering, welke daaromtrent moet heslissen, is daar niet
voor te vinden. Spreker zegt tenslotte dat hij zich houdt aanbevolen voor aan
wijzing ter verkrijging van bezuiniging.
Wethouder de Bruijn zegt van meening te zijn dat, wanneer hij de beschou
wingen overziet en de gesproken woorden overdenkt, men is blijven hangen zonder
dat men zich aan de werkelijkheid getoetst heeft. Toen Spreker zijn taak als
Wethouder aanvaardde, bleek hem dat die taak lang niet gemakkelijk was, doch
hij heeft ze met zijn vollen persoon aanvaard. Spreker had gehoopt dat men zijn
streven tot het verbeteren der toestanden zou apprecieeren, doch het is hem ge
bleken, dat men veel leuzen en woorden heeft gebruikt en dat men geen zaken van
personen weet te onderscheiden. Toen Spreker het voorstel deed om den chauffeur
monteur te ontslaan op grond van voorgedane feiten, heeft de meerderheid van
den Raad besloten om niet op dat voorstel in te gaan, doch den dienst Gemeente
werken weer met dezen man op te knappen. De leden, die tegen het voorstel van
B.en 7. gestemd hebben, zullen daarmede geen gunstig onthaal vinden bij de bur
gerij. Hu deze arbeider zijn taak thans op een zoodanige wijze vervult dat hij
een half uur vroeger met zijn werk gereed is dan zijn collega, blijkt voldoende,
dat hij niet heeft gewild. Spreker heeft dus goed gezien. Spreker staat met zijn
vollen persoon achter de zaak om deze op goede pooten te zetten. Men moet echter
den Wethouder niet alleen laten staan wanneer door dezen bezuinigings- of andere
voorstellen worden gedaan. De verantwoording is dan bij die leden, die tegenge
werkt hebben. Spreker zegt voorts dat hij op insinuaties, in deze vergadering
naar voren gebracht, niet zal ingaan. Spreker dringt er vervolgens op aan dat
in de begrooting alsnog een post wordt opgenomen voor het tijdelijk aannemen
van iemand, die kennis heeft van landmeten en van het kadaster. In eerste instan
tie zal juridische arbeid moeten vrorden verricht. Destijds is omtrent deze zaak
geconfereerd met het Kadaster en toen is voldoende de wenschelijkheid naar vo
ren gekomen om een dergelijk persoon aan te nemen. In de vorige vergadering
heeft de Raad een daartoe strekkend voorstel van B.en 7. niet aangenomen, doch
als niet tijdig ingegrepen wordt* zal een chaos ontstaan, welke in de toekomst
tot groote schade aanleiding zal geven. Als Wethouder van Openbare Werken acht
Spreker het zeer noodig dat de door hem bedoelde functie, die van tijdelijken
aard kan zijn, in het leven wordt geroepen. Ten aanzien van de objecten voor de
werkverschaffing, zegt Spreker dat het z.g. Boschplan 1937 uitgevoerd zal worden,
terwijl er ook naar gestreefd zal worden om werk voor de zomermaanden te vinden.
Voorts acht Spreker het van het grootste belang, dat met de wegen- en bermenver-
betering wordt doorgegaan. Te gelegener tijd zullen den Raad daaromtrent voor
stellen bereiken. Spreker zegt voorts dat in deze vergadering is gezegd dat er
geen voldoende contact is tusschen de Commissie Openbare Werken en den betrokken
Wethouder. Haar aanleiding dezer opmerking zegt Spreker toe dat het contact in
den vervolge intensiever zal zijn. Het betrokken lid zal echter moeten hegrijpen,
dat