4 Maart 1956 27. de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Financiën tegen verplaatsing van de gemeente voor heffing der personeele belasting van de 6e klasse naar de 4e klasse. De heer Nooder zegt dat men er zoo zachtjes aan aan gewend raakt om be sluiten» welke na rijp overleg zijn tot stand gekomen, op aandrang van Gedepu» teerde Staten of van de Regeering, weer te moeten intrekken om terug te kee- ren tot een vroegeren toestand. Het besluit om de gemeente in de 4e klasse te plaatsen is bij meerderheid van stemmen aangenomen. Dit besluit was op het juiste tijdstip genomen, en vanwege de Regeering wordt geen enkele motiveering gegeven voor deze intrekking. Men vindt alleen in den brief van Gedeputeerde Staten vermeld, dat deze intrekking wensohelijk wordt geacht. De redenen waar om intrekking wensohelijk is, zijn ons niet bekend. Alhoewel deze intrekking van bovenaf wordt gelast, wil Spreker het besluit van 29 Augustus 1935 handhaver Het gaat niet om het behalen van succes, doch om de belangen der inwoners. Wil de Regeering zelf die bepaling tot stand brengen, dan is de Raad daarvoor niet verantwoordelijk, doch Spreker zou het tegenover de inwoners een misdaad van den R^ad vinden, wanneer door den Raad ingegaan werd op hetgeen de Regeering in dit opzicht wil. De heer de Nies is van oordeel, dat de Regeering het in alle zaken wel zeer moeilijk maakt. Zoo is dit ook thans het geval. Sr zijn nu al 5 maanden verloopen sedert de Raad een besluit nam, en er is nu geen gelegenheid meer om een andere bepaling vast te stellen. Men zit nu weer tot het volgend jaar vast aan de oude regeling. Spreker moet dan ook ernstig protesteeren tegen een dergelijke handeling en tegen zoo'n langzame wijze van handelen. De heer Stroband vraagt of het niet mogelijk is het raadsbesluit van 29 Augustus 1935 te wijzigen door daarin te lezen 5e in plaats van 6e klasse. Zulks zoude misschien mogelijk zijn door het aanbrengen van een renvooi. Wan neer dit niet mogelijk is, dan blijft de gemeente in de 6e klasse gerangschikt, hetgeen niet de bedoeling van den Raad is geweest. De Voorzitter zegt dat een dergelijke wijziging niet mogelijk is, De heer Endendijk dringt er op aan, dat toch nog een poging gedaan wordt om de gemeente dan in de 5e klasse geplaatst te krijgen. De Voorzitter zegt dat deze poging niet meer gedaan kan worden. B» en W. stelden destijds voor om de gemeente in de 5e klasse te plaatsen, doch de Raad accepteerde dat voorstel niet. Voor 1936 is plaatsing in de 5e klasse niet meer mogelijk. Spreker zegt voorts, dat het door de heeren Nooder en de Nies gezegde geen nieuwe klanken bevat De heer Nooder wenscht het raadsbesluit van 29 Aug. 1935» zonder dat ee- nige motiveering van hoogerhand wordt gegeven, niet in te trekken. Het voorstel van B, en V. wordt hierna in stemming gebracht en aangenomen met 9 tegen 5 stemmen. Tegen stemden de heeren Nooder, de Nies, Hilhorst, van den Berg en Hom, 39. COMPTABILITEIT. DIERENBESCHERMING(4e Afd. nos.2321 en 21/463). Voorstel tot toekenning van een bijdrage aan de afdeeling Soest e.o. der Ned.Vereeniging tot bescherming van dieren. Bij schrijven dd. 51 Januari 1936 no,2321 stellen B. en V. voor aan voor noemde afdeeling voor 1936 een bijdrage van f.45»uit de gemeentekas te ver- leenen in de door haar te maken kosten van verzorging van zwervende honden, welke door de politie worden opgevangen, en van verpleging van honden ingeval van aanrijdingen of anderszins. Een ontwerp-besluit tot begrootingswijziging wordt in verband hiermede ter vaststelling aangeboden. De heer Hom wijst er op dat volgens het financieel verslag over 1935 de ze vereeniging een batig saldo had van f,111,15, zoodat Spreker zich niet met eene subsidieverleening kan vereenigen. Bovendien vraagt deze vereeniging on der dreigement een subsidie. De Voorzitter merkt op dat geen subsidie gevraagd wordt, doch een bijdra- Pe..

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1936 | | pagina 54