50 December 1936 275» aarde, in den menschen een welbehagen", Dit is een gebod, van zoo groote be slissende beteekenis, een hoopvol troostwoord. De engel zeide; "vreest niet, ik verkondig U groote blijdschap". Doch de engelenschaar liet het prijslied hoorenï "eere zij God in den Hooge, vrede op aarde, in de menschen een welbe hagen". Een zware witte nevel hangt in de menschenziel"Vrede op aarde, in den menschen een welbehagen'1. Is dit bittere ironie? Neen de menschenziel grijpt zich vast aan dat woord. Dat woord is diep in het menschelijk gemoed ver ankerd, is van onvernietigbare zekerheid. Dat woord is niet alleen met den mond beleden, dat eenvoudige woord is diep innerlijk beleefd, blijft, hoe diep en zwaar ook overigens de nacht is, als een lichtende vonk in den zwaren witten nevel van de menschenziel. Het jaar 1936 spoedt ten einc.e en wenscht te verdwijnen in de eeuwigheid. Wat heeft dit jaar ons gebracht en geleerd, de gemeente, U en mij. Ik zal niet de balans opmaken. Dat is niet aan mij. De wereld blijft verward, blijft verdwaasd, de rede is nog verduisterd. Zien wij niet door eenen spiegel in die duisternis.Zien wij niet de afgunst, de lichtvaardigheid, de opgeblazenheid, de ongerechtigheid, de onwaarheid van volkeren, menschen en dingen? Hebben wij dan geen geloof, geen hoop, geen liefde? Ook in dit kleine bestek van onze gemeenschap? Mijne Heeren. Moge 1937 licht brengen in deze verdwaasde, verwarde wereld. Ik eindig met den wensch dat 't U en de Uwen in 1937 goed moge gaan. De lati nisten eindigden altijd met 3 gelukwenschen. Ik eindig: Moge geluk en voor spoed Uw deel zijn in 1937" De heer Thijssen vraagt hierna het woord. Spreker zegt dat de Voorzitter een feestgeluid heeft laten hooren, hetwelk hij toejuicht. De Voorzitter wensch- te geen balans over 1936 op te maken en opreker wil dat ook niet doen, maar aan den muziektoon van den Voorzitter moet Spreker toch even een dissonant- toon laten hooren. De leden van den Raad zijn n.1, in 1936 niet allen tevreden geweest. Spreker, die dit dadelijk zal aantoonen, wil er eerst nog even als een bijzonderheid op wijzen, dat het vorig jaar ook op 16 en 30 December raads vergadering werd gehouden. In 1934 werden 15 raadsvergaderingen gehouden, in 1935 20 en in 1936 slechts 12. Nu zijn den laatsten tijd in 30 dagen niet min der dan 4 belangrijke vergaderingen gehouden, hetgeen te veel is. In den loop van het jaar hadden meer vergaderingen gehouden kunnen worden. Spreker hoopt dat de leden aan het einde van 1937 kunnen zeggen dat zij tevreden zijn, daar deze maand een maand van doorjaging was. Spreker geeft toe dat het tegenwoor dige College van B.en W. tracht de zaken zoo goed mogelijk te behandelen, doch er zat den laatsten tijd eenige gejaagdheid in. De heer Nooder meent dat de heer Thijssen op de hooggestemde rede van den Voorzitter heeft gereageerd met een betoog, dat slaat als een tang op een varken. Spreker zegt dat zijn hart nog niet vol is van blijde verwachtingen. De arbei dersklasse komt nog zooveel tekort, doch Spreker zal verder maar niets zeggen, daar hij de stemming van den Burgemeester niet zal bederven. Wethouder Gasille wenscht den Burgemeester en diens familie een gelukkig Nieuwjaar toe. Spreker dankt den Burgemeester voor de leiding der vergaderin gen, zoowel van den Raad als van B.en en voor de aangename samenwerking. Spreker hoopt in 1937 wederom op een prettige samenwerking. De vergadering wordt hierna te plm. 4*2" uur gesloten, Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Soest in de T.v.d.W. openbare vergadering van 10 Februari 19 37 DE SECRETARIS. DE VOORZITTER

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1936 | | pagina 550