4 Maart 1936 29.
eens, dat men moet vasthouden aan het standpunt om in den loop van het jaar
geen verandering aan te "brengen in de door den Raad vastgestelde begrooting.
De heer Endendijk vindt het een zeer gezond standpunt, dat met de subsi-
die-verleening aan de gymnastiekvereenigingen gebroken is, Naar Sprekers in
zicht moet men dan ook niet meer beginnen met een subsidie-verleening. Het
particulier initiatief moet meer geprikkeld worden. Dat de vereenigingen on
middellijk bij hunne oprichting subsidie vragen uit de gemeentekas, acht Spre
ker niet altijd juist. In bijzondere gevallen kan subsidie-verleening wel eens
gemotiveerd zijn, doch deze moet dan later toch weer beeïndigd worden met toe
passing van een overgangsmaatregel. De hier bedoelde vereenigingen worden wel
ineens getroffen, en daarom verzoekt Spreker, zonder dat het voorstel van den
heer Nooder in stemming gebracht wordt, te overwegen of het niet mogelijk is
de huur iets te verlagen.
De Voorzitter zegt dat de gemeente in den beginne wel eens aan een ver-
eeniging subsidie kan verleenen, doch'na 5 jaren moet een vereeniging toch op
eigen wieken kunnen drijven. Is zulks niet mogelijk, dan blijkt dat de veree
niging geen levensvatbaarheid heeft. Spreker wil wel een oplossing overwegen
ter tegemoetkoming aan het verzoek der vereeniging. Daartoe zou dit punt aan
gehouden kunnen worden tot de volgende vergadering.
De heer Nooder, die zich niet met deze toezegging kan vereenigen, dringt
er op aan om nu dadelijk maar een beslissing te nemen. De Raad heeft in zijne
vorige vergadering omtrent een bepaalde aangelegenheid ook zijn verlangen te
kennen gegeven, en B. en V, stonden oogenschijnlijk daar niet afwijzend tegen
over. De daad van B. en is echter anders geweest. Wanneer nu dit punt der
agenda aangehouden wordt, is opreker hang dat B. en W. in een volgende vergade
ring toch weer met een afwijzend prae-advies zullen komen. Aan toezeggingen
heeft de Raad niet^, zoodat Spreker het gewenscht acht, dat de Raad nu maar
heslist en niet wacht op de welwillendheid van B. en W.
De heer TMjssen meent dat bij den Raad de overtuiging moet voorzitten
om geen verandering meer aan te brengen in de begrooting 1936. Deze begrooting
is vastgesteld, en aanbrenging van wijziging in de subsidies dient niet te ge
schieden. Voor 1937 Aan deze zaak opnieuw in behandeling werden genomen. Spre
ker zou het dan ook wenschelijk vinden, dat men de subsidie-aanvragen liet in
dienen v<5(5r een bepaald tijdstip, b.v, voor 1 Augustus, teneinde deze bij de
nieuwe begrooting te kunnen behandelen, In het oog moet echter worden gehouden,
dat beperking van subsidie-verleening noodzakelijk is in verband met de reeds
hoog opgevoerde belastingheffing in deze gemeente.
De heer van de Ven ondersteunt de gedachte van den heer Thijssen,
De Voorzitter zegt dat hij de behandeling der hegreoting 1936 de subsidie-
verleening in 't algemeen ampel is besproken, en dat er toen geen voorstellen
zijn gedaan om aan de gymnastiekvereenigingen wederom subsidie toe te kennen.
De hegreoting 1936 is serieus behandeld, en Spreker zou het niet wenschelijk
vinden terug te komen op de subsidie-verleening. Spreker zal echter het voor
stel van den heer Nooder in stemming brengen.
De heer Endendijk wenscht zijn stem te motiveeren. Spreker zal tegen het
voorstel van den heer Nooder stemmen, omdat hij het beter acht deze aangele
genheid onder oogen te zien hij de behandeling der begrooting 1937.
Het voorstel van den heer Nooder om de door de gymnastiekvereenigingen
aan de gemeente te betalen huur tot op de helft terug te brengen, wordt hierna
in stemming gebracht en verworpen met 11 tegen 3 stemmen. Tegen stemden de
heeren de Nies,.van den Berg en Nooder. Het voorstel van B. en W, wordt daarna
stilzwijgend aangenomen.
PENSIOENEN. (4eAfd. no.1719).
Voorstel om afwijzend te beschikken op een adres van P.J.Koppen inzake
toekenning van een toeslag op zijn pensioen.
Dit afwijzend voorstel wordt door B. en hij schrijven dd. 14 Februari
19 36