12 Mei 1937 65. doelde grondeigenaar aan de arbeiders een dienst wil bewijzen,, dan moet hij een redelijk loon geven. De heer Endendijk zegt dat het hier geen gewoon werk is. Het zijn extra werkzaamheden, welke zeker niet buiten de werkverschaffing om zullen worden uitgevoerd. Het voorstel van B.en \'lmet de daarbij behoorende begrootingswijziging no.2l/550 wordt hierna in stemming gebracht en aangenomen met 12 tegen 2 stemmen. Tegen stemden de heeren Thijssen en van Breukelen. 62. VERORDENINGEN, (le afd.no.4693. Opnieuw behandeling van het voorstel tot wijziging van de Algemeene Po- litie-verordening betreffende het verbod tot het bekalken van wegen met po litieke leuzen. Bij schrijven dd, 29 April 19379 no.4693 deelen B.en W. mede dat de meerderheid der Commissie voor de strafverordeningen zich met de desbetreffen de ontwerp-verordening .kan vereenigen, reden waarom zij den Raad wederom ter vaststelling wordt aangeboden. De heer Thijssen, die er op wijst, dat ook reeds in een vorige raadsver gadering een voorstel is gedaan tot invoering van het hierbedoelde verbod, meent dat de desbetreffende bepalingen van het Wetboek van Strafrecht moeten worden toegepast. De Minister heeft bij zijn rondschrijven daarop de aan dacht gevestigd. Spreker vindt de voorgestelde bepalingen te streng en daarom zou hij, zooals in die voiige vergadering werd voorgesteld, het vejbod niet geldig willen verklaren op andere tijden dan tijdens de verkiezingen. Spre ker meent dat bij de burgers niet altijd kwade bedoelingen voorzitten en men moet de menschen niet binden door strenge bepalingen. Spreker zal accoord gaan met het voorstel van B.en mits het verbod niet het geheele jaar door zal gelden. De heer Nooder zegt dat hij zijn medewerking aan het voorstel van B.en W. zal verleenen. Spreker is wel voor art.l, doch tegen art.2, hetgeen z.i, te rekbaar is De heer Endendijk zegt dat hij voor aanneming der wijzigingsverordening is. Het verbod moet z.i. het geheele jaar door gelden, daar zich ook in tij den, dat geen verkiezingen plaats hebben, relletjes kunnen voordoen, als bij werkstakingen enz. Men kan steeds de kans beloopen, dat de straten bekalkt worden, waartegen te allen tijde dient te worden opgetreden. De heer Hom, die zich aansluit bij het gezegde van den heer Endendijk, merkt nog op, dat de voorgestelde bepalingen reeds votfr de raadsvergadering van 24 Maart j.1, door de Commissie voor de Strafverordeningen waren ontwor pen. Spreker deelt dit mede, aangezien in de raadsvergadering van 24 Maart j.1. van andere zijde het tegendeel werd beweerd. De heer Endendijk onderstreept het door den heer Hom gezegde. Hierna wordt art.l der wijzigingsverordening zonder hoofdelijke stem ming vastgesteld. Art.2 wordt met 10 tegen 4 stemmen vastgesteld. Tegen stem den de heeren van Breukelen, Helmus, Nooder en Thijssen, De geheele wijzigingsverordening wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. 63. VERORDENINGEN, (le afd.no.2194) Vaststelling van een besluit tot wijziging der verordening ter voorko ming van brand. Volgens het aangeboden besluit no.2194 wordt voorgesteld de eerste zin van art.41 der bovengenoemde verordening te lezen als volgt 1 "Het is verboden, tenzij met door of vanwege den Burgemeester te ver leenen vergunning en met inachtneming van de door, of vanwege hem in een bij zonder geval te stellen voorwaarden, te rooken of zich te bevinden met bran dende sigaar, sigaret of pijp in zalen en in garages, doorgangen of corridors van lokalen, ten tijde dat daar publieke vermakelijkheden vrorden gegeven, of voor

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1937 | | pagina 130