3 Augustus 1937 119
Augustus 1937 van den heer Mr,"W.A.J.Visser tot burgemeester van Uw gemeen
te.
De benoemde heeft op 9 Juli 1937 in mijne handen de eeden afgelegd,
voorgeschreven hij artikel 71 der gemeentewet.
Ik noodig U uit hiervan mededeeling te doen aan den Raad. Uwer gemeente,1'
2e. een afschrift van het Koninklijk besluit van den 6 Juli 1937? no.48? hou
dende de benoeming met ingang van 1 Augustus 1937 van den heer Mr.W.A.J.
Visser tot Burgemeester der gemeente Soest, zulks met toekenning van ge
lijktijdig eervol ontslag als Burgemeester der gemeente Avereest.
Hierna spreekt de Voorzitter ongeveer als volgt3
"Fijhheer,de Burgemeester,
Aan mij is het voorrecht te beurt gevallen U, als Voorzitter van dezen
Raad en tevens als hoogste ambtsdrager in onze gemeente, op dit voor U zoo
gewichtig uur, te mogen toespreken.
Onwillekeurig, geachte Burgemeester, denk ik bij deze officieele plech
tigheid terug aan de droeve oogenblikken, toen Uwe ambtsvoorganger, wijlen
Mr.G.Deketh, tijdens de vervulling van zijn ambtsplichten, ter gelegenheid
van de zoo blijde incomste van het Prinselijk Paar in de gemeente Soest,
zijn taak niet meer kon volbrengen en wij hem eenige dagen daarna naar zijn
laatste rustplaats hebben gebracht. Dit voorval was voor onze burgerij een
zwaren slag, doch in de overtuiging, dat Gods wil hier geschiedde, heeft zij
er in berust.
De zoo juist door den Secretaris voorgelezen inhoud van het Koninklijk
Besluit zegt ons, dat U als opvolger, benoemd zijt tot Burgemeester der ge
meente Soest. Met deze onderscheiding- wenschen alle hier aanwezigen, alsmede
alle inwoners van Soest, U van harte geluk. Haast d.eze gelukwenschen is het
mij een genoegen U en Uw gezin een hartelijk woord van welkom toe te roepen
in Uwe nieuwe gemeente» Met Uw gezin hebt U hedenmorgen Uw blijde incomste
gedaan, waarbij het U gebleken zal zijn, dat de burgerij van Soesterberg, Soest-
duinen, Soest en Soestdijk, tezamen vormende de gemeente Soest, op spontane
wijze uiting heeft gegeven aan haar blijdschap U te mogen begroeten, als haar
Burgemeester, en aan haar vreugde Uw gezin te mogen rekenen tot haar nieuwe
medeburgers.
Wij waardeeren dan ook bijzonder de aanwezigheid van Uw gezin, omd.at
vanaf dit oogenblik nauwe betrekkingen ontstaan tusschen Uw gezin en de bur
gerij van Soest.
Met voldoening hebben wij vernomen, dat onderlinge waardeering U en Uw
gezin met de burgerij van Avereest hebben verbonden en dat Uw vertrek naar
Soest door d.ie gemeente en haar inwoners, als een groot verlies wordt be
schouwd. Wij weten, dat bedoeld vertrek ook U en Uw gezin zwaar gevallen is,
maar laat ik U verklaren, dat U en Uw gezin er van verzekerd kunt zijn, dat
Soest en hare inwoners U vandaag met volle instemming en vertrouwen ontvan
gen. De burgerij zal U, met erkenning van het aan U gegeven gezag, tegemoet
treden met gevoelens van voorkomendheid en bereidwilligheid, zij verwacht,
dat onder Uwe leiding, hare belangen veilig zullen zijn»
Vanuit d.en Raad, mijnheer de- Burgemeester, wordt U en Uw gezin eveneens
een hartelijk welkom toegeroepen.
De verhouding tot dit College, waarvan U ambtshalve tot Voorzitter zijt
aangewezen, is uit den aard der zaak, vanwege de velerlei geestesstroomingen
onder zijn leden, geheel anders. De gemeenteraad verwacht van U eene goede
en zakelijke leiding bij de behandeling van vele moeilijke vraagstukken, wel
ke zich in deze mooie en groeiende gemeente opdoen. Doch deze verwachting
gaat gepaard met den ernstigen wil zijnerzijds, Uwe leiding te aanvaarden,
om al zoo gezamenlijk en met erkenning van ieders inzicht, alleen en uitslui
tend het belang van onze gemeente te dienen. Met vertrouwen en vreugde heeft
de