-3 Augustus 1937 120. de Raad Uwe benoeming tot Burgemeester vernomen, omdat reeds aanstonds be kend was, dat het Uw ernstig streven zal zijn, Uwe geheele persoonlijkheid te geven aan de belangen van de gemeente, waarover U door Hare Fajesteit de Koningin met het hoogste gezag zijt bekleed. Er wacht U, geachte Burgemeester, een groox arbeidsveld. Be gemeente huishouding zal U roepen tot oplossing van vele vraagstukken, terwijl daar naast de financieele positie van de gemeente, om ernstige verbetering vraagt. Wilt echter op dit plechtig oogenblik, van den Raad de verzekering aan vaarden van zijn ernstigen wil, om met U in onderlinge samenwerking te trach ten, de vele moeilijkheden, die er zijn en die nog zullen komen, te overwin nen. Het dagelijksch Bestuur der gemeente heeft U reeds bewijzen van sympa thie gegeven en heeft U zijne volle medewerking toegezegd, terwijl U er zich van verzekerd moogt rekenen, dat onze hooggeachte Secretaris en al zijn mede helpers U bij Uwen dagelijkschen arbeid in het waarachtig belang van de ge meente Soest zullen terzijde staar. Het College van Burgemeester en Wethouders aanvaardt gaarne Uwe leiding en hoopt daarbij op onderlinge waardeering en vertrouwen in eendrachtige sa menwerking. U zult wel begrepen hebben, dat ik met de medehelpers van den Secreta ris onze gemeente-ambtenaren bedoelde. Het is voor mij een groot genoegen U te kunnen verzekeren, dat U hier aantreft eai uitstekend corps ambtenaren, waar op de gemeente Soest trots kan zijn. Bank zij hun toewijding en groote werk kracht worden s-lle toenemende werkzaamheden vlot en op tijd in deze groeiende gemeente verricht. Zij zien TJw komst met vreugde en spreken een hartelijk welkom voor U en Uw gezin uit. Als een bewijs van groei onzer gemeente vertel ik U, dat het aantal in woners op 1 Januari j.1. bedroeg I7OO2 en op 1 Juli j.1. 17330» Fijnheer de Burgemeester, Het is onze oprechte wensch, dat met Gods hulp Uw bestuur zegenrijk zijn mag, en dat U bij Uwen arbeid in het belang van de gemeente Soest en hare burgerij, bevrediging moge vinden. Veroorloof mij thans U te sieren met het teeken van Uwe waardigheid, den ambtsketen, waarbij ik U verklaar te zijn geïnstalleerd als Voorzitter van onzen Raad." Nadat bedoelde handeling heeft plaats gehad, zegt de Voorzitter (^eth. Gasille)3 "Thans, H.E.Raar]sleden, stel ik U voor Uwen nieuwen V0orzitter, Burge meester Fr .h.A.J.Visser. Hooggeachte Voorzitter, mag ik U nu in kennis brengen met de heeren le den van den gemeenteraad." Hierna worden de raadsleden voorgesteld aan den nieuwen Burgemeester, die daarna als Voorzitter der vergadering optreedt. Spreker vraagt of er nog leden zijn, die het woord wenschen. Be heer Endendijk, die het woord vraagt en verkrijgt, spreekt als volgt; "Fijnheer de Voorzitter, Namens den Raad is mij de vereerende taak opgedragen U, namens hem, te feliciteeren met Uw benoeming als Burgemeester onzer gemeente en U en Fevrouw met Uw kind hartelijk welkom te heeten onder ons. Ik doe dat gaarne, in de vaste overtuiging, dat de mogelijkheid aanwe zig is, dat voo U als Burgemeester, maar ook voor Uw gezin, Soest veel zal kunnen geven, wat aangenaam is, ook al zullen zich wel eens moeilijkheden voor doen. Soest-Soestdijk is altijd een plaats geweest overal in het land hekend, inzonderheid den laatsten tijd, niet het minst door het feit, dat wij het voorrecht

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1937 | | pagina 240