6 October 1937 153»
De heer van ie Ven zegt dat de vijf raadsleden voor dit agendapunt de
bijzondere aandacht vragen. Spreker is er zich van bewust, dat C^tze vergade
ring een zeer ernstige vergadering is, doch ze zal er niet een zijn, waarin
veel stof zal opwaaien. Spreker val allereerst een woord richten tot den
Voorzitter, en zegt dat deze wellicht onaangenaam getroffen zal zijn, toen
hij het verzoek der vijf raadsleden ontving om een vergadering te beleggen.
Spreker vermoedt, dat de Voorzitter zich wel zal hebben afgevraagds welke
richting gaan de raadsleden uit, en zal men weer in herhalingen vallen van
hetgeen vroeger in de raadszittingen van Soest heeft plaats gehad. Het laat
ste is geenszins de bedoeling. Deze vijf raadsleden hebben, evenals de ove
rige raadsleden, voor zichzelf de belofte gedaan, dat zij den Burgemeester
met alle kracht zullen terzijde staan om diens zware taak te helpen verlich
ten. Na de raadsvergadering van 21 Sept.j.1. zijn verschillende leden met
veel gedachten naar huis gegaan, Er was in die vergadering besloten om een
aanvulling op het oorspronkelijk uitbreidingsplan vast te stellen, en de
meeste leden zullen bij nadere overdenking dit besluit niet begrepen hebben.
Reeds den volgenden dag hoorden de leden vele andere zakelijke dingen, die
zij in de vergadering van 21 September j.1e niet wisten. Spreker vindt het
alleszins geoorloofd, dat burgers, bijaldien zij moeilijkheden met do gemeen
te hebben, zich wenden tot raadsleden om nog eens van gedachten te wisselen.
Dergelijke conferenties zijn voor raadsleden soms moeilijk, daar zij niet
ten gemeentehuize gehouden mogen worden, zoodat dit op straat of in een par
ticuliere woning moet plaats hebben. Gemakshalve hebben besprekingen plaats
gehad ten huize van een der betrokkenen, wiens terrein in de onmiddellijke
nabijheid van de woning is gelegen. Dit is dan tegelijkertijd een antwoord
op een ingezonden stuk in een der plaatselijke bladen. Spreker zegt dan ver
volgens, dat E.en f!. bij de behandeling van hun voorstel in de raadsvergade
ring van 21 Sept.j.1. aan de oppervlakte zijn gebleven, tervajl het pleidooi
van den heer Hilhorst, die toen alleen tegen stemde, niet vermocht door te
dringen tot de overige raadsleden, die te dezer zake voor oen groot dool on
kundig waren. De heer Hilhorst sprak vuor zichzelf wol duidelijk, doch niet
voor de overige leden.
De heer Hilhorst meent dat zijn standpunt op juiste wijze in de notulen
weergegeven is.
De heer van de Ven vraagt waarom niet tijdig aan de raadsleden de noo-
dige inlichtingen werden verstrekt. Zelfs op den oproepingsbrief van de ver
gadering van 21 Sept.j.1» kwam geen enkele mededeeling voor. Men heeft de
raadsleden niet voor 100% medegedeeld hoe de vork aan den steel zat. Daarte
gen moeten de vijf raadsleden ten zeerste protesteeren» Waarom heeft men de
leden niet volledig ingelicht? Waarom heeft men niet medegedeeld, dat de
grond was verkocht op 20 Juli j.1., dus nS. de goedkeuring van het uitbrei
dingsplan, waaruit de onderhavige terreinen waren gelicht. De grond, welke
verkaveld was, lag voor bebouwing geheel gereed, en de koopsom was reeds in
Augustus betaal Waarom is een en ander niet aan den Raad medegedeeld op 21
September j.1.? Aan den ^ienst Gemeentewerken was medegedeeld, dat de gron
den medio October bebouwd zouden worden. Tengevolge van zijn besluit van 21
September j.1. is door den Raad. voor de botrokkonen een afgrond geopend met
een vooruitzicht in het verre verschiet.
De Voorzitter vraagt eenige toelichting, daar hij deze uitdrukking niet
begrijpt. Volgens Spreker ligt iemand in don afgrond en dan kan or voor hem
van goon uitzicht meer sprake zijn of er is wel uitzicht, doch dan ligt men
niet in den afgrond.
De heer van de Ven, die hier anders over denkt, wijst or vervolgens op,
dat ter plaatse een stuk energie ten opzichte van de bouwnijverheid is stuk
geslagen. Een destijds door do gemeente gemaakte fout hoeft mon thans willen
horstellen