6 October 1937 157c een schikking. Spreker zou hiermede niet willen wachten totdat de Schadere gelingsverordening toepasselijk zal worden verklaard. "De Voorzitter zegt zich te laten leiden door de opmerking van den heer Endendijk. Spreker zal niet op al het gesprokene ingaan, hoewel er voor hem wel degelijk aanleiding is om minder aangenaam te spreken. Spreker, die ech ter wel gebruik zal maken van de gelegenheid om eenige uitstapjes in de ge meentepolitiek te doen, 'wijst er op, dat de heer van de Ven de hoop heeft uitgesproken, dat Spreker niet onaangenaam zal zijn getroffen door het inge komen verzoek van de 5 raadsleden om een raadsvergadering te houden,, Spreker waardeert het dat de heer van de Ven hem persoonlijk niet onaangenaam heeft willen zijn. Toen Spreker de omstandigheid bekend werd, waaruit het verzoek der 5 raadsleden werd geboren, was Spreker zeer onaangenaam getroffen. Spre ker zegt dat d_e heer van de Ven ^it wel schijnt te gevoelen, want onbewust verdedigt hij een en ander in bepaalde bewoordingen. Zoo heeft de heer van de Ven gezegd, dat het toch voor raadsleden wel geoorloofd is met burgers te vergaderen. De betrokken bouwondernemers zijn driemaal bij Spreker geveest en Spreker heeft deze heeren medegedeeld, dat zij maar moesten doen, wat zij niet konden laten. Zij hebben zich gewend tot de raadsleden. Een raadslid mag aan alle feesten van inwoners deelnemen, maar als een particulier zich tot een raadslid wendt, dan is voor dat raadslid de stoimbal geheschen. Het is dan een S.O.S,sein§ hier dreigt ernstig gevaar. Spreker sluit zich aan bij het gezegde var. den heer ïïooder. Met genoegen kan Spreker de mededeelingen van den heer ïïooder onderschrijven, en Spreker vraagt zich af of de leden wel indachtig zijn ge?/eest aan den afgelegden zuiveringseed, Het is onjuist, dat de raadsleden zich dusdanig door belanghebbenden laten inlichten! de raadsle den moeten voldoen aan eischen van verstand, fatsoen en evenwichtigheid. Hier is geen sprake van een dienen van het algemeen belang. De heeren hebben een soort romppariement gevormd. De buitenwacht denkt zoodoende over raadsleden allicht als aan ledepoppen, die dansen als men aan de touwtjes trekt. Spre ker begrijpt niet, dat de raadsleden zich niet even tot B.en W„ hebben gewend om inlichtingen. Zij hadden toch deze zu.ak met B.enW. op vriendschappelijke wijze kunnen bespreken. Zulks is veronachtzaamd, hetgeen een groote fout is. Men maakt aldus het werken voor ieder College onmogelijk. B.en W, hebben be sprekingen gevoerd met de betrokkenen, die niet onwelwillend werden ontvangen. Ze zijn weggegaan in de vaste overtuiging, dat voor hen gedaan zou worden wat mogelijk was. B.en W, hebben deze zaak gunstig willen beplooien, doch niette genstaande de toezeggingen van B.en W. hebben de betrokkenen eenige raadsle den overgehaald om een raadsvergadering aan te vragen. Spreker vraagt zich af hoe B.en hun bestuursrecht door een dergelijke handelwijze in vaste lijn kunnen vormen. Spreker begrijpt niet dat er raadsleden zijn, die zich ervoor geleend hebben om een raadsvergadering aan te vragen op instigatie van belanghebbenden. Spreker heeft dan ook de vaste overtuiging, dat bedoel de raadsleden de portee van hun aanvrage niet hebben begrepen, en zij hebben zich laten Ieenen als figuren voor een feuilleton van "Volk en Vaderland", Spreker begrijpt ook niet, dat de heer Helmus als S.D.A.Jfier het verzoek mo- de-onderteekend heeft, daar de S.D.A.P, toch steeds op een tegenovergesteld standpunt staat. Spreker verzoekt dringend niet in te gaan op een voorstel tot intrekking van het in de vergadering van 21 Sept.j.1. genomen besluit, daar zulks ten nadeele van het algemeen belang zou zijn. Spreker vertrouwt dat de Raad het College van B.en zal toestaan voort te gaan in de uitge stippelde richting. Wethouder Gasille is van oordeel, dat het voorstel van B.en W. in de vo rige vergadering duidelijk is toegelicht geworden. Een en ander vindt men te rug in de notulen dier vergadering. Men heeft nu wel gezegd, dat het College van B.en W, een fout heeft gemaakt, doch dit is volgens Spreker nog aan twij fel

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1937 | | pagina 314