-■-6 October 1957 160.
Spreker zegt acte te nemen van de mededeeling van den Wethouderdat de
raadsleden naar ambtenaren kunnen gaan ter bekoming van inlichtingen» In
bedoelde overeenkomst is druk gedebatteerd en Spreker heeft gezegd, dat,
als er meer menschen zijn, YYier belangen worden geschaad, deze zich moeten
wenden tot het gemeentebestuur,-, Het is stellig de plicht om het algemeen
belang te dienen, doch dit mag niet worden gediend, op kosten van enkelen
Nu is er wel een Schaderegelingsverordening. He Wet erkent geen recht op
schadevergoeding» In een commentaar op de Woningwet schrijft de bekends Ir,
Lietaert .Peerbolte, dat de schaderegelingsverordeningen verschillend zijn,
doch alle hetzelfde prijzenswaardige doel hebben, Er is ook in onze gemeente
een mogelijkheid van schadevergoeding en daarom is belanghebbenden aangera
den zich tot B.en W» te wenden, Verschillende raadsleden zijn van oordeel,
dat de raadsvergadering van 21 Sept.j.1. in een soort stormpas is gehouden,
"De leden hebben niet de overtuiging, dat zij voldoende zijn ingelicht ge
worden. De p raadsleden hebben de zaak zeer goed overwogen, en men wil den
Voorzitter persoonlijk niet onaangenaam zijn. Er is geen sprake van, dat
ruggespraak is gehouden met belanghebbenden, doch de raadsleden mogen toch
zeker wel eens een magneet gebruiken om te zien, wat er gaande is.
"De heer van den Berg zegt dat hij aanvankelijk ook gedacht heeft, dat
er in de raadsvergadering van 21 Sept.j.1. iets geheimzinnigs aan de orde
zou komen. Spreker was het dus in dit geval eens met den heer Thijssen. La
ter heeft Spreker begrepen, dat het in het belang der gemeente was, dat al
dus werd gehandeld. Spreker meent, dat belanghebbenden zich eerst hadden
moeten wenden tot B.en W.en niet tot den Raad. Ten slotte vraagt Spreker
wat het doel van de vergadering van heden is, daar hij nog steeds niet een
voorstel heeft vernomen.
He heer Helmus zegt naar aanleiding van het gezegde van den Voorzitter
van oordeel te zijn, dat volksvrijheden, zoowel bij niet-raadsleden, als bij
raadsleden, behooren. Een ieder is toegediend met volksvrijheden, en Spre
ker zal daarvoor, alsmede voor de democratie, steeds opkomen. Toen er spra
ke van was, dat de grond verkocht zou. worden, hadden B.en W. dadelijk bij
den Raad moeten komen met het voorstel om een partieel uitbreidingsplan
vast te stellen. Spreker zegt tenslotte nog, dat hij niet in de bres springt
voor hen, die een groot grondbezit hebben, maar dat ook kleinere grondbe
zitters schade kunnen lijden van hetgeen is geschied. Het gemeentebestuur
had vroeger moeten ingrijpen, want men dient ieder mensch zooveel mogelijk
ter wille te zijn,
He Voorzitter zegt dat de heer Thijssen als 't ware te kennen heeft ge
geven, dat de betrokken raadsleden zich niet tot B.en W, hebben gewend om
dat belanghebbenden het advies dier leien zouden opvolgen ora zelf naar B,
en W. te gaan. Het komt Spreker voor, dat het niet een daad van wijs beleid
is, dat de raadsleden belangheobenden als boodschappers laten optreden, He
raadsleden hadden zich eerst eens hij B.en W, moeten overtuigen. He betrok
ken bouv/on1 ernemers spraken bij B.en W. al direct over een raadsvergadering»
Spreker heeft gemerkt, dat de heer Thijssen met aandacht heeft geluisterd
naar het gezegde van Wethouder Gasille inzake het geven van inlichtingen
door ambtenaren aan raadsleden. Spreker staat op een geheel ander standpunt
en zal nooit kunnen toestaan, dat ambtenaren inlichtingen verstrekken zon
der toestemming van B.en W, Naar aanleiding van het gezegde van den heer
Thijssen, dat het algemeen belang niet mag' v/orden gediend ten koste van en
kelen, zegt Spreker, dat helaas veel beslissingen moeten Y7orden genomen ten
schade van enkele personen. In de practijk loopt men vast met het door den
heer Thijssen verdedigde standpunt, aangezien alsdan geen behoorlijk over
heidsbestuur mogelijk zoude zijn. Spreker zegt voorts een verschil van in
zicht geconstateerd te hebben omtrent democratie bij de heeren Hooder en
Helmus,