21 December 1957 208 Voorts zegt Spreker, dat gesproken is over belastingverlaging# Het zal Wet houder Gasille stellig spijten, dat hij geen voorstellen tot belastingver laging kan doen# Ten aanzien van de steanverleening schijnt eenige bevredi ging te heerschen. Deze aangelegenheid is ook een zeer moeilijk punt, voor al om het evenwicht te vinden. Eenerzijds moet aandacht worden geschonken aan de behoeften en anderzijds aan het financieel beheer der gemeente. Spre ker zal daarvoor zijn allerbeste krachten geven. De kwestie van de steunnor- men heeft de positieve aandacht van B.en W. en Spreker zal geen middel en- beproefd laten om daarin verandering aan te brengen. Ook de werkobjecten heb ben de volle aandacht. Haar nieuwe objecten zal worden uitgezien, waarvoor Gemeentewerken steun dient te verleenen. Voorts is nog gewezen door den heer Nooder op de zeggenschap der gemeente hij de werkverschaffingsobjecten. Spreker zal alsnog gaarne vernemen wat de heer Nooder hiermede bedoelde# De heer Nooder zegt dat hij bedoeld heeft de gezagverhoudingen, welke bestaan bij de uitvoering der -werkverschaffingsobjecten. De Raad verleent de credieten voor de uitvoering der werkverschaffingsobjecten, maar hoe is nu de verhouding van de gemeente tot de uitvoering dier objecten. Heeft de gemeente nog iets te zeggen of staat alles onder leiding van het Staats- boschheheer? De Voorzitter zegt dat de uitvoering bij B.en W, berust. Wethouder de Bruijn wijst er op, dat de Rijksinspecteur van de Werkver schaffing destijds in een vergadering van B.en W. nadrukkelijk heeft mede gedeeld, dat alle arbeid in de bosschen in eerste instantie onder leiding staat van het Staatsboschbeheer. Dat lichaam heeft dus in eerste instantie te beslissen en de gemeente is daaraan gebonden. De Voorzitter zegt dat dit alleen de uitvoering der objecten, de dagelijk- sche leiding in de bosschen betreft. Doch wanneer de gemeente bezwaren heeft, dan kan zij wel degelijk met hoogere instanties van gedachten wisse len. De gemeente heeft dus wel degelijk zeggenschap, en Spreker zal zich die nimmer laten ontnemen. Wethouder de Bruijn wijst er op, dat hij niet heeft beweerd dat B#en W, uitgeschakeld zijn. Spreker heeft alleen de bedoeling gehad te zeggen, dat de leiding omtrent de werkzaamheden in de bosschen hij Staatsboschbeheer berust. De leiding is dus in eerste instantie bij het Staatsboschbeheer, doch deze blijft niet bij dat lichaam. Voorts wijst Spreker op het contact, hetwelk tusschen de Gemeente en het Staatsboschbeheer bestaat door middel van den heer Kraaijenbrink. Wethouder Gasille zegt dat de dagelijksche leiding bij uitvoering van objecten in de bosschen bij Staatsboschbeheer berust, terwijl de dagelijk sche leiding bij uitvoering van andere objecten bij de Heide-Maatschappij berust. De Raad beslist omtrent de aanwijzing der objecten en de financiee- le gevolgen. De uitvoering is niet meer, zooals vroeger, bij Gemeentewerken, Alles gebeurt dus in overleg met genoemde lichamen, doch B.en W. behouden de hoofdleiding. De Voorzitter zegt dat de uiteindelijke beslissing toch bij de gemeente blijft berusten. Voorts zegt Spreker, dat hij de toekomst van het Gasbe drijf niet zoo somber inziet als door den heer Nooder geschiedt. Met betrek king tot de woningbouwkwestie moet Spreker het indienen van een motie door den heer Nooder, welke ter kennis zal worden gebracht van de Staten-Generaal, ten zeerste ontraden. Een dergelijke motie zal z.i. geen resultaat opleve ren, Deze zaak is in een nood-stadium gekomen. Geen middel zal Spreker onbe proefd laten om beëindiging van den thans bestaanden toestand te verkrijgen. Wanneer Spreker een behoorlijke kans van slagen zag in de uitwerking der mo tie van den heer Nooder, dan zou Spreker daar stellig achter staan. Spreker belooft dat hij deze zaak persoonlijk in den Haag zal aansnijden en zal na gaan of wat te bereiken valt. De belooning van volontairs is een probleem, en

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1937 | | pagina 416