24 Maart 1937 32. ges voor vergunningen tot kampeeren vanaf 15 Juni 1935» voorkomende op een staat, welke de heeren thans zeggen niet gezien te hebben. De Burgemeester heeft als hoofd der politie niets met deze zaak te maken. Het is een zuiver administratieve aangelegenheid, welke ter beoordeeling van B,en is. De Se cretaris.heeft dan ook de noodige opdrachten namens B.en W, aan de politie ge geven, Nogmaals betoogt Spreker dat het hier niet een politiezaak betreft. De heer Thijssen zegt dat de raadsleden destijds voorgesteld hebben de rekening voorloopig vast te stellen onder uitdrukkelijk voorbehoud, dat zoo spoedig mogelijk door den Burgemeester een volledig onderzoek van zijn bevin dingen schriftelijk ter kennis van den Raad wordt gebracht. Deze zaak moet door den Burgemeester behandeld worden. Verder zegt Spreker dat verschillende lijs ten in den beginne niet aan de raadsleden zijn verstrekt. Later zijn er staten bijgevoegd. De staten, welke de raadsleden hebben gezien, zijn van hun paraaf voorzien. De Secretaris en het Hoofd der Afdeeling Financiën zeggen in hun rapport, dat er nog eenige lijsten ontbreken. Spreker betreurt dit, daar alle lijsten een kasboek vormen, Als hoofd der politie is de Burgemeester verplicht deze zaak te onderzoeken en na te gaan of er ook omissies zijn te constateeren. De drie raadsleden meenen dat er wel omissies zijn. De kwestie van het invor deren der niet-afgedragen gelden is een zaak voor B.en W, om te rapporteeren, doch hetgeen voorafgegaan is, is een zaak voor den Burgemeester, zoodat diens rapport noodig is. Spreker gaat accoord met de zienswijze van den heer Stro band om deze zaak aan te houden en de stukken te zenden naar de drie raadsle den ter nadere bespreking en voor het uitbrengen van een nader rapport. De heer van de Ven steunt het voorstel om deze zaak wederom in handen te geven van.de .drie raadsleden. Bedoelde leden willen zich gaarne overtuigen. De leden hebben 75 staten gehad, welke zij genummerd en gewaarmerkt hebben. Ver der is geconstateerd dat er van de overgelegde 18 staten slechts 6 in handen van de leden zijn geweest, zoodat de overblijvende 12 staten niet door de leden zijn gezien. De leden dienen zich te dier zake te overtuigen. Voorts merkt Spreker op dat het begeleidend schrijven van B,en Vf. aan den Raad niet is on derteekend. De heer Endendijk is er zeer sterk voor om deze zaak nu zoo maar niet af te maken. Niemand moet den indruk hebben dat er iets grofs zou hebben plaats gehad. Op het politiecorps mag geen onverdiende lak worden geworpen wanneer het een kwestie van enkele guldens zou zijn.Spreker acht het derhalve noodig, dat deze zaak haarfijn wordt uitgezocht. De Voorzitter wijst er nogmaals op dat de drie raadsleden in hun rapport op blz,5 een opmerking maken, welke betrekking heeft bp een staat, welke niet aan de leden overgelegd zou zijn. Spreker, die dezen staat ter inzage geeft aan den heer van de Ven, zegt nogmaals, dat het hiér niet een politiezaak als zoodanig is, doch een zuiver administratieve aangelegenheid, waarvan de uitvoe ring aan do politie is opgedragen, In overeenstemming met de wettelijke voor schriften mo.et deze admnistratürjekwestie dus verder door B.en V/. behandeld worden. B.en V. hebben nog eens de verantwoording der leges zegels door de po litie nagegaan vanaf April 1932 (het tijdstip, waarop de legoszegeló werden ingevoerd) tot op heden. Spreker leest het desbetreffend overzicht voor, waar uit blijkt dat de waarde van de afgegeven zegels vanaf 1 April 1932 tot heden f.6544,bedraagt. Verantwoord is oen bedrag van f.6540»alzoo een verschil van f.4, hetwelk is toe te schrijven aan de afgifte van zegel's ad f.1,voor kampeervergunningen en het teruggeven van f.0,50 aan enkele vergunninghouders. De heer Thijssen meent dat dit rapport niet van belang is. Spreker acht een nader onderzoek noodig. De Voorzitter stelt voor deze zaak niet aan te houden, doch af te doen, opdat alle stukken s^an Gedeputeerde Staten kunnen worden toegezonden. De drie raadsleden hebben ook aan Gedeputeerde Staten geschreven, zoodat dit College deze zaak zal onderzoeken. Voorts zegt Spreker dat, wanneer men fraude veron- derstelt.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1937 | | pagina 64