10 Februari 1937 4.
Het reservefonds is telkenjare versteekt en bedroeg op 31 Dec.1935 f.509«061,28.
Ook naburige gemeenten hebben diverse aandeelen in hun bezit, o.a. Amersfoort
40 stuks, Baarn 15, de Bilt 37, Driebergen-Rijsenburg 17, Utrecht 120 en Zeist
25» De Provinciale Griffie acht belegging van een gedeelte der te beleggen gel
den in deze aandeelen aanbevelenswaardig. De Bank verstrekt alleen gelden aan pu
bliekrechtelijke lichamen waardoor er weinig risico is. Deze bank is zoo safe
mogelijk.
De heer Nooder vraagt of een dividend van 6% niet gecamoufleerd is. Spreker
meent dat de gemeente, wanneer zij aan deze belegging deelneemt, kunstmatig een
hoogen rentestand in de hand werkt voor de gevallen, waarin geld moet worden op
genomen.
Wethouder de Bruijn acht het zeer gewenscht dat de gemeente aandeelhoudster
wordt, opdat zij dan ook kan profiteeren van de baten der bahk. Andere gemeenten
handelen ook aldus.
De heer Thijssen zegt het eens te zijn met den heer van de Ven. De hierbe-
doelde bank gaat het geld, dat zij van bepaalde gemeenten leent, weer distribu-
eeren als leening aan andere gemeenten. Spreker acht het principieel verkeerd
dat de gemeente haar gelden in een bank gaat stoppen.
De Voorzitter betoogt nogmaals dat bedoelde bahk zeer safe is.
De heer Thijssen blijft er tegen om aan banken te leenen. In dit verband
wijst Spreker nog op de catastrophe, welke destijds ontstond toen de Arrihemsche
Bank werd gesloten.
Wethouder Gasille zegt dat de Bank voor Nederlanasche gemeenten geen gewo
ne bank is. Deze bank is uitsluitend een bank voor de Gemeenten. Zoowel het Bijk
als Gedeputeerde Staten zijn van oordeel dat deze belegging solide is.
Het besluit sub 5. wordt hierna met 3 tegen 5 stemmen vastgesteld. Tegen
stemden de heeren van de Ven, Thijssen, van Breukelen, Helmus en Nooder.
6. BELASTINGEN (4e afd.no.4285)
Voorstel tot intrekking van het raadsbesluit van 30 Sept, 1936, 4e afd.no.
4285, tot vermindering der personeele belasting voor den grondslag biljarten.
Deze intrekking wordt voorgesteld, aangezien volgens mededeeling van Gedepu
teerde Staten er bij den Minister van Binnenlandsche Zaken bezwaar bestaat om bo
venbedoeld raadsbesluit bij de Koningin ter goedkeuring voor te dragen.
De heer Nooder wil niet overgaan tot intrekking van het besluit van 30 Sept.
1936, aangezien hij nog niet van standpunt is veranderd. De gemeenten moeten naar
Sprekers meening vechten om hun autonomie te versterken. Zoo moet ook hier de ge
meente niet toegeven.
De Voorzitter zegt dat de gemeenten er geen benul van hebben wat het Rijk
in deze moet doen. Het gaat hier ook om het Rijksbelang en het Rijk zit de ge
meenten niet dwars. Het Rijksbelang gaat boven het Gemeentebelang.
Het voorstel van B.en V/. wordt hierna verworpen met 7 tegen 6 stemmen. Tegen
het voorstel stemden de heeren van de Ven, Thijssen, van Breukelen, Hilhorst,
Helmus, Nooder en Hom.
7. COMPTABILITEIT (4e afd.no.96O).
Voorstel tot vaststelling van rentepercentages voor 1936 voor verstrekte en
opgenomen gelden gasbedrijf.
Op grond van het medegedeelde in hun schrijven dd„ 2 Februari 1937 no.960
stellen B.en W. voor2
1. de rentepercentages wegens opnamen en stortingen door het gemeentelijk gasbe
drijf in rekening-courant bij den gemeente-ontvanger gedurende het jaar 1936
vast te stellen op 3,5$ voor debetsaldi, en 1,5% voor creditsaldi.
2. het rentepercentage wegens aan het gemeentelijk gasbedrijf gedurende het jaar
1936 door de gemeente verstrekt, niet uit een vaste leening verkregen kapitaal,
vast te stellen op 3,5
.Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aan
genomen en het aangeboden ontwerp-besluit vastgesteld.
8. COMPTABILITEIT
