24 Maart 1937 47 wordt. De Raad wenscht die zekerheid echter wèl 'Wethouder de Bruijn zegt dat men moet "beginnen met het salaris vast te stellen, hetwelk gebaseerd is op de salarisschaal van het Rijk. Zoolang geen crediet door den Raad verleend is, kunnen B.en W. geen oproeping doen. De heer Endendijk meent dat de Raad niet tegen deze credietverleening zal zijn wanneer hij eenige medezeggenschap heeft ten aanzien van de benoeming, ook voor het gaval iemand op arbeidscontract wordt aangenomen. Spreker stelt voor het crediet toe te staan onder voorwaarde dar B.en 'W. zich moreel verbin den een kracht uit de gemeente aan te nemen. De heer ihijssen wijst er op dat volgens het Ambtenarenreglement de de finitieve benoeming door den Raad moet geschieden. Bedoeld reglement kan ge wijzigd worden en wel in dier voege dat ook de tijdelijke ambtenaren door den Raad benoemd moeten worden. De heer Endendijk wil in 't algemeen niet tornen aan de aan B.en W. toe gekende bevoegdheden, doch dit speciale geval dient onder oogen te worden ge zien. De heer van de Ven zegt dat hij een schriftuur voor zich heeft, dat door eenige raadsleden is samengesteld. Spreker zal dit thans niet in openbare ver gadering ter sprake brengen, doch hij vraagt wel toestemming om de eindconclu sie, bevattende eenige voorstellen, te mogen voorlezen. Bedeelde voorlezing heeft plaats, waaruit blijkt dat voorgesteld wordt B.en W. uit te noodigen binnen 2 weken na heden aan elk raadslid toe te zen den een afschrift van het eerste door den Directeur van Gemeentewerken opge maakte reorganisatierapport. Verder B.en VI, op te dragen binnen 4 weken een door dit College opgemaakt her-reorganisatieplan van den dienst van Gemeente werken aan de Raadsleden te doen toekomen, bevattende de noodige personeels- bezuinigingen en een duidelijke omschrijving van de taak van eiken ambtenaar bij den diensti een omschrijving van de taak van het tijdelijk personeel, dat in dienst is en eventueel dient te worden aangesteld^ een omschrijving van het werk bij Gemeentewerken en bij de afdeeling Bouw- en "Woningtoezicht, en wie tot het personeel van elk dezer afdeelingen behoort. Voorts B.en VI, op te dra gen te voorzien in den ongereglementeerden toestand bij Gemeentewerken door den Raad aan te bieden een ontwerp-verordening betreffende invoering van den bedrijfsvorm voor dezen dienst en de noodige ontwerp-instructies voor al het vaste en eventueel in tijdelijken dienst zijnde personeel. De Voorzitter acht het geen manier van doen om de aangenomen reorganisa tie aldus tegen te werken. Spreker moet zich met klem tegen een dergelijke handelwijze verzetten en zal artikel 76 der Gemeentewet in toepassing moeten brengen. De heer Endendijk zegt andermaal dat hij de gevolgen van de aangenomen reorganisatie wil aanvaarden, alhoewel hij tegenstander van die reorganisatie is» Spreker wilde alleen aan B.en VI, een bepaald inzicht geven om te komen tot een oplossing. De heer van de Ven meent dat de fundamenten van Gemeentewerken stevig moeten zijn. "Wethouder de Bruijn zegt dat dan eerst het reorganisatieplan in vollen omvang ten uitvoer gebracht moet worden. De heer van de Ven meent dat de fundamenten van Gemeentewerken wankel zijn. Wethouder de Bruijn zegt dat die reeds wankel waren. De heer van de Ven vindt dit een reden temeer om thans in te grijpen. De heer Nooder zegt dat hem het door den heer van de Ven gelezen voor stel niet ver genoeg gaat. Om de zaak echter tot een resultaat te brengen, zal Spreker met dit voorstel meegaan en zijn eigen voorstel, dat veel straffer is, in portefeuille houden. Spreker meent dat do handeling van den Raad niet un fair is. De fundamenten van het reorganisatieplan van B.en V. stonden naar Sprekers

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1937 | | pagina 94