24 Maart 1937 48.
Sprekers meening niet op goed gefundeerde pijlers. Die pijlers waren voor
Spreker het advies van den Directeur van Gemeentewerken, waaraan B.en V, ge
tornd hebben. Het staat volgens Spreker vast, dat de dienst niet met het te
genwoordige personeel op normale wijze gaande gehouden kan worden. Spreker
heeft daarvoor genoegzame gegevens. Wanneer deze zaak in geheime vergadering
"besproken zou worden, dan zou voldoende tot uiting komen dat de fundeering
niet gezond is. Spreker meent dat, wanne er het reorganisatieplan vandaag nog
aan de orde moest komen, dit plan zeker niet aangenomen zou worden. De bezui
niging v/elke door de reorganisatie zou zijn verkregen, en welke volgens"de
Soester" f,3600,zou bedragen, noemt Spreker fictief, daar in anderen vorm
weer gelden voor Gemeentewerken toegestaan moeten worden. Zulks ziet men nu
reeds met het aangevraagde bedrag van f,500,Spreker heeft de overtuiging,
dat men niet in de thans gevolgde richting moet voortgaan. Om den dienst op
"behoorlijke wijze te kunnen uitoefenen, zal uitbreiding van personeel moeten
plaats hebben en wel door weder-aanneming van de wachtgelders. Spreker wil
dus ook een nieuw plan van B.en W,bevattende een her-reorganisatie van Ge-
me enteY/erken, Spreker zegt voorts dat hij het door B.en aangevraagd crediet
ad f.500,wil toestaan, onder voorwaarde dat in de eerste plaats een wacht-
gelde wordt aangenomen, die disponibel is. Verder zegt Spreker dat men zich
moet onderwerpen aan de motieven van den Directeur met betrekking tot de re
organisatie. Spreker steunt het voorstel van den heer van de Ven c.s.
De heer Endendijk zegt niet geheel accoord te gaan met het standpunt van
den heer Nooder, Het voorstel van den heer van de Ven c.s, acht Spreker op
't oogenblik onaannemelijk. Een practisnhe oplossing is thans noodig. Spreker
wil daarom het crediet ad f.500,toestaan onder voorwaarde, dat geen vreem
de krachten voor de vervulling van de werkzaamheden worden aangenomen. Alsdan
hebben B.en de vrijheid de werkzaamheden te doen uitvoeren door menschen,
die thans beschikbaar zijn. Daarmede is dan echter nog niet beslist op het
voorstel van B.en V. tot het toestaan van een crediet voor aanstelling van een
klerk-teekenaar
De heer Helmus, die tegenstander is van de reorganisatie, meent dat er
in elk geval toch een klerk-te ekenaar 510 et zijn. De Commissie Openbare "Verken
heeft deze zaak besproken. In de Commissie was geen eenstemmigheid, doch de
meerderheid der Commissie stelde voor die plaats te doen bezetten door een
wachtgelder uit de gemeente. Spreker is daar ook voor. Voorts merkt Spreker
op dat het ontbreken van een technisch ambtenaar le klasse oorzaak is, dat
het werk zich thans opgehoopt heeft.
De heer Endendijk acht het na de gehouden besprekingen gewenscht dat de
punten 16 en 20 vrorden gesplitst. Spreker wil dus die f.500,— toestaan onder
voorwaarde, dat geen vreemde krachten door B.en zullen worden aangesteld.
De Voorzitter wijst er op dat de aangenomen reorganisatie nog niet tot
uitwerking is gekomen. Spreker vindt het geen eerlijke behandeling van zaken
dat men thans die nog niet tot uitvoering gekomen reorganisatie naar beneden
gaat halen. Er moet voldoende gelegenheid zijn om de reorganisatie ten volle
tot uitvoering te brengen, zoodat men deze thans niet omver moet kegelen.
De heer Helmus wijst er op dat de reorganisatie onjuist is geweest. Toen
deze slechts één week oud was, moest reeds een wachtgelder terug worden ge
roepen.
De Voorzitter zegt dat de zaken verkeerd voorgesteld vrorden.
De heer Thijssen erkent volmondig dat hij en ook nog eenige andere raadsle
den tot de reorganisatie hebben medegewerkt. Op het moment, dat de beslissing
Y/erd genomen, meenden deze leden goed te handelen, maar kort daarna is die le
den de onjuistheid dier reorganisatie gebleken. Dat de reorganisatie onjuist
is, is nog wol niet geheel bewezen, doch de stemmen leveren daarvan het bewijs
op. Bedoelde leden voelen nu dat er omissies zijn begaan, welke hersteld moe
ten worden.
De