3 Februari 1936 - 7. thans niet op den goeden weg, zoodat Spreker tegen het voorstel van B.enï, zal stemmen. De Voorzitter zegt dat hij in de vergadering van B.en W. ae vraag heeft besproken of het wel noodig was dat deze zaak bij den Raad werd voorgebracht. Als Spreker echter telkens vergast wordt op herhaling van discussies, eerder gehouden bij soortgelijke voorstellen, zal Spreker de lijn strakker moeten aanhalen. Spreker is geenszins overtuigd van het nut van"dergelijke herha lingen, temeer waar de opvattingen van de raadsleden te dezer zake wel vol doende bekend zijn. Da heer van BreukeLen meent dat de Voorzitter deze zaak niet in den Raad moet brengen wanneer hij van oordeel is, dat deze niet ter competentie van den Raad behoort. Wanneer het voorstel echter in den Raad gebracht wordt, wil Spreker zijn meerling niet onder stoelen of banken steken. De heer Nooder is van oordeel,"dat bij aanneming van dit voorstel de koopkracht der arbeiders grooter wordt. Spreker moet constateeron, dat de ar beiders met deze regeling gelukkiger zijn dan dat zij bij particulieren ar beid gaan verrichten. De loonen in werkverschaffing zijn hooger dan de loo- nen bij een boer. De Voorzitter zegt dat het wel geraakkeli jk is te zeggen dat men tegen een voorstel is, als men weet dat er een raadsmeerderheid vóór is. Het is toch beter dat de menschen gaan werken dan dat zij steun trekken. De heer Hilhorst hoopt dat men in deze richting zal blijven voortgaan, Sprokor meent dat de woorden van den heer van Breukalen partij-reolame betee- kenen. De heer Helmus hoopt en vertrouwt dat'de in de desbetreffende begrooting uitgetrokken loonen"ook werkelijk verdiend zullen worden. Spreker verzoekt B.en W. hieraan aandacht te schenken. Het voorstel van B.en W» wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aan genomen met aanteekening, dat de heer van Breukalen geacht wil worden te hebben tegengestemd. 6. COMPTABILITEIT (4e Afd.nos.4800 en 2l/588). Wethouder Gasille deelt hierna namens B.en W. made, dat blijkens een van den inspecteur der directe belastingen ontvangen opgaaf dd. 3 Januari 1938 de voor 1938 geraamde belastingopbrengsten, voor zoover de grond- en perso neels belasting betreffend, aanmerkelijk afwijken van die, ontleend aan de door den genoemden inspecteur vóór de opmaking der begrooting 1938 verstrek te gegevens. Per saldo worden deze opbrengsten thans f,11.720lager ge raamd dan 4e in de begrooting 1938 opgenomen ramingen» Indien deze gewijzig de ramingen tijdig bekend waren geweest, dan zou een hoogere bëlastingbijdra- ge uit het werkloosheidasubsidiefonds zijn"aangevraagd. Teneinde alsnog het hieruit voor de gemeente voortvloeiende nadeel të voorkomen, stellen B.en W. voor de begrooting 1938 te wijzigen, als in het desbetreffend ontwerp-be- sluittot wijziging dier begrooting, is aangegeven en B.en W. voorts te machtigen bij den Minister van Binnenlandsche Zaken een belasting-bijdrage uit het werkLoosheidssubsidiefonds aan te vragen tot een verhoogd bedrag van f.56.194,(f.44.474,plus f.11.720,—). Nadat de heer van Breukelen heeft gevraag! of nog geen hoogere belas ting-bijdrage kan worden aangevraagd, en waarop Wethouder Gasille een ont-" kennend antwoord heeft gegeven, wordt het voorstel van B.en W. zonder hoofde lijke stemming aangenomen en het desbetreffend besluit tot begrootingswijzi- gizig no.21/588 vastgesteld. 7. VERKAVELING VREDEHOF (le Afd.no.4592). Vervolgens deelt Wethouder Gasille mede, dat door den heer H.J»Berhing te Hilversum namens zijn opdrachtgevers is verzocht om het landgoed Vredehof te mogen verkavelen volgens een door dezen overgelegd plan, hetwelk nog bij B.en W. in onderzoek is» Dit plan zal nog nader moeten worden uitgewerkt. Teneinde

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1938 | | pagina 14