7 September 1956 108,
in de vacature? ontstaan door het verleend eervol ontslag aan den heer A.0.
Dammers,
Ter voorziening in bovengenoemde vacature bieden B.en v'. ingevolge art,
2 van het RegLement van Maatschappelijk Hulpbetoon? een aanbeveling aan van
twee personen? welke aanbeveling door B?en W, na overleg en in overeenstem
ming met Maatschappelijk Hulpbetoon is opgemaakt, Deze aanbeveling luidt als
volgt
1. Mr.W.A.J.Visser.
2, R,C.Zwaan,
Tot stemming wordt overgegaan. De heeren Hornsveld en van den Berg fun
geerden wederom als stemopnemers.
Ingeleverd zijn 11 stembiljetten. Deze stemming geeft tot uitslag? dat
de heerMh'-LA,J.Visser met algemeene (ll) stemmen is benoemd? die zegt deze
benoeming te zullen aanvaarden.
135. AFDEELINGEN.
Verdeeling van den Raad bij loting in twee afdeelingen ingevolge art.
51 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van den Raad.
Na trekking blijkt? dat tot de eerste afdeeling zullen behooren de
heeren van den Berg? Thijssen? van de Ven? Nooder? van Klooster? Stroband en
Endendijk? en tot de tweede afdeeling de heeren Zijlstra? Hornsveld? Hom?
Hilhorst, Grift en van Breukelen. Voorzitter der eerste afdeeling zal zijn
Wethouder de Bruijn en Voorzitter der tweede afdeeling Wethouder Gasille.
De loting voor de niet ter vergadering aanwezige leden J.E.van Breukelen?
A.Bndendijk? H.van Klooster en J,Stroband geschiedde door den Voorzitter.
136. BRANDRAAD (le afd.no.5213).
Voorstel tot opheffing van den Brandraad.
Aangezien eventueel benoodigde adviezen op brandweergebied ingewonnen
kunnen worden bij den Utrechtschen Provincialen Brandweerbondwaardoor de
Brandraad als overbodig is te beschouwen? stellen B.en W, bij schrijven van
9 Aug.19 30? no..5213 voor te besluiten tot opheffing van den Brandraad en
tot intrekking van de voor dien Raad bij raadsbesluit dd. 23 Maart 19 31» le
afd.no.1674 vastgestelde instructie? een en ander met ingang van 1 Januari
19 39.
De heer Nooder zegt een soort grafrede te willen houden. Spreker wijst
er dan op? dat de organisatie van het brandwezen thans zoodanig is? dat het
advies van den Brandraad niet meer noodig is. De Brandraad heeft zijn taak
in de afgeloopen jaren wel goed vervuld. Spreker kan zich het werk van den
Brandraad in de eerste jaren na zijne oprichting nog wel herinneren? daar
hij zelf toen lid van dien Raad was? doch door andere tijden en daardoor an
dere zeden is de Brandraad niet meer noodig.
De heer van de Ven zegt de woorden van B.en W. van dankbetuiging voor
de bewezen diensten aan de leden te onderstrepen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van B.en W. aan
genomen,
137. GRENSWIJZIGING (le afd.no.264O),
Voorstel inzake het door Gedeputeerde Staten toegeaónden ontwerp van
wet tot toevoeging van gedeelten van de gemeenten Soest en Hoogland aan de
de gemeente .Amersfoort.
Blijkens hun prae-advies dd. 23 Aug.19 36? no.2640? zijn B.en W. van
oordeel, dat tegen de door Gedeputeerde Staten voorgestelde toevoeging van
gedeelten van deze gemeente aan de gemeente Amersfoort? als nader aangegeven
in het door Gedeputeerde Staten toegezonden ontwerp van wet, ten krachtig
ste moet worden stelling genomen en wel om de redenen? in het prae-advies
vermeld. In het aangeboden ontwerp-iaadsbosluit wordt daarom voorgesteld
als zienswijze uit te spreken? dat de door Gedeputeerde Staten voorgestelde
grenswijziging onaanvaardbaar is te achten op grond van de redenen? aange-
geven