29 September 19J8 120. Naar aanleiding van dit bovengenoemde advies stellen B.en V. bij scfcrij- ven dd. 23 September 1938, no.4924 voor eenige wijzigingen in het ontwerp ambtenarenreglement aan te brengen, welke in de bij hun schrijven gevoegde bijlage nader zijn omschreven. de heer Stroband zegt dat het hem aan tijd heeft ontbroken, om serieus kennis te nemen van de beschouwingen van het Georganiseerd Overleg en da naar aanleiding daarvan door B.en \f. genomen beslissingen. Voorts heeft Spreker bij de behandeling gemist het onder dagteekening van 17 Juli 19 37 door 3 leden gedaan voorstel tot wijziging van het toen bestaande art.9 van het Ambtenarenreglement (in het nieuwe reglement art.7)« Dit voorstel luidt als volgt; Be aanstelling van alle ambtenaren, ook die in tijdelijken dienst, alsmede hunne bevordering, terugstelling en schorsing in rang geschiedt door den gemeenteraad, tenzij de Vet daaromtrent anders bepaalt. Bit voorstel werd door den Raad nimmer behandeld en wacht dus nog steeds op afdoening. Bij de samenstelling van het ontwerp van het nieuwe Ambtenarenreglement blijkt dat aan dit voorstel niet de noodige aandacht is geschonken. Indien B.en W» voorstelden om daarop niet in te gaan, dan had daaromtrent een toe lichting gegeven moeten worden. Ora de^e twee redenen stelt Spreker voor de behandeling van dit agendapunt uit te stellen, dus eenerzijds om aan de le den voldoende tijd te geven om het rapport van het Georganiseerd Overleg met het antwoord van B.en V. te kunnen bestudeeren, en anderzijds om B.en V. nog gelegenheid te geven hun standpunt uiteen te zetten omtrent het voorstel der drie raadsleden van 17 Juli 1937. Be Voorzitter zegt dat hij uitstel van behandeling ten sterkste moet ontraden, aangezien de hoogere instanties op vaststelling van het reglement v<5c5r 1 Oct.a.s. aandringen. Voorts zegt Spreker, dat het door den heer Stro band genoemde voorstel der drie raadsleden werd ingediend vfo'r Sprekers komst in deze gemeente, zoodat hij zich omtrent dit voorstel even met de wethouders wil beraden. Te dien einde schorst Spreker de vergadering. Na heropening der vergadering deelt Jethouder Gasille mede dat inder tijd, toen hij loco-burgemeester was, van de heeren Stroband, Thijssen en van de Ven verschillende voorstellen werden ontvangen, welke voorstellen te zijner tijd zouden worden behandeld. Zoo was het de bedoeling om het door den heer Stroband genoemde voorstel te behandelen bij de vaststelling van het nieuwe ambtenarenreglementSpreker stelt daarom voor om tot behande ling van dit voorstel over te gaan bij art.7 van uit reglement. Be Voorzitter zegt dat hij het zeer op prijs zou stellen, indien het ontwerp-reglement hedenmiddag werd behandeld. Het is zeer urgent, dat het re glement wordt behandeld en hoofdzakelijk voor dit onderwerp werd deze verga dering belegd. Gisteren heeft Spreker nog op het punt gestaan om deze ver gadering niet door te laten gaan in verband met den gespannen internationa len toestand, doch waar inmiddels een ietwat verlevendigde hoop op verbete ring van dien toestand is ontstaan, heeft Spreker deze vergadering door la ten gaan vanwege het dringend verzoek van Gedeputeerde Staten om deze zaak ten spoedigste tot afdoening te brengen. Hierbij komt nog dat een dringend punt aan de agenda wordt toegevoegd, omtrent welk punt B.en W, hedenmiddag te 1-g- uur nog d© noodige beraadslagingen hebben gehouden. Waar er dus een dringend Verzoek vanuit den Kaag en Utrecht is om dit reglement vóór 1 Octo- ber a.s. te doen vaststellen, verzoekt Spreker met klem tot behandeling daarvan mede te werken, Be heer Stroband wijst er op dat op deze korte raadsagenda ook voor kwam de vaststelling van de gemeenterekening en bedrijf ar ekeningenen dat de leden ook het noodige werk moesten verrichten voor een behoorlijk nagaan dier rekeningen. Er was mitsdien geen voldoende gelegenheid om het geheele ontwerp van het ambtenarenreglement te toetsen aan de opmerkingen van het Georganiseerd Overleg en aan het rapport van B.enW. Spreker acht het zijn plicht

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1938 | | pagina 238