14 Februari 1938 12.
"burgerij dan niet voldoende in de gelegenheid zou zijn om van een en ander
kennis te nemen, doch mar de Raad bestaat uit vertegenwoordigers der burge
rij, meent Spreker, dat de burgerij vertrouwen dient te stellen in haar vertroi
wensmannen, terwijl enkele schrijvers van ingezonden stukken blijkbaar meer
waarde schijnen te hechten aan de publieke opiniet
"He heer Endendijk zegt dat hij bij het doorzien van de desbetreffende
bescheiden een oogenblik paf heeft gestaan over hetgeen Gedeputeerde Staten
hebben geschreven* Spreker vroeg zich af of dat schrijven inderdaad wel van
Gedeputeerde Staten afkomstig is, daar het optreden van dat College vaak
heel anders is dan dat men thans uit hun schrijven moet opmaken» In den regel
ontvangt men iets positiefs van dat College, doch thans onthoudt het zich van
een meening. Het College van Gedeputeerde Staten treedt in het onderhavige ge
val als t ware niet op.. Gedeputeerde Staten verzoeken alleen maar den Raad
het besluit van 3 Februari in nadere overweging te nemen? zij zeggen heel va
derlijk aan den Raadi bedenk je nog eens, want heb je wel goed gedaan. Gede
puteerde Staten zijn van meening dat er geen voordeden voor de gemeente zijn
te verwachten van de vestiging van een kazernementterwijl zij aan het einde
van hun brief zeggen, dat wanneer het kazernement in een naburige gemeente
wordt gevestigd, de gemeente Soest zich daarvoor geen offers behoeft te ge
troosten, terwijl zij dan toch de voordeelen zou genieten. Hier spreken Ge
deputeerde Staten dus wb.1 van voordeelen-. Spreker vindt de houding van Gede
puteerde Staten zeer eigenaardig en een en ander is feitelijk een beloediging
voor den Raad. Pe Raad heeft toch het meest een practischen kijk op de din
gen in de gemeente0 T>e Raad kan zich thans onmogelijk bokeeren en dient dan
ook voet bij stuk te houden, Spreker, die gemeend heeft erven te moeten laten
uitkomen zijn zienswijze omtrent het schrijven van Gedeputeerde Staten, dringt
er op aan om het voorstel van B,en We te sanc bionnoeron.
Pe heer Nooder zegt dat de ambtelijke aangelegenheid, welke door Gede
puteerde Staten naar voren wordt gebracht, wol ecnigszins verschilt met een
burgerlijke aangelegenheid, aangezien voor do laatste zakenkennis noodig is.
Bij de overwegingen van Gedeputeerde Staten ontbreekt alle zakelijkheid. Ie
der mensch, die zaken gaat ondernemen, redeneert niet zooals Gedeputeerde
Staten dat doen* Spreker, die in den brief van Gedeputeerde Staten een perti
nente verklaring mist, zegt dat Gedeputeerde Staten toch wel bekend zijn met
de voor-onderhandel ingen, welke ten aanzien van de vestiging van het kazerne-
ment zijn gehouden. Zij zullen wel hebben geweten, dat vanwege Pefensie de
eisch is gesteld, dat het kazernement niet op grooteren afstand van 20 minu
ten van het oefeningsterrein mag komen. Wanneer een dergelijk kazernement
wordt gebouwd, wordt een behoefte--el ement geschapen. Pe bouwni jverheid zal
n.1. toenemen en er zullen verschillende nieuwe woningen worden gebouwd, wel
ke woningen dan weer zullen worden bewoond* Ha er Sprekers meening zijn Gedepu
teerde Staten er niet in geslaagd om het betrokken raadsbesluit op deugdelij
ke gronden te bestrijden, Poor de vestiging van de Luchtvaartafdeeling te
Soesterberg is er een zekor gedeelte van het personeel in Soesterberg gaan
wonen en stellig kan worden, vei vracht, dat er van het nieuwe garnizoen ook per
soneel te Soesterberg zal. gaan wonen,. Wanneer er maar 3 hoofdofficieren en
enkele subalterne-officieren in de gemeente gaan wonen, dan is de rente van
het kapitaal van f50000al dubbel en dwars bestreden door belastingop
brengst. Tte te verwachten belastingcpbrengst is voor de gemeente een blijven
de inkomst. Spreker, die de argumenten, van Gedeputeerde Staten pietluttig en
onzakelijk noemt, dringt er met klom op aan, dar de Raad zijn zelfstandigheid
bewaart en derhalve het voorstel van B.en W- aanvaardt,,
Pe heer van de Ven beschouwt; het pessimisme van Gedeputeerde Staten in
dien zin, dat dit College deze speculatie voor Soest te groot acht» Gedepu
teerde Staten hebben weinig motieven aangevoerd. B„en We hebben in hun prae-
advies