22 December 1536 -17^* wijst, dat bij hunne installatie 12 leden den eed hebben afgelegd en 3 <ie "be lofte, en dat er thans 7 tegen het voorstel zullen zijn, zegt niet te eympathi- seeren met de invoering van het formulier-gebed» De heer van den Berg merkt op dat door een der leden is beweerd dat men reclame val maken met het voorstel tot invoering van het formulier-gebed» Spreker, die dit ontkent, zegt dat de Katholieken zeer goed kunnen bidden met niet-Katholieken. Spreker begrijpt dan ook niet dat wordt beweerd dat zulks niet mogelijk is. De heer Nooder dringt er op aan dat men naar aanleiding van de gevoerds besprekingen niet gaat afdalen in religieuze onderdeel en» Br komt geen einde aan de besprekingen, terwijl nieuwe gezichtspunten ook niet naar voren zullen worden gebracht. Spreker stelt voor om het voorstel der 7 raadsleden te re- tourneeren naar de betreffende commissie ad hoe, teneinde rapport te kunnen uitbrengen omtrent het voorstel in zijn vollen omvang» De Voorzitter zegt dat hij het voorstel van den heer Noodar wel in stem ming zou willen brengen, doch men weet vooruit dat het verworpen zal worden» De heer Endendijk zegt dat hij den wensch van den heer Nooder om niet in onderdeeLen af te dalen, ter harte zal nemen. Spreker merkt op dat de heer Nooder heeft beweerd, dat alleen de Koningin bij de gratie Gods regeert, doch Spreker meent dat de Raad toch ook bij de gratie Gods regeert, aangezien deze vergadert in naam der Koningin. De heer Gasille sprak over verdraagzaamheid. Toen de heer Gasille aldus sprak, schudde Spreker het hoofd. De andere heeren hebben ons in een hoek gegooid en dat hebben wij 10 jaar lang verdragen, zegt Spreker» Verdere bijzonderheden, welke opgemerkt zouden kunnen worden naar aanleiding van de gehouden besprekingen, wil Spreker laten rusten» De Voorzitter brengt hierna in stemming het voorstel der 7 raadsleden in zake wijziging van art.6 van het Reglement van Orde, en de wederinvoering van het oorspronkelijk gebed. Dit voorstel, in stemming gebracht, wordt aangeno men met 8 tegen 2 stemmen. Tegen dit voorstel stemden de heeren Thijssen en van Breukelan, De heeren Nooder, van de Ven, Stroband en Gasille verlieten de zaal tijdens deze stemming. 205. RAADSLEDEN» De heer Endendijk zegt dat hij, nu deze zaak is afgehandeld, meent ge bruik te moeten maken van de gelegenheid om ontslag te nemen als lid van den Raad. Spreker doet dat met gemengde gevoelens, daar hij bijna 30 jaren achter een het raadslidmaatschap met hart en ziel heeft waargenomen. Spreker, die dU3 afscheid wil nemen in deze vergadering, zegt dat aan zijn 30-jarig raads lidmaatschap vele herinneringen zijn verbonden» Spreker heeft veel vriende lijkheid ondervonden, ook van andersdenkenden. Het was wel eens pijnlijk voor Spreker, dat hij van niet faire handelingen door anderen de dupe is geworden. Spreker zal zulks den betrokkenen vergeven, hoewel hij het niet gemakkelijk zal vergeten. Spreker hoopt dat het den Voorzitter gegeven moge zijn om met den Raad samen te werken tot zegen der gemeente Soest. Het is voor Spreker bij het verlaten van den Raad een genoegen, dat er thans een krachtige lei ding in de vergaderingen is, want de tegenwoordige Voorzitter beheerscht de zaken volkomen. Spreker wil voorts afscheid nemen van den Secretaris en de ambtenaren, en richt zichcb.avcor tot den Secretaris. Spreker, die zooveel met de ambtenaren te maken heeft gehad, heeft dezen leeren erkennen en waardeeren. De ambtenaren werden door anderen wel eens voorgesteld als te zijn minderwaar dige krachten, doch Spreker kan verklaren, dat zij stonden boven het middel matig niveau. De ambtenaren hebben indertijd veel moeten verdragen, en Spre ker heeft zich vaak geroepen gevoeld om hun belangen te verdedigen. De verhou ding tusschen ambtenaren en Spreker was zeer gunstig, zoodat Spreker met genoe gen op een en ander kan terugzien» Wethouder Gasille zegt als oudste raadslid eenige woorden van afscheid te

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1938 | | pagina 352