21 Maart 1938 31.
gem e ent ewerken.
Bij schrijven dd, 10 Februari 1938, no.3203 stellen B,en W. voor
aan W.A.S.van Meel, volontair bij Gemeentewerken, over het jaar 1937
voor bewezen diensten een gratificatie toe te kennen van f.200,waar
voor een besluit tot begrootingswijziging ter vaststelling wordt aange
boden.
Be heer Hilhorst is er volkomen van overtuigd, dat betrokkene be
doelde gratificatie toekomt, doch waar deze volontair steeds diensten
voor de gemeente verricht, blijkt wel voldoende, dat hij werk verricht,
hetwelk vroeger door anderen, die thans op wachtgeld zijn gesteld, zou
worden uitgevoerd. Spreker vindt het onjuist, dat men laatstbedoelde
personen werk onthoudt. Waar destijds door den heer Thijssen een voor
stel tot her-reorganisatie werd ingediend, dringt Spreker er op aan, dat
dit voorstel eerst wordt behandeld en dat in verband daarmede het thans
in behandeling zijnde punt wordt aangehouden.
Wethouder de Bruijn meent dat de heer Hilhorst er hier iets bij be
trekt, hetwelk niets heeft te maken met dit punt der agenda. Tot een
reorganisatie bij Gemeentewerken werd besloten, doch waar de begrooting
1937 nog niet werd goedgekeurd, is de personeelsbezetting nog niet vol
ledig. Wanneer bedoelde begrooting is goedgekeurd, kan een klerk-teeke
naar worden aangesteld. Eerst daarna dient men af te wachten of de dienst
zal functionneeren. Blijkt dit niet mogelijk te zijn, dan wordt een rap
port van den TUrecteur verwacht en kan eventueel een her-reorganisatie
plaats hebben. Spreker zou het betreuren, indien de betrokken volontair
de dupe van deze zaak zou worden, daar hem deze gratificatie ongetwijfeld
toekomt,
Be heer Hom is er eveneens van overtuigd, dat de betrokken volon
tair deze gratificatie toekomt, doch wanneer er zooveel werk bij Gemeen
tewerken te verrichten is en waarvoor thans een volontair wordt genomen,
dan is het toch alleszins logisch en billijk, dat men daarvoor een der
op wachtgeld gestelden neemt, die thans wordt gedupeerd,
Be heer Thijssen wil even opmerken, dat bedoeld her-reorganisatie-
voorstel is uitgegaan van de. heeren Stroband, Thijssen, van de Ven, en
van Breukelen. Spreker zou het ook wenschelijk vinden, dat eerst dit
voorstel werd behandeld»
Be heer Stroband wijst er op, dat naar aanleiding van dit reorga
nisatievoorstel een bespreking in den Raad heeft plaats gehad. Men is
daarbij tot de conclusie gekomen, dat de aangenomen reorganisatie eerst
eens een bepaalden tijd, b0v, een jaar, moest doorwerken, om te kunnen
beoordeelen of daarna nog een herreorganisatie zou moeten plaats hebben.
Be Raad heeft zich daarbij neergelegd,
Be heer Hilhorst vraagt uit welken post thans het salaris van den
heer Biihrman wordt betaald. Waar hier toch een volontair werkzaam is,
en in aanmerking nemende hetgeen steeds bij Gemeentewerken plaats heeft,
vindt Spreker het zeer noodzakelijk, dat onverwijld een her-reorganisa
tie plaats heeft. Men moet de zaak nu eens aanpakken door de gemaakte
flaters te herstellen.
Be heer Hom steunt het voorstel van den heer Hilhorst om dit punt
der agenda aan te houden en eerst een her-reorganisatie te doen plaats
hebben,
Be heer Nooder meent dat men het voorstel van B.en W. tot toeken
ning van een gratificatie aan den volontair moet losmaken van hetgeen
door den heer Hilhorst wordt bedeeld. Spreker staat, wat de her-reorgani
satie betreft, aan de zijdö van den heer Hilhorst, doch waar men geen
onbetaalden arbeid mag eischen, dient deze gratificatie verleend te
worden.