4 April 1959
60,
van den weg, daar hij geen belang bij dien weg heeft. Aangezien ter plaatse
een groot niveau-verschil is, moet veel grond worden weggegraven en verzoekt
de heer .Dammers zijn hek van gemeentewege te verplaatsen. De heer Smit wil
eerst een juiste begrooting van kosten hebben, alvorens hij een beslissing
kan nemen omtrent het verleenen eener bijdrage in de kosten van wegaanleg.
Deze kostenbegrooting moet betrekking hebben op een verbreeding, ter lengte
van 100 M, doch een bestrating tot slechts 55 Mevr.van Be en de heer Geub-
bels willen een begrooting van kosten hebben omtrent een wegaanleg over een
lengte van 85 M« Zij zullen dan overwegen of zij het verschil tusschen 55 en
85 M. voor hunne rekening willen nemen. Gemeentewerken zal nu de noodige be
grootingen opmaken, als waarna deze zaak in verdere behandeling kan worden
genomen»
De heer Hom vraagt of geen oplossing mogelijk is aan den voorkant bij
de aldaar aanwezige huizen, zoodat dan de hooge opstapjes komen te vervallen.
De heer Hornsveld bepleit nogmaals doortrekking van den weg naar de
Nassaulaan. De gemeente dient de desbetreffende terreinen in exploitatie te
nemen en tot wegaanleg over te gaan.
Wethouder Gasille deelt mede dat hij de mogelijkheid van doortrekking
van den weg met belanghebbenden heeft besproken. De Directeur van Gemeente
werken zou met de betrokkenen onderhandelen, doch het is gebleken, dat de
eigenaren niets voor den wegaanleg voelde». Spreker verzoekt den heer Horns-
veld te trachten alle belanghebbende eigenaren voor een bespreking bijeen
te brengen om deze zaak onder oogan te zien, waarbij Spreker dan ook tegen
woordig zal zijne
De heer Hornsveld zegt zijn medewerking te willen verleenen.
De vergadering vereenigt zich hiermede, zoodat de besprekingen omtrent
dit onderwerp worden beëindigd,
72. PERSONEELSZAKEN,
Wethouder Gasille deelt vervolgens mede dat de heer J«Kraaijenbrink,
adviseur der beplantingen, met ingang van 1 Maart j.1, een benoeming heeft
verkregen te Rotterdam, De heer Kraaijenbrink heeft voortreffelijk werk ge
daan, Zijn plaats is nog niet aangevuld. De heer van Hierop, houtvester bij
het Staatsboschbeheer, heeft B-en in overweging gegeven den Minister te
verzoeken aan Staat sboschbeheer de deskundige leiding en het toezicht in de
gemeentebcsschen op te dragen, waarvan de kosten plm, f,200,per jaar zul
len bedragen, en waarbij dan bijstand wordt verleend door den tuinman van
den Broek, Indien een dergelijke regeling kon worden getroffen, zal de ver
zorging der plantsoenen nog geregeld moeten worden. Tot heden werd de heer
Kraaijenbrink voor die werkzaamheden vervangen door den tuinman van den
Broek, welke regeling goed voldoet» De algeheele leiding over het onderhoud
en den aanleg van plantsoenen kan men echter niet aan van den Broek overla
ten, en de Wethouder van Openbare Werken vindt het wel wenschelijk dat daarvoor
een kracht uit de gemeente genomen wordt, die daartoe geschikt is. neze zaak
is nog niet heelemaal geregeld, doch B.enW» hadden zich voorgesteld op ge
noemde wijze in de vervanging van den heer Kraaijenbrink te voorzien en wel
voorloopig voor den tijd van één jaar.
De heer Noodar voorziet hierin geen gunstigen afloop, zoodat hij een
en ander niet toejuicht.
De heer van de Ven merkt op dat deze tijdelijke oplossing tot 51 Bec.
a.s. zal voortduren, en dat deze geheele zaak bij de behandeling der begroo
ting 1940 onder oogen zal moeten worden gezion. Waar de objecten der werk
verschaffing in de bosschen zoo langzamerhand uitgeput raken, is misschien
in de toekomst geen regeling meer noodig.
Wethouder Gasille zegt dat indertijd, gedurende de ziekte van den heer
Kraaijenbrink, de vervanging aan denzelfden persoon werd opgedragen en Spre
ker