18 Januari 1939 6. worden opgezet- waarnaar de belasting geregeld moet worden» De Kroon zal er geen bezwaar tegen hebben dat de berekening van de aanlegkosten van den weg wordt herzien de heer Hilhorst merkt op dat er geen grond speculanten zijn, die van den aanleg van dezen weg geprofiteerd hebben, Spreker zegt dat er dus geen spra- ke was van baten voor de betrokkenen.. Spreker meent derhalve dat voor dezen weg geen baatbelasting kan gelden- Spreker heeft geen bezwaar tegen een aan- legbelasting Spreker handhaaft zijn voorstel en verzoekt den Burgemeester de ze zaak bij hoogere instanties te gaan bepleiten- Wethouder Gasille zegt dat een algemeen standpunt niet in te nemen is en dat elke reclame afzonderlijk bekeken zal moeten worden- Spreker vindt de ge dachte van den heer Stroband zeer sympathiek, wanneer deze voor uitvoering vatbaar zou zijn,- Be heer Stroband vergeet echter dat alle berekeningen, be trekking hebbende op den aanl eg van den weg, destijds aan den Minister zijn doorgezonden, zoodat Spreker vreest dat nimmer toegestaan zal worden daarin verandering aan te brengen, De heer Thijssen merkt op dat de heer Hilhorst zich zeer onduidelijk heeft uitgedrukt- De heer Hilhorst heeft n.1» beweerd dat zPi. geen baatbe lasting kan worden toegepast; doch dat hij geen bezwaar heeft tegen een aan- legbelasting. Spreker vraagt hoe dit gezegde te rijmen is, daar beide belas tingen hetzelfde zijn. Voorts zegt Spreker, dat de reclamanten, wanneer ze door den Raad in het ongelijk woruen gesteld, in beroep kunnen gaan bij hoo gere instanties, die alsdan een uitspraak zullen doen en reclamanten wel eens in het gelijk kunnen stellen. Op het oogenblik kan Spreker accoord gaan met de zienswijze van B- en W, Be heer Nooaer veronderstelt dab men destijds bij den aanleg van den Verlengde Postweg, Braamweg en Verlengde Koionieweg, blijkbaar van de veron derstelling is uitgegaan, dat laatstgenoemde weg ook in het Wegenfonds was op genomen, en dat .in 1935 deze weg ten onrechte in de Baatbelasting is opgenomen. Spreker wijst er voorts nog op, dat de Raadhuisstraat ook verbeterd zal wor den en dat de aanwonenden daarvoor geen extra belasting moeten betalen. Wan neer de Kampweg verbeterd zou worden, zou van de betrokkene ook geen extra bels ting worden geheven. Is het nu niet mogelijk, vraagt Spreker, dat, ter tege moetkoming aan het voorstel der heeren Hilhorst en Hom, de Verlengde Kolonie- weg uit de Baatbelasting wordt gelicht, aangezien hij daarin ten onrechte werd op gen omen.- Wethouder de Bruijn zegt dat hij met genoegen naar het gezegde van den heer Stroband heeft geluisterd, Spreker zegt dat de destijds voorloopig in den weg aangebrachte fundeering, welke fundeering in andere gemeenten wel goed voldeed, in onze gemeente een mialukking is geworden, zoodat men bij den aanleg van den weg in 193^ weer opnieuw moest beginnen- Spreker meent dat er alleszins redenen aanwezig zij n om de kosten van de aanvankelijk aangebrachte fundeering- welke fundeering feitelijk nutteloos is geweest, buiten bereke ning van aan'l egkosten van den weg te houden, Be kosten van den laatsten aan leg, zijnde het bedrag der gunning van het werk, waarvoor een openbare aanbe steding werd gehouden, dienen alleen in aanmerking te worden genomen, Be heer Hornsvel d zegt dat hij meer voor het voorstel van den heer Noo- der voelt-. Spreker wijst er eveneens op, dat voor de vernieuwing van de Raad huisstraat door belangh.ebbenden niets behoeft te worden betaald. Wethouder de Bruijn wil er de aandacht op vestigen, dat de Raadhuisstraat herstraat wordt Het wegdek was geheel versleten- Het betreft hier dus een vernieuwing van den weg, terwijl de Koionieweg werd aangelegd, Be heer Stroband zegt in verband met deze kwestie met blijdschap van Wethouder de Bruijn te hebben vernomen, dat de eerste aanleg van den Verleng de Koionieweg van nul en geener waarde üus. Spreker meent dat de aanlegkosten vermoedelijk

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1939 | | pagina 12