2 Juni 19 39 79
zich. niet zwak te toonen door deze zaak zoo te behandelen, De broodeloo^ieid
van den aanvrager heeft niets te maken met de verordening als zoodanig. Het
algemeen belang meet den doorslag geven en het algemeen belang moet men van
het persoonlijk belang weten te onderscheiden. Het lijkt misschien hard» dat
Spreker dit zoo zegtmaar de Raad weet de bedoeling van Sprekers woorden
wel. Het gaat alleen om de kwestie of het gevraagde in strijd is met de Ver
ordening, De heer Grift, die op verschillende andere terreinen der politiek
het algemeen belang voorop zal stellen, doch dit nu niet doet, heeft gezegd
dat aan den een wel vergunning wordt verleend en aan den ander niet, uit welk
gezegde zou kunnen worden afgeleid, dat B.en W„ deze zaken niet gelijkelijk
beoordeelen. Dit is een uitspraak van den heer Grift, welke B,en W. grieft.
De heer Thijssen heeft naar Sprekers inzicht de kwestie geraakt waarom het
gaat. Spreker, die zegt dat Baen 7,. niets bekend was omtrent de droevige om!
standigheden van den adressant,, wijst er op dat de in de verordeningen voor
geschreven termijnen nu eenmaal gehandhaafd moeten worden.. De weg voor adres
sant is om opnieuw een verzoek bij B,en in te dienen, waarmede dan de ter
mijnkwestie van de haan is, Ingeval, van een negatief antwoord van B.en W, op
het hernieuwde -"-erzoek, kan de aanvrager bij den Raad in beroep gaan. B.en V.
hebben bij indiening van een nieuw verzoek door adressant gelegenheid om de
ze zaak nog eens na te gaan. Spreker wijst er vervolgens nog op dat de ver
ordening korten tijd geleden is vastgesteld en dat het niet aangaat om daar
in dadelijk manr weer een verandering in een termijn aan te brengen. Alsdan
zou het schijnen alsof men de verordening niet serieus had behandeld. Een
wijziging der betrekkelijke bepaling kan eventueel later aan de orde worden
gesteld en wel bij de behandeling van het ingekomen adres van een 3-tal zand
gravers, verzoekende wijziging der verordening,, Spreker merkt verder nog Op
dat in de vergadering is aangedrongen op een soepele toepassing der verorde
ning, doch zulks kan niet slaan op den beroepstermijn. Aan dien termijn kan
niet getornd worden en formeele soepelheid is rechteloosheid. De heer Hil-
horst heeft als 't ware gesproken over den gemakkelijker. levensweg van de
ambtenaren Spreker, die hierop niet veel zal. zeggen, wijst er op dat de amb
tenaren, evenals anderen, ook moeilijkheden hebben.
De heer Grift zegt naar aanleiding van de opmerking van den Voorzitter
dat hij verklaard heeft dat, indien de gegevens van den adressant juist zijn»
in soortgelijke gevallen aan anderen wel vergunning werd verleend. De zand-
graving van Kok aan de Beetzlaan is ook zichtbaar vanaf den openbaren weg en
waarom werd de daarvoor benoodigde vergunning dan niet geweigerd? Vifanneer
Spreker voor een zaak als deze pleit, dan doet hij zulks omdat hij zich de
bezwaren van den betrokkene, die broodeloos wordt, kan indenken. Niet ieder
een verdient f-60;per week en zij, die dSTmmctwfc verdienen, zullen de moei
lijkheden van adressant minder goed kunnen begrijpen.
De heer Thijssen is van meening, dat de onderhavige verordening wel wat
te streng is en dat het thans een geschikt oogenblik is om den beroepstermijn
te verlengen.
De heer Nooder zegt dat het hem wil voorkomen dat het advies, hetwelk
aan B.en W. is verstrekt, van zoodanigen aard is, dat twijfel bestaat of dit
wel juist is, Spreker is Baen 7t er dankbaar voor dat zij naar aanleiding
van een aanvrage om zandgraving te Soesterberg de situatie ter plaatse hebben
bekeken en een te dezer zake genomen besluit hebben gewijzigd. Als de Voor
zitter de toezegging wil doen dat B.en 7e bereid zijn ook de onderhavige
zaak nog eens te bekijken, wil Spreker de discussies beëindigen, vertrouwen
de dat de weg gevolgd zal worden, welke stillekens is aangegeven,
De Voorzitter merkt op dat de heer Grift wederom met het argument van
broodeloosbeid naar voren is gekomen. Spreker, die meent toch voldoende weer
legd te hebben dat de broodeloosheid niets met de verordening heeft te maken,
zegt