2 Juni 1939 80.
zegt tegen den heer Grift niet de stelling te kunnen aanvaarden, dat Sociaal
medegevoel alleen kan bestaan "bij hen, die minder dan f,60,per -week ver
dienen.
de heer Hilhorst vraagt of B.en W. alsno'g de vergunning zullen verleenen
indien een daartoe strekkend verzoek wordt gedaan,
de Voorzitter zegt dat zulks thans niet te zeggen is» B.en W» zullen
ingeval van indiening door adressant van een nieuw verzoek alle mogelijke ge
zichtspunten overwegen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van B.en aange
nomen.
94. EIGENDOMMEN (le afd.no,1656).
Adres van B.J.Rosmul Ier, waarin "behalve om ruiling van grond tevens toe
kenning eener schadeloosstelling wordt gevraagd, zulks voor den "bouw van een
nieuw perceelmet voorstel van Burgemeester en "<vethouders.
In hun schrijven dd» 17 April 1939 5 no.1656 deelen B.en W. mede, dat zij
getracht hebben om, behoudens beslissing van den raad en goedkeuring van Ge
deputeerde Staten, met Rosmaller tot overeenstemming te geraken door aankoop
van zijn woning en ruiling van grond. Aan Rosmaller is daarbij in ruil aange
boden hot op den hoek Nieuwstraat-Vinkenweg gelegen perceel grond, kadastraal
bekend als sectie H„no,5560 ged, en groot ongeveer 850 M2, welke grond zeer
zeker als gelijkwaardig is aan te merken aan het perceel van adressant, het
welk gelegen is aan de Nieuwstraat, hoek Kartweg. Voorts is een bedrag van
f.4,000,— voor het woonhuis aangeboden. B.en geven in overweging op het
adres niet in te gaan en hun College te machtigen adressant de bovenvermelde
ruiling namens den Raad voor te stellen, waarbij mitsdien voor het woonhuis
een bedrag van fc4'.000,wordt geboden, met welk bedrag de Commissie Grond
bedrijf en Uitbreidingsplan zich kan vereenigen.
De heer van Breukelen wijst er op dd destijds, toen het uitbreidings
plan werd aanvaard, daarmede ook de daaruit voortvloeiende consequenties werden
aanvaard, Spreker meent dat met de behandeling dezer aangelegenheid niet de
juiste weg is gevolgd. De heer Rosmuller vroeg destijds voor een noodzakelij
ke verbouwing van zijn zaak een bouwvergunning, welke niet verleend kon wor
den. Bren W, hebben daarna met Rosmuller onderhandelingen aangeknoopt, welke
onderhandelingen een eenigszins stug verloop hebben gehad. Naar Sprekers oor
deel dient de schade geregeld te worden aan de hand van de destijds door den
Raad aangenomen Schaderegelingsverordening.
De heer Zijlstra is van meening dat Rosmuller wel aan het korte eind
trekt, doch is het niet mogelijk, vraagt Spreker, dat voor de regeling der
schade een Commissie van arbitrage wordt benoemd, wier uitspraak als bindend
wordt verklaard
i»e heer Thijssen zegt dat in de vergadering der Financieele Commissie
breedvoerig is gesproken over het bedrag der schadeloosstelling. Spreker
meent dat adressant te kort wordt gedaan en acht een nauwkeurig onderzoek wel
gewensoht c
Wethouder Gasille gaat uitvoerig de behandeling dezer zaai; na. De heer
Rosmuller heeft steeds aangedrongen op den bouw van een huis met grooteren
winkel. Uitbreiding van zijn zaak op het bestaande terrein is niet mogelijk,
daar dit terrein volgens het uitbreidingsplan benoodigd is voor wegverbree-
ding enz, In verband hiermede is adressant in de omgeving van zijn thans be
staande zaak in ruil voor zijn grond aangeboden een perceel grond van gelijke
grootte, benevens een bedrag van f,4,000,— als vergoeding voor den opstal.
Spreker heeft een en ander met den betrokkene besproken, die zich aanvanke
lijk met dit aanbod kon vereenigen! alleen zou hij de hoegrootheid van het
bedrag nog overwegen. Daarna is adressant met een ander voorstel gekomen,
waarbij hij zich op een verkeerd standpunt plaatst. Hij vraagt thans een veel