26 Juli 1959 96.
je heer van den Berg vraagt of van de brandkranen ook gebruik kan -worden
gemaakt bij brand, waarop de Voorzitter een bevestigend antwoord geeft.
De voorstellen worden hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen en
het desbetreffend besluit tot begrootingswijziging vastgesteld.
111. VERORDENINGEN (le afd.no.2245)
Adres van W. Vos en 2 anderen, verzoekende wijziging van de verordening,
betreffende het afgraven van terreinen en het graven naar zand enz. met voor
stel van B.en W.
Met verwijzing naar het advies van den Directeur van Gemeentewerken dee-
len B.en W. mede, dat het door adressanten verlangde niet passend in de verorde
ning is te verwerken en bovendien ongewenscht is. In verband hiermede stellen
B.en W. voor te besluiten niet in te gaan op bovengenoemd verzoek tot wijzi
ging der verordening.
De heer Hilhorst wijst er op dat in de destijds door den Raad aangeno
men verordening is bepaald, dat men met de afgravingen moest blijven tot op
een afstand van 10 M. van de zijscheiding. Burgemeester en Wethouders hebben,
zooals Spreker bekend is geworden, vergunningen verleend om te mogen graven
tot op een afstand van 1-g- M» van de zijscheiding» Spreker, die ook voor een
soepele toepassing der verordening is, vraagt of zulks juist is.
Wethouder Gasille deelt mede dat de Raad bij zijne verordening heeft be
paald dat het verbod tot het afgraven enz. van terreinen niet van toepassing
is op afgravingen op bij woningen behoorende erven, mits op niet grooter af
stand dan 50 Meter van die woningen verwijderd gelegen» Dit bepaalde geldt
niet voor afgravingen, plaats vindende op geringeren afstand dan 10 Meter
van aangrenzende terreinen of de daarop staande gebouwen. Burgemeester en
Wethouders kunnen in dit laatste geval ontheffing verleenen onder door hen
te stellen voorwaarden» Burgemeester en Wethouders, die daarbij niet aan die
maat van 10 Meter zijn gebonden, zijn alsdan soepel met het stellen van voor
waarden en bepalen dan dat mag worden gegraven tot op een afstand van 1-g- M.
van de zijscheiding met een talud van 2 op 1.
Nadat de heer Hilhorst heeft gezegd dat zulks zijn instemming heeft,
wordt het voorstel van Burgemeester en Y/ethouders zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
112. HINDERWET (le afd.no.2206).
Verzoek van J.L.Kwak om ontheffing van het verbod tot het oprichten van
een pottenbakkerij in de kom der gemeente, met voorstel van B.en W.
Aangezien blijkens de ingewonnen adviezen geen bezwaren bestaan tegen
het hebben van een dergelijke inrichting in de kom der gemeente, stellen B.
en W» voor de gevraagde ontheffing te verleenen. Bedoelde bakkerij zal wor
den opgericht achter het perceel Nier. we weg 25,
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel
van Burgemeester en YYethouders aangenomen.
115. STRAATNAkMSVERANDERING (le afd.no.1773).
Adres van een aantal bewoners van de Molenstraat O.Z. verzoekende den
naam dier straat te veranderen in Prinses BeatrixLaan, met voorstel van Bur
gemeester en Wethouders.
Burgemeester en Wethouders achten geen termen aanwezig om den Raad een
voorstel tot bovengenoemde straatnaamsverandering te doen. Ter tegemoetkoming
aan bezwaren, welke wel eens werden geuit met betrekking tot de onderschei
ding Molenstraat O.Z. en Molenstraat W.Z.stellen B.en W. echter voor te be
sluiten deze onderscheiding te doen vervallen, en derhalve aan bedoelde we
gen, loopende in rechte lijn vanaf den Rijksv^eg tot de Beukenlaan, de bena
ming te geven van Molenstraat.
De heer van Breukelen merkt op dat Burgemeester en Wethouders blijkbaar
de historische namen van de wegen willen behouden. Vroeger stond aan de Mo
lenstraat