26 Juli 1939 97. lenstraat een molen, doch waar deze verdwenen is, heeft het geen zin meer om de benaming van de Molenstraat te handhaven. Hierbij komt nog, dat langs het eerste gedeelte van den weg, n.1, de Molenstraat O.Z.huizen van een behoor lijk type zijn gebouwd. ue bewoners zouden een straatnaamsverandering op prijs stellen, zoodat Spreker aan het verzoek van adressanten, indien het Koninklijk Huis dit goedkeurt, zou willen voldoen. de heer Hilhorst meent dat de bewoning van het eerste gedeelte van dezen weg van zoodanigen aard is, dat er redenen zijn om aan dit gedeelte een ande re benaming te geven. Spreker zou dit weggedeelte willen noemen "Engzichtlaan:', De heer van den Berg is ook niet tegen het geven eener andere benaming, doch vinut de benaming Prinses Beatrixlaan daar niet op haar plaats, omdat deze weg niet is gelegen in de omgeving van andere wegen, vrelke naar leden van het Koninklijk Huis zijn genoemd. Wethouder Gasille deelt mede dat hem gebleken is, dat de bewoners van de Molenstraat O.Z. gaarne een andere benaming aan die straat zagen toegekend. Die benaming behoeft nu juist niet Prinses Beatrixlaan te zijn. Het komt Spre ker niet gewenscht voor om aan een halve straat de benaming te geven van Prin ses Beatrixlaan. De heer Valkenet meent dat naamsverandering toch wel bezwaarlijk kan zijn. Men dient rekening te houden met de bewoners van de Westzijde dier straat, voor wie een naamsverandering van het andere gedeelte een klap in het gezicht zou zijn. De heer van Breukelen merkt naar aanleiding van het gezegde van Wethou der Gasille op dat aan hot andere gedeelte van den weg (Molenstraat W.Z.) in de toekomst de benaming zou kunnen worden gegeven van de te verwachten prin ses of prins. De heer Nooder vraagt of Burgemeester en Wethouders het voorstel van den heer Hilhorst niet kunnen overnemen. De Voorzitter zeg-fc dat Burgemeester en Wethouders hun voorstel handhaven. Spreker vindt het bezwaarlijk om aan dezen weg, loopende in rechte lijn van den hoofdweg naar de Beukenlaan, twee namen te geven. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierna zonder hoofde lijke stemming aangenomen. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten de naamswijziging te doen ingaan op 1 October a.s. 114. WONINGWET (le afd.no.2513). Voorstel om te besluiten tot verlenging van den termijn, binnen welken de woningen Verlengde Kolonieweg 8-10-12 en 14 en Driftje 1-3-5 en 7 moeten zijn ontruimd. Bij schrijven dd. 4 Juli 1939no.2513 stellen Burgemeester en Wethouders voor den termijn van ontruiming dezer woningen te verlengen tot 1 December 1939. De heer van. Breukelen vraagt zich af wat het uiteindelijk gevolg zal zijn wanneer lichamen, als de R.K,Armbesturen, niet in staat zijn voor de bewoners een andere woongelegenheid te vinden. Spreker vreest dat de woning op 1 Decem ber a.s. nog niet ontruimd zal zijn, In dit verband wijst Spreker er nog op, dat ruim een jaar geleden een woning aan de Schoolstraat onbewoonbaar werd verklaard en dat deze woning thans weer wordt bewoond. De heer Nooder vraagt of de ontruimingstermijn telkens maar kan worden verlengd. De Voorzitter meent te vreten dat deze termijn slechts éénmaal verlengd kam worden en dat dus te gelegener tijd maatregelen zullen worden getroffen. De heer Nooder zegt dat de toestand zoé niet kan blijven en dat deze in 't belang eener goede volkshuisvesting onder oogen dient te worden gezien. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierna zonder hoofde lijke stemming aangenomen. 115. WONINGWET

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1939 | | pagina 194