30 Augustus 1959 - 107.
billijk is, dat de gevraagde medewerking wordt verleend. Men dient voorts
nog in aanmerking te nemen, dat de gemeente ook minder rente behoeft te beta
len voor de door haar opgenomen gelden, 200dat het niet meer dan billijk is,
dat de gemeente minder rente van de N.V. Centrale Slachtplaats eischt.
de heer Nooder vraagt zich af of het, gelet op de tegenwoordige tijdsom
standigheden, wel gewenscht is dit voorstel thans te behandelen. Spreker acht
het beter dat B.en hun voorstel terugnemen en dat deze aangelegenheid wordt
behandeld bij de begrooting 1940.
de heer Grift zegt zich met de gedachte van den heer Nooder te kunnen
vereenigen.
de heer van de Ven wijst er nog op, dat de Verifioateur blijkens diens
rapport, verschillende bemerkingen had. Is hieromtrent overleg gepleegd met
den directeur der H.V. Centrale Slachtplaats, vraagt Spreker.
de heer Ihijssen merkt op dat Wethouder Gasille het voorstel van B.en W»
in de vergadering der Financieele Commissie heeft toegelicht en dat het wel
gewenscht is, dat de Wethouder ook thans een beschouwing omtrent dit voorstel
geeft,.
Wethouder Gasille deelt mede dat de N.V. momenteel rente betaalt,
doch dat de gemeente na aftrek van kosten in feite minder dan 41° ontvangt.
Zulks dient men niet uit het oog te verliezen. Verder zegt Spreker, dat de
rentestand den laat sten tijd stijgende is, en dat de gemeente geen geld kan
krijgen beneden 4% rente, Spreker merkt vervolgens nog op, dat de N.V. niet
alleen verlaging van rente, doch ook verlaging van aflossing vraagt. Het res
tantbedrag der hypotheek bedraagt f.29.250?welk bedrag Spreker in verband
met het object, hoog vindt, In 't algemeen mag het bedrag der hypotheek 2/3
van het waardebedrag zijn, en in dit geval acht Spreker de hypotheek te hoog.
Spreker ontraadt dan ook op het verzoek der N.V. in te gaan, In deze vergade
ring is gezegd dat de gemeente er minder goed aan toe zou zijn, indien zij
genoodzaakt was de slachtplaats over te nemen. Van overname is echter thans
geen sprake, Boor inwilliging van het verzoek tot verlaging der aflossing,
zou de looptijd der leening met 11 jaren verlengd worden. Spreker meent dat
het geen gezond financieel standpunt zou zijn, indien tot verlaging van rente
en aflossing zou worden overgegaan.
Be heer Hilhorst, die voor het voorstel van den heer Ho0der is, meent
dat de Raad thans geen beslissing moet nemen3
Wethouder Gasille zegt niet voor uitstel van behandeling te zijn.
De heer van den Berg deelt mede er eveneens voor te zijn, dat een en an
der bij de behandeling der begrooting 1940 wordt bekeken. Er moet naar Spre
kers meening wat gebeuren. Be gebouwen kunnen niet geschilderd worden omdat
daarvoor vanwege de hooge aflossing en rente geen gelden aanwezig zijn.
Be heer Hcx~,cld meent dat het bedrag der hypotheek veel te hoog is.
Spreker is wel voor renteverlaging, doch niet voor verlaging der aflossingen-
Wethouder Gasille zegt dat, zoolang de aandeelhouders nog rente ontvan
gen, er voor de gemeente geen aanleiding bestaat om aan het verzoek der N.V.
tegemoet te komen. Spreker heeft echter in verband met de tijdsomstandigheden
geen overwegend bezwaar om de verdere behandeling van het adres der N.V, aan
te houden tot de behandeling der begrooting 1940»
De heer van de Ven zegt nog geen antwoord gekregen te hebben op de door
hem gestelde vraag. Spreker vraagt of thans het groothoek der administratie
van de Slachtplaats wordt bijgehouden,
Wethouder Gasille zegt dat het door den heer van de Ven bedoelde met de
Directie is besproken, doch dat niets gedwongen of opgelegd kan worden.
Het voorstel van den heer Nooder om de behandeling dezer aangelegenheid
uit te stellen tot de behandeling der begrooting 1940 wordt hierna zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
131. Onderwijs.