Nr.9»
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van den Raad der gemeente
Soest op Dinsdag 5 September 1939» bes namiddags 2 uur.
Voorzitter? MrtWeA,J VisserBurgemeester.
Secretaris? J.G.A;Batenburg,
Tegenwoordig de leden? J.van den Arend? P.Beekman, J.J.D.van den Berg,
Jhr.C tHovan den Brandeler, T,Dorresteijn, Mr.B.V.C .Dwars, H.J.Gasille, A.P.
Hilhorst, J.HrHom, M,Hornsveld, Mevr,3»G. Landweer-de Visser, J.Nooder, J.Stro
band en Jcvan de Ven, Laatstgenoemde komt even later ter vergadering.
Afwezig met kennisgeving het lid K,de Haan.
ue Voorzitter opent de vergadering en spreekt het gebed uit.
Hierna komt de heer van de Ven ter vergadering.
Vervolgens wordt overgegaan tot de behandeling der agenda.
143. RAADSLEDEN,
Beëediging van de nieuw gekozen raadsleden.
Nadat de Voorzitter gezegd heeft dat hij de eedsformules zal voorlezen,
verzoekt de heer Stroband den Voorzitter de beide eedsformules niet achter el
kander voor te lezen, en daarna ieder lid de beide eeden tegelijk af te nemen,
doch de beide formulieren afzonderlijk voor te lezen, en de leden na elke
voorlezing afzonderlijk te beëedigen, Spreker doet dit verzoek in verband met
hetgeen vier jaren geleden hij de beëediging der raadsleden is voorgevallen.
De Voorzitter doet hierna voorlezing van den zuiveringseed. Alle tegen
woordig zijnde leden leggen dezen eed af met uitzondering van den heer Nooder,
die de belofte aflegt.
Vervolgens leest do Voorzitter den ambtseed voor, welke eveneens door al
le leden wordt afgelegd, met uitzondering van den heer Nooder, die de belofte
aflegt.
De Voorzitter zegt dat hij hij het afscheid der vertrekkende leden van
den Raad in do vorige raadsvergadering niet veel woorden heeft gebezigd en
dat hij ook thans goon uitvoerige welkomst woorden tot den Raad zal richten.
De buitengewoon zorgvolle tijd, welke wij thans heieven, geeft aanleiding geen
uitvoerige redevoeringen te houden. Daarom zal Spreker niet de positie der
gemeente schetsen en ook geen opsomming van de punten geven, welke de bijzon
dere aandacht vragen, terwijl Spreker evenmin wenschen ten opzichte van de
gemeente zal uiten, aangezien deze in de naaste toekomst misschien toch niet
te verwezenlijken zul. 1 en zijn. Niemand kan vermoeden wat in de toekomst ver
borgen ligt en de huidige buitengewone omstandigheden oefenen een sterken
drang uit op ieders denk- en werkwijze. Het zouden slechts ijdele woorden
zijn om toekomstbeelden te geven. Spreker zal zich er dan ook toe beperken om
de nieuwe raadsleden een hartelijk woord van welkom toe te roepen, waaraan
Spreker een persoonlijken gelukwensch toevoegt. Spreker wijst er op, dat aan
het raadslidmaatschap ongotwijfeld bekoringen zijn verbonden, en wanneer Spre
ker geen Voorzitter van den Raad was, zou hij gaarne de functie van raadslid,
als zijnde een eervolle benoeming, bekleoden, doch do Voorzitter heeft ook
een aangename taak en wel omdat hij het recht heeft de dingen in een bepaalde
richting te stuwen, hetgeen voor de raadsleden niet altijd mogelijk is. Spre
ker ziet in deze vergadering bekende en nieuwe personen om zich hoen, doch
de meerderheid van de leden zijn "blijvertjes". Spreker, die deze groepen
niet afzonderlijk zal. toespreken, zegt vervolgens, dat de vergaderingen van
den Raad zich gedurende den tijd, dat Spreker als Voorzitter optrad, steeds
hebben gekenmerkt door een goeden geest, een waardige houding en een goede
kameraadschapDe meeningen botsten wol eens, doch dit vindt Spreker zoo erg
niet, daar hij dan zelf gaarne in do voorste gelederen staat. De onderlinge
verhoudingen zijn zeer goed gev/ecst en Spreker hoopt en verwacht, dat de
raadsvergaderingen ook in den vervolge in donzelfden goeden geest gehouden
zullen