29 September 1939 - 128. De Voorzitter merkt op dat de heer de Haan zeker bedoelt dat de woorden, in een der bladen geschreven, minder gelukkig gekozen zijn, De heer de Haan, die zulks bevestigt, zegt voorts iets vernomen te heb ben, omtrent het invoeren van 'wachttijden- Spreker, die deze zaak met den betrokken ambtenaar heeft besproken, dringt er, mede in verband met de tijds omstandigheden op aan, dat in dit opzicht zooveel mogelijk consideratie ge bruikt wordt door de wachttijden zoo min mogelijk te doen zijn. Men dient er voorts rekening mede te houden, dat bij doorvoering der -wachttijden de woning- bouwvereeni gingen ook in verdrukking zullen komen door het niet kunnen beta len van de huurbedragen door de betrokken huurders. De heer van de Ven vraagt of er speciale redenen zijn dat momenteel aan de verbreeding van den hoofdweg niets meer wordt gedaan. Wethouder Hilhorst zegt dat dezer dagen aan den Directeur van Gemeente werken opdracht is gegeven om voor verdere afwerking te doen zorgdragen. De Voorzitter deelt mede dat de aanleg van de schuilloopgraven bij "Ons Belang" een zeer moeilijke kwestie is. De deputatie van de bewoners van "Ons Belang", die bij Burgemeester en Wethouders is geweest, is eigenlijk met het College van oordeel, dat subsidieering van gemeentewege niet mogelijk is. De gemeente zou voor dit doel een bedrag van f,500,moeten afzonderen, doch naar Sprekers meening is het ten eenenmale uitgesloten, dat een dergelijke uitgave .als subsidie in de kosten van aanleg van particuliere schuilloopgra ven door hoogere instanties zou worden goedgekeurde Hier is 'weliswaar sprake van een voortreffelijk initiatief, doch de consequenties van de door den heer Hooder bedoelde steunverleening zouden niet te overzien zijn, want wan neer aan één gedeelte der gemeente hulp wordt verleend, dan kan deze aan an dere deelen der gemeente niet geweigerd worden. Do kwestie aanleg van publie ke schuilplaatsen van gemeentewege ten behoeve van de inwoners wordt reeds door B,en W. onder oogen gezien en getracht zal worden dien aanleg te bevor deren, Deze zaak is ook niet zoo gemakkelijk, niet alleen om de hooge posten, doch er zullen zich wellicht moeilijkheden voordoen omtrent het particulier eigendom der terreinen, waarin die loopgraven zullen komen. Ten aanzien van de werkzaamheden bij "Ons Belang" merkt Spreker op, dat met het graafwerk reeds een aanvang was gemaakt en dat eerst nadien is gebleken, dat geen geld aanwezig was voor aankoop van hout, dienende voor beschoeiing. Men had dit van te voren moeten bezien, en er is geen mogelijkheid om de betrokkenen ter- wille te zijn.- Burgemeester en Wethouders konden zeer tot hun spijt, aan de betrokkenen geen ander advies geven dan de loopgraven weder zonder meer dicht te gooien, aangezien het verleenen van gemeentelijke hulp niet mogelijk is en er thans gevaar dreigt voor de openbare veiligheid» Van de betrokken be woners is een zeer prijzenswaardig initiatief uitgegaan, doch zij hebben niet doorgedacht. De heer Hooder wijst er op, dat men rekening moet houden met de omstan digheid, dat het hier een complex woningen met een groot aantal bewoners geldt waarvoor toch wel iets kan worden gedaan. Het geld mag geen rol spelen en de gemeente heeft hier naar Sprekers inzicht een taak te vervullen. Spreker zou hieromtrent het advies willen vernemen van de plaatselijke afdeeling der Ned. Vereeniging voor Luchtbescherming» De gemeente moet hier naar Sprekers in zicht wat doen voor de bescherming der burgerbevolking. De Voorzitter, die nogmaals wijst op de consequenties, zegt dat het hier alleen gaat om de kwestie -wat de gemeente kan doen binnen het kader van hare verantwoordelijkheid» Waar er geen sprake van is, dat een gemeentelijke uit gave, als hier door den heer Nooder bedoeld, door hoogere instanties zal wor den goedgekeurd, kan de gemeente in deze hare medewerking niet verleenen. De Kegeering stelt zich nu eenmaal op het standpunt dat het maken van schuilloop graven een kwestie van particuliere zelfbescherming is, welke niet de gemeen- te,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1939 | | pagina 256